Samenwerking advisering vaccinaties Gezondheidsraad en het Zorginstituut

De Gezondheidsraad (GR) en Zorginstituut Nederland werken samen bij het adviseren van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) over vaccinaties. In gezamenlijke oplegnotities adviseert de GR of een vaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma moet worden opgenomen. De GR beoordeelt ook of het om het belang van een groep of een individu gaat. Het Zorginstituut beoordeelt of het vaccin in het basispakket van de zorgverzekering moet worden opgenomen.

Werkagenda Commissie Vaccinaties

In afstemming met het ministerie van VWS is door de GR, het Zorginstituut en het RIVM een werkagenda vastgesteld voor de Commissie Vaccinaties van de GR. De werkagenda wordt jaarlijks vastgesteld door het ministerie van VWS. De komende jaren staan de volgende onderwerpen op de agenda. 

2025

  • COVID-19-vaccinatieprogramma op middellange termijn: update eerste kwartaal
  • RSV bij ouderen eerste kwartaal
  • Pneumokokkenvaccinatie voor kinderen: beschikbare vaccins
  • HPV-vaccinatie: update
  • Meningokokken B-vaccinatie voor kinderen: update
  • Dengue-vaccinatie in Caribisch Nederland

2026

  • Pneumokokkenvaccinatie voor ouderen: beschikbare vaccins
  • COVID-19: vaccinatieprogramma en beschikbare vaccins
  • Hepatitis A- en B-vaccinatie voor mannen die seks hebben met mannen

Gezamenlijk uitgebrachte notities

De GR en het Zorginstituut hebben samen de volgende oplegnotities uitgebracht.

Aanleiding voor de samenwerking tussen Gezondheidsraad en Zorginstituut

Op verzoek van de minister van VWS zijn de Gezondheidsraad (GR) en Zorginstituut Nederland in het najaar van 2014 gestart met een samenwerkingsverband voor de advisering over vaccinaties. Na een proefperiode van 2 jaar is besloten de samenwerking voort te zetten. Aanleiding voor de start van de samenwerking was de aanname dat mogelijke gezondheidswinst bleef liggen doordat vaccins onvoldoende werden benut. Op de markt toegelaten vaccins waren niet vanzelfsprekend uit publieke middelen beschikbaar voor mensen die daar belang bij hebben.

Onderlinge werkafspraken

De GR en het Zorginstituut hebben onderlinge werkafspraken gemaakt. Zo worden de adviezen en de expertise van beide organisaties optimaal benut. Van beide organisaties zijn waarnemers aanwezig bij overleggen van de commissie vaccinaties van de GR en de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) van het Zorginstituut.

De GR en het Zorginstituut brengen afzonderlijk onafhankelijke adviezen uit over vaccinaties en de daarbij beschikbare middelen. Beide adviezen worden na publicatie verbonden in een gezamenlijke oplegnotitie. Op basis van deze adviezen en de oplegnotitie neemt de minister van VWS een besluit over de positionering en financiering van het vaccin of de vaccinatie in het zorgstelsel.

Verschillende werkwijzen, gezamenlijke oplegnotitie

Het afstemmen van de beoordelingskaders van de beide organisaties en het gezamenlijk beoordelen van gemeenschappelijke vragen leidt niet tot één integraal rapport. Dit heeft te maken met de verschillen in mandaten tussen de Gezondheidsraad en het Zorginstituut. Hierdoor verschillen de invalshoeken bij de advisering.

Gezondheidsraad

De Gezondheidsraad beoordeelt of een vaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma (publiek belang) moet worden opgenomen. Daarnaast kan worden bekeken of een vaccinatie als essentiële zorg voor een bepaalde doelgroep (collectief belang) of als individuele zorg (individueel belang) aangemerkt moet worden.

Zorginstituut Nederland

Het Zorginstituut beoordeelt op basis van de pakketcriteria (noodzakelijkheid, effectiviteit, kosteneffectiviteit en uitvoerbaarheid) of het vaccin in het basispakket van de zorgverzekering moet (Zorgverzekeringswet, Zvw). Belangrijk daarbij is of er sprake is van een op de persoon herleidbaar risico (geïndiceerde preventie) en dat het zorggerelateerde preventie betreft. Geïndiceerde preventie richt zich op mensen met beginnende klachten en voorkomt dat beginnende klachten verergeren tot een aandoening. Zorggerelateerde preventie richt zich op mensen met een ziekte of aandoening en voorkomt dat een bestaande aandoening leidt tot complicaties, beperkingen, een lagere kwaliteit van leven of sterfte.

Samenwerking

De samenwerking voorziet in de mogelijkheid aanbevelingen te doen over de positionering van respectievelijk een vaccinatie en specifieke vaccins in het gezondheidszorgstelsel. In een gezamenlijke oplegnotitie aan de minister wordt dit toegelicht en informatie over beoordelingscriteria als doelmatigheid en kosteneffectiviteit worden beschreven. Hierbij kunnen expliciet de overeenkomsten en verschillen worden toegelicht tussen de beide adviezen. Op grond hiervan kan de minister van VWS een beslissing nemen over de vraag of overheidsbemoeienis nodig is en in welke vorm. Hierbij bestaat de mogelijkheid dat het Zorginstituut een vervolgadvies uitbrengt. Dit kan bijvoorbeeld in het geval dat de GR een vaccinatie aanmerkt als essentiële zorg en het Zorginstituut tegelijkertijd tot de conclusie komt dat opname ervan in het verzekerd pakket niet aan de orde kan zijn. Uit hoofde van het pakketcriterium uitvoerbaarheid kan het Zorginstituut dan een voorstel doen voor alternatieve financiering en/of uitvoering van de betreffende vaccinatie.

Termijnen

Het Zorginstituut is bij advisering gebonden aan een wettelijke oplevertermijn. De GR is dat niet. Als het advies van het Zorginstituut eerder wordt uitgebracht, dan verschijnt de gemeenschappelijke oplegnotitie bij het GR-advies, waarbij het eerder verschenen advies van het Zorginstituut wordt meegestuurd.

Loket voor indienen vaccinatievraagstukken

Bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft de minister een loket laten inrichten voor nieuwe vaccinatievraagstukken. Een voorstel voor het agenderen van een vaccinatie is dan aan de orde in een overleg tussen GR, het Zorginstituut en het RIVM. Er wordt dan beoordeeld of een adviestraject van de GR, het Zorginstituut of van de 2 organisaties samen het meest passend is. En de prioritering voor de werkagenda van de GR wordt vastgesteld. In dit overleg is VWS als waarnemer aanwezig. Op basis van de uitkomst van dit overleg doet de minister vervolgens een adviesaanvraag.

Hebt u vragen over het loket bij het RIVM? Stuur dan een e-mail naar: loketvaccinadvies@rivm.nl.