Gezamenlijke notitie Zorginstituut en Gezondheidsraad bij advies over vaccinatie van pubers tegen het humaan papillomavirus (HPV)

In een gezamenlijke notitie aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) leggen de Gezondheidsraad en het Zorginstituut hun overwegingen voor over de inzet van vaccineren van pubers (zowel meisjes als jongens) tegen het humaan papillomavirus (HPV). HPV-infecties komen vaak voor, ongeveer 80% van de bevolking maakt ooit een infectie door. In de meeste gevallen verloopt de infectie zonder symptomen en gaat vanzelf over. Soms leidt een infectie tot kanker en dat zorgt voor een aanzienlijke ziektelast.
Beide organisaties geven vanuit hun verschillende rollen en taken een advies. Het is aan de staatssecretaris om op basis van beide adviezen een beslissing te nemen. Het advies is om ook jongens te gaan vaccineren en de leeftijd van vaccineren te verlagen naar 9 jaar. Echter moet de vergoeding van het vaccin niet komen uit het basispakket, maar al uit het bestaande Rijksvaccinatieprogramma.

Advies Zorginstituut

Het Zorginstituut adviseert om vaccins die worden gebruikt voor de vaccinatie tegen HPV niet vanuit het basispakket aan te bieden. De reden hiervan is dat er alleen zorg vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) vergoed kan worden aan personen met een directe zorgvraag. Interventies die zijn gericht op selectieve preventie (gericht op groepen met een algemeen omschreven risico zoals leeftijd of geslacht) of collectieve preventie komen niet voor vergoeding ten laste van de zorgverzekering in aanmerking. In het rapport 'van preventie verzekerd' legt het Zorginstituut welke preventieve zorg voor wie onder de verzekerde zorg valt.
In een advies van 27 mei 2007 adviseerde het Zorginstituut (toen nog CVZ) om het vaccin Gardasil® tegen HPV niet op te nemen op niet in het basispakket op te nemen, maar in een Rijksvaccinatieprogramma.
De adviesvraag betreft de vaccinatie van pubers. Dit moet worden gezien als een vorm van selectieve preventie. Gelet op de genoemde rapporten die het Zorginstituut eerder heeft uitgebracht, is het van mening dat de daarin gebruikte argumentatie hier ook geldt. Daarom adviseert het Zorginstituut de vaccins die worden gebruikt voor de vaccinatie van pubers tegen HPV niet te vergoeden uit het basispakket. Er is om die reden ook nu geen apart rapport opgesteld.
Wanneer er in de toekomst een verzoek komt over het vaccineren van een groep waarbij een duidelijk afgebakend, individueel risico aan te geven is, zal het Zorginstituut een inhoudelijke beoordeling van die vaccin(s) voor deze indicaties doen.

Advies Gezondheidsraad

De Gezondheidsraad adviseert om vaccinatie tegen HPV voor meisjes in het Rijksvaccinatieprogramma te houden en voor jongens daaraan toe te voegen. Uit onderzoek blijkt dat de 3 beschikbare vaccins veilig zijn en goed en langdurig werken: ze wekken een sterke immuunrespons op (het lichaam maakt antistoffen tegen het virus) en verminderen HPV-infecties en voorstadia van baarmoederhalskanker met 80 tot 100%. Het is nog te vroeg om met zekerheid te kunnen zeggen in hoeverre zich dit ook vertaalt in een daling van het aantal kankergevallen; wel lijkt het erop dat gevaccineerde vrouwen minder vaak baarmoederhalskanker krijgen. Naast meisjes zouden ook jongens de vaccinatie moeten krijgen. Ook bij hen leidt vaccinatie tot gezondheidswinst, door bescherming tegen verschillende vormen van kanker. In aanvulling daarop biedt vaccinatie groepsbescherming: niet alleen degene die gevaccineerd wordt, is beschermd, maar ook niet-gevaccineerden profiteren mee. De Gezondheidsraad adviseert de vaccinatie te geven op een leeftijd die zo dicht mogelijk tegen 9 jaar aanligt, zodat kinderen in een zo vroeg mogelijk stadium beschermd worden en de effectiviteit het grootst is. Lees het volledige advies op de website van de Gezondheidsraad.

Aparte adviezen en rollen

Zowel de Gezondheidsraad als het Zorginstituut hebben apart geadviseerd over vaccinatie van pubers tegen HPV. De organisaties hebben verschillende bevoegdheden. De Gezondheidsraad inventariseert de stand van de wetenschap over vaccinaties, en adviseert over een optimale strategie van vaccinaties vanuit een wetenschappelijk perspectief. Het Zorginstituut heeft een adviestaak met betrekking tot eventuele opname van specifieke vaccins in het basispakket waarbij het gaat om geïndiceerde preventie.
De beide organisaties sturen het ministerie van VWS dan ook vanuit hun eigen taak een advies, als ook een gezamenlijk advies. Op basis van deze adviezen en de gezamenlijke notitie neemt de minister of staatssecretaris een besluit over de positionering en financiering van het vaccin of de vaccinatie in het zorgstelsel.
Lees meer over de wijze van werken en de samenwerking op de pagina 'Samenwerking advisering vaccinaties Gezondheidsraad en het Zorginstituut'.