Standpunt Interdisciplinaire medisch-specialistische revalidatie (IMSR) bij patiënten met chronische pijn

In dit standpunt oordeelt Zorginstituut Nederland dat interdisciplinaire medisch-specialistische revalidatie (IMSR) voor bepaalde patiënten met chronische pijn vergoed kan worden uit het basispakket van de zorgverzekering. De vergoeding gaat met terugwerkende kracht in vanaf 1 december 2020.

Aanleiding standpunt en aandoening waarbij de behandeling kan worden toegepast

Chronische pijn is een aanhoudend gezondheidsprobleem waarbij lichamelijke, psychische en sociale factoren een rol spelen. Die verschillende factoren dragen bij aan pijnbeleving, pijngedrag en beperkingen in het dagelijks functioneren. Chronische pijn vermindert de kwaliteit van leven. 

Patiënten met chronische pijn worden waar mogelijk behandeld in de eerste lijn. Dat wil zeggen: bij de huisarts, fysio- of ergotherapeut. Als dat nodig is, gebeurt de behandeling in samenwerking met de tweede lijn. Dan wordt een specialist betrokken – in dit geval een revalidatiearts. 

De samenwerking tussen eerste en tweede lijn heet ook wel anderhalvelijnszorg. Verwijzing naar een revalidatiearts in de tweede lijn is nodig als de reguliere pijnbehandelingen niet hebben geholpen of als er een aanzienlijke kans is dat ze voor de patiënt niets oplossen. Voor chronische pijn bestaan verschillende behandelopties in de eerste lijn die vanuit de basisverzekering worden vergoed en voor de meeste mensen werken. Maar niet voor de ongeveer 33.000 patiënten die chronische pijn ervaren als gevolg van complexe problematiek, waarbij lichamelijke, psychische en sociale factoren een rol spelen. Deze mensen komen in aanmerking voor IMSR.  

De behandeling IMSR gebeurt onder eindverantwoordelijkheid van een revalidatiearts, in een instelling of op de polikliniek. In vergelijking met de reguliere pijnbehandeling biedt IMSR een intensievere samenwerking tussen zorgprofessionals, wat resulteert in een gezamenlijk en persoonsgericht behandelplan. Het Zorginstituut is deze beoordeling gestart, omdat niet duidelijk was of IMSR voor de genoemde patiëntengroep voldoende bewezen effectieve zorg is. 

Conclusie van het Zorginstituut

Het Zorginstituut concludeert dat IMSR beschouwd kan worden als een voldoende bewezen effectieve behandeling bij de genoemde groep patiënten met chronische pijn. IMSR voldoet bij de genoemde indicatie dus aan ‘de stand van de wetenschap en praktijk’. IMSR kan daarom worden vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering. Het standpunt van het Zorginstituut gaat met terugwerkende kracht in op 1 december 2020.

Passende zorg-afspraken

Verschillende partijen hebben aangegeven dat de indicatiestelling verder uitgewerkt moet worden. Dat wil zeggen dat beter gespecificeerd moet worden voor welke groep patiënten IMSR een effectieve behandeling is. Iedere patiënt ervaart chronische pijn namelijk anders. Dat betekent dat beperkingen in het dagelijks leven en daarmee de zorgbehoefte van patiënt tot patiënt verschilt. Het kan in de praktijk dan ook lastig zijn om te bepalen wanneer iemand in aanmerking moet komen voor IMSR. 

Het Zorginstituut roept partijen op om samen criteria vast te stellen waarmee onderbehandeling, maar ook overbehandeling van pijnklachten wordt voorkomen. Dit moet eraan bijdragen dat mensen met chronische pijn en complexe problematiek verzekerd zijn van passende zorg. 

Procedure bij een standpunt

Alleen zorg die effectief is, mag deel uitmaken van het basispakket van de zorgverzekering. Dit is vastgelegd met de juridische term 'stand van de wetenschap en praktijk'. Vaak is zonder meer duidelijk of zorg uit het basispakket kan worden vergoed, maar niet altijd. In zulke gevallen kan het Zorginstituut besluiten te beoordelen of die zorg in aanmerking komt voor vergoeding. Zo'n beoordeling noemen we een duiding.

De uitkomst van een duiding heet een standpunt. Een standpunt heeft gevolgen voor de basisverzekering. Als sprake is van een positief standpunt, dan geeft het Zorginstituut aan op welk moment is voldaan aan de stand van de wetenschap en praktijk. Dat is het moment waarop de zorg officieel tot het basispakket behoort en wordt vergoed. Als er sprake is van een negatief standpunt, dan wordt de zorg niet vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering.

Meer informatie over de procedure bij een standpunt vindt u op de pagina 'Verduidelijking van het basispakket - standpunten'.