Voor sommige zorgkosten uit het basispakket moet de verzekerde een eigen bijdrage betalen. Dit kan een vast bedrag zijn, een percentage van de kosten of een bijbetaling. De eigen bijdrage geldt bijvoorbeeld voor kraamzorg en hoortoestellen. De overheid bepaalt voor welke zorg de eigen bijdrage geldt en hoe hoog die bijdrage is. De hoogte van de eigen bijdrage kan per jaar verschillen.
Verschil eigen bijdrage en eigen risico
De eigen bijdrage is iets anders dan het eigen risico. De eigen bijdrage geldt alleen voor de kosten uit onderstaande tabel. Het eigen risico is het bedrag dat de verzekerde eerst zelf betaalt voor bijna alle zorgkosten uit de basisverzekering. Het bedrag dat overblijft wordt vergoed uit de basisverzekering. Lees meer op de pagina 'Eigen risico'.
Eerst eigen bijdrage en daarna eigen risico
Heeft de verzekerde zorg gekregen waarvoor bovenop het eigen risico ook een eigen bijdrage geldt? Dan geldt:
- Eerst de eigen bijdrage betalen,
- Het bedrag dat overblijft valt vervolgens onder het verplicht eigen risico,
- Het bedrag dat daarna overblijft valt onder het vrijwillig eigen risico (als de verzekerde daarvoor gekozen heeft),
- Het bedrag dat dan overblijft betaalt de zorgverzekeraar.
Hoe vaak moet iemand een eigen bijdrage betalen?
Bij sommige hulpmiddelen geldt de eigen bijdrage per jaar, zoals bij brillen. Staat er geen periode aangegeven? Dan betaalt de verzekerde de eigen bijdrage iedere keer dat de zorg of het product nodig is.
Zorg | Eigen bijdrage |
---|---|
Hoortoestellen Pagina 'Hulpmiddelen voor slechthorenden en doven (auditieve hulpmiddelen)' |
Voor 18 jaar en ouder: 25% van de kosten |
Kunstgebit: uitneembaar en volledig Pagina 'Tandarts en mondzorg' |
25% van de kosten Artikel 2.31, lid 2 van de Regeling zorgverzekering |
Kunstgebit: uitneembaar en volledig kunstgebit op implantaten Pagina 'Tandarts en mondzorg' |
prothetische voorziening voor de onderkaak: 10% van de kosten prothetische voorziening voor de bovenkaak: 8% van de kosten Artikel 2.31, lid 3 van de Regeling zorgverzekering |
Reparaties of overzetting (rebasing) van uitneembaar en volledig kunstgebit Pagina 'Tandarts en mondzorg' |
10% van de kosten Artikel 2.31, lid 4 van de Regeling zorgverzekering |
Schoenen: orthopedisch of allergeenvrij |
Tot 16 jaar: € 65 per paar Artikel 2.33, lid 3, sub b van de Regeling zorgverzekering 16 jaar en ouder: € 130 per paar Artikel 2.33, lid 3, sub a van de Regeling zorgverzekering |
Pruiken |
Alle kosten boven € 465 |
Contactlenzen met medische indicatie |
|
Brillenglazen met medische indicatie Pagina 'Hulpmiddelen voor blinden en slechtzienden' |
Tot 18 jaar: € 61 per brillenglas, met een maximum van € 122 per kalenderjaar Artikel 2.33, lid 4, sub c van de Regeling zorgverzekering |
Kraamzorg thuis |
€ 5,10 per uur Artikel 2.36, lid 1 van de Regeling zorgverzekering |
Kraamzorg in een instelling (kraamhotel, geboortecentrum enz.) als verblijf medisch gezien niet nodig is Pagina 'Kraamzorg' |
In ieder geval: € 20 per dag voor de moeder en € 20 per baby. Afhankelijk van de instelling kan daar een bedrag bovenop komen. De instelling mag maximaal € 143 per dag declareren bij de zorgverzekeraar. Is het tarief van de instelling hoger dan € 143 per dag? Dan betaalt de verzekerde ook het bedrag boven die € 143. Artikel 2.36, lid 2 van de Regeling zorgverzekering |
Verloskundige zorg: bevalling in het ziekenhuis of geboortecentrum zonder medische indicatie (poliklinische bevalling) Pagina 'Verloskundige zorg' |
Voor een bevalling in het ziekenhuis of geboortecentrum zonder medische indicatie is de maximum eigen bijdrage € 560,89. In sommige regio’s wordt samengewerkt in Integrale Geboortezorg Organisaties. In deze regio’s geldt een maximum eigen bijdrage van € 531,07. |
Ziekenvervoer per auto of openbaar vervoer (niet per ambulance) |
€ 118 per kalenderjaar Artikel 2.37, lid 2 van de Regeling zorgverzekering |
Geneesmiddelen bij de apotheek (medicijnen) |
Voor sommige medicijnen geldt een eigen bijdrage. Medicijnen met dezelfde werkzame stof worden in groepen ingedeeld als zij onderling vervangbaar zijn. Per groep medicijnen geldt een maximale vergoeding uit de basisverzekering. Is de prijs van een medicijn hoger dan deze vergoeding, dan betaalt de verzekerde een eigen bijdrage. In 2024 is de verzekerde voor geneesmiddelen maximaal € 250 aan eigen bijdragen per kalenderjaar verschuldigd. Op de website Medicijnkosten staat welke vergoedingen gelden bij medicijnen. |
Rekenvoorbeelden
Gebroken been
Verzekerde breekt een been. De behandeling in het ziekenhuis kost € 2000. Hiervoor geldt geen eigen bijdrage. Het eigen risico van minimaal € 385 geldt wel. Dus verzekerde betaalt de eerste € 385 zelf. De zorgverzekeraar vergoedt de overblijvende € 1615. En eventuele verdere zorgkosten in datzelfde jaar.
Kraamzorg
Verzekerde krijgt kraamzorg thuis. De eigen bijdrage is € 4,80 per uur. Er geldt geen eigen risico. Een verzekerde heeft recht op minimaal 24 uur kraamzorg en maximaal 80 uur, verdeeld over uiterlijk 10 dagen. Een uur kraamzorg kost bijvoorbeeld € 40. Stel dat verzekerde 32 uur kraamzorg krijgt. De totale kraamzorg kost dan 32 uur x € 40 = € 1280. De eigen bijdrage is 32 uur x € 4,80 = € 153,60. Er blijft € 1280 – € 153,60 = € 1126,40 over. De zorgverzekeraar vergoedt dit bedrag.
Kunstgebit
Verzekerde heeft een kunstgebit nodig. Dat kost bijvoorbeeld € 1200. De wettelijke eigen bijdrage is 25% van de kosten. In dit geval betaalt verzekerde zelf 25% van € 1200 = € 300. Van het bedrag dat overblijft (€ 900), betaalt verzekerde de eerste € 385 zelf. Dat is het verplichte eigen risico. Er blijft € 515 over. De zorgverzekeraar vergoedt dit bedrag.