GVS-advies nirmatrelvir/ritonavir (Paxlovid®) voor de behandeling van COVID-19

Zorginstituut Nederland heeft beoordeeld of nirmatrelvir/ritonavir (Paxlovid®) opgenomen kan worden in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Dit geneesmiddel kan worden gebruikt voor de behandeling van volwassenen met een coronavirusinfectie (COVID-19) en een zeer hoog risico op een ernstig ziektebeloop. Het Zorginstituut adviseert de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om Paxlovid te vergoeden voor medische risicogroepen zoals die staan in de Nederlandse richtlijnen van artsen. In november 2022 heeft de minister besloten het advies van het Zorginstituut over te nemen.

Update november 2022: nirmatrelvir/ritonavir vanaf 15 november 2022 vergoed uit basispakket van zorgverzekering

De minister van VWS heeft besloten het advies van het Zorginstituut over te nemen. Nirmatrelvir/ritonavir wordt vanaf 15 november vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering voor de behandeling van mensen met een coronavirusinfectie die behoren tot bepaalde medische risicogroepen. Lees het officiële besluit van de minister in Staatscourant 30426 van 14 november 2022.

Coronavirusinfectie

Het Zorginstituut concludeert dat nirmatrelvir/ritonavir meerwaarde heeft bij de behandeling van volwassenen met een coronavirusinfectie (COVID-19), die geen aanvullende zuurstof nodig hebben en een zeer hoog risico lopen op een ernstige ontwikkeling van de ziekte. Zij moeten zo snel mogelijk met de 5-daagse behandelkuur beginnen nadat het coronavirus bij hen is vastgesteld. En in ieder geval moet dat binnen 5 dagen na het begin van de symptomen, want dan verlaagt Paxlovid de kans op ziekenhuisopname of overlijden voor deze groep patiënten.

Advies van het Zorginstituut

Het Zorginstituut adviseert de minister om nirmatrelvir/ritonavir alleen te vergoeden voor medische risicogroepen zoals beschreven in de Nederlandse richtlijnen van artsen. Over een jaar evalueert het Zorginstituut of een herbeoordeling van het coronavirusmedicijn nodig is. 

Om de gevolgen van een mogelijke najaarsgolf te beperken, wil het Zorginstituut dat het medicijn snel beschikbaar komt voor deze patiënten. Daarom heeft het Zorginstituut een voorlopige vrijstelling verleend voor de analyse van de kosteneffectiviteit. Dat wil zeggen dat het Zorginstituut op een later moment beoordeelt in hoeverre de effecten van het medicijn de hoogte van de prijs rechtvaardigen. In een aanvullend advies uit juli 2023 staat dat het Zorginstituut deze voorlopige vrijstelling verlengt tot 1 januari 2024.

In het advies aan de minister benadrukt het Zorginstituut dat de prijs van €1242 voor een behandeling die de fabrikant vraagt veel hoger is dan bedragen die in de media zijn genoemd over de prijs in andere landen. Zo zou de Amerikaanse overheid $500 per behandeling betalen.

Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS)

Nirmatrelvir/ritonavir is een extramuraal geneesmiddel. Extramurale geneesmiddelen zijn medicijnen voor thuisgebruik, die op recept van een arts verkrijgbaar zijn bij de apotheek. Ze worden alleen vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering als ze in het GVS staan. De hoogte van de vergoeding hangt af van de lijst waarop ze staan. Onderling vervangbare geneesmiddelen worden geclusterd op bijlage 1A. Hiervoor kan een vergoedingslimiet gelden. Unieke geneesmiddelen komen op bijlage 1B. Hiervoor geldt geen vergoedingslimiet. Er kunnen ook nadere voorwaarden gelden voor vergoeding. Dan komt een medicijn ook op bijlage 2.

De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) adviseert het Zorginstituut bij de beoordeling. Op basis van de beoordeling stuurt het Zorginstituut een advies aan de minister van VWS. De minister neemt de uiteindelijke beslissing om het medicijn wel of niet te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering.

Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe wij de beoordeling van geneesmiddelen aanpakken.

Iedereen in Nederland betaalt mee aan de gezondheidszorg. Zorginstituut Nederland waakt erover dat die zorg goed én betaalbaar blijft.

Komt er bijvoorbeeld een nieuw medicijn op de markt, dan beoordelen wij of het vergoed moet worden uit het basispakket. We geven daarover advies aan de minister voor Medische Zorg.

Die beoordeling gaat zo:
Als een medicijn is goedgekeurd kan de fabrikant een aanvraag bij ons doen voor toelating tot het basispakket. Zodra we alle informatie en wetenschappelijke onderzoeken hebben ontvangen, gaan we aan de slag.
We beantwoorden vragen als:

  • Hoe ernstig is de ziekte?
  • Hoe goed werkt het medicijn?
  • Bij welke groep patiënten?
  • En, wat kost het ten opzichte van wat het oplevert voor de patiënt?

Als er al een medicijn voor de ziekte is, dan vergelijken we ze met elkaar.

Soms blijkt tijdens de beoordeling dat er onzekerheid is over hoe lang de ziekte wegblijft. Of dat het niet bij alle patiënten lijkt te werken. We adviseren dan over wie het medicijn moet krijgen.
Soms is het medicijn heel duur. Vergoeding hiervan kan dan ten koste gaan van zorg voor andere patiënten. We adviseren dan om over de prijs te onderhandelen.

Bij de beoordeling betrekken we patiëntenorganisaties, dokters en zorgverzekeraars. En we krijgen advies van twee onafhankelijke commissies:
de Wetenschappelijke Adviesraad en de Adviescommissie Pakket.

We wegen alle feiten en onzekerheden tegen elkaar af in ons advies. De minister besluit uiteindelijk of het medicijn vergoed wordt uit het basispakket.

Zo besteden we het geld voor de zorg, waar iedereen aan meebetaalt, aan goede medicijnen die het geld waard zijn.