GVS-advies herbeoordeling vericiguat (Verquvo®) voor de behandeling van volwassenen met chronisch hartfalen

Zorginstituut Nederland heeft opnieuw beoordeeld of het geneesmiddel vericiguat (Verquvo®) opgenomen kan worden in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Vericiguat kan worden gebruikt voor de behandeling van bepaalde patiënten met een ernstige vorm van hartfalen. Het Zorginstituut heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) geadviseerd om vericiguat (Verquvo®) op te nemen in het GVS op bijlage 1B. De minister heeft ons advies overgenomen. 

Update juni 2023: vericiguat (Verquvo®) onder voorwaarden vergoed vanaf 1 juli 2023

De minister van VWS heeft besloten het advies van het Zorginstituut over te nemen en vericiguat (Verquvo®) op te nemen op bijlage 1B van het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Het middel wordt vanaf 1 juli 2023 onder voorwaarden vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering.

Lees het besluit van de minister in de Staatscourant.
 

Aandoening waarbij het middel kan worden toegepast

Vericiguat is geregistreerd voor de behandeling van volwassenen met symptomatisch chronisch hartfalen met verminderde ejectiefractie, die gestabiliseerd zijn na een recente verslechtering van hartfalen waarvoor een intraveneuze behandeling (via een bloedvat met een infuusnaald) nodig was.

Hartfalen is een aandoening waarbij de pompkracht van het hart is verminderd. Bij symptomatisch hartfalen hebben mensen klachten bij normale inspanning of zelfs in rust. Veelvoorkomende klachten zijn overmatige vermoeidheid, hartkloppingen en kortademigheid. Een verminderde ejectiefractie betekent dat de knijpfunctie van het hart minder goed werkt. Daardoor wordt bij een hartslag minder bloed weggepompt dan normaal. Intraveneuze behandeling betekent de toediening van een geneesmiddel in een ader.

Eerdere beoordeling van het Zorginstituut

Het Zorginstituut oordeelde in februari 2022 dat vericiguat bij de geregistreerde indicatie geen meerwaarde heeft als toevoeging aan de standaardbehandeling. Op basis van nieuwe onderzoeksgegevens vroeg de registratiehouder ons vervolgens om een herbeoordeling van vericiguat. 

Lees de eerdere beoordeling van vericiguat van februari 2022.

Advies van het Zorginstituut

Het Zorginstituut adviseert de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om vericiguat (Verquvo®) onder voorwaarden op te nemen in het GVS op bijlage 1B.

Voorwaarden voor vergoeding

Uitsluitend voor een volwassen verzekerde met symptomatisch (NYHA II-IV) chronisch hartfalen en een verminderde ejectiefractie (LVEF ≤ 40%) (HFrEF) met een NT-proBNP waarde van ≤5314 pg/ml, 

  • die niet toereikend wordt behandeld met een combinatietherapie van een ACE-remmer of angiotensine II receptorblokker (ARB) of sacubitril/valsartan, een bètablokker en een aldosteronantagonist én 
  • die geen SGLT2-remmer gebruikt.

Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS)

Vericiguat (Verquvo®) is een extramuraal geneesmiddel. Extramurale geneesmiddelen zijn medicijnen voor thuisgebruik, die op recept van een arts verkrijgbaar zijn bij de apotheek. Ze worden alleen vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering als ze in het GVS staan. De hoogte van de vergoeding hangt af van de lijst waarop ze staan. Onderling vervangbare geneesmiddelen worden geclusterd op bijlage 1A. Hiervoor kan een vergoedingslimiet gelden. Unieke geneesmiddelen komen op bijlage 1B. Hiervoor geldt geen vergoedingslimiet. Er kunnen ook nadere voorwaarden gelden voor vergoeding. Dan komt een medicijn ook op bijlage 2.

De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) en de Adviescommissie Pakket (ACP) adviseren het Zorginstituut bij de beoordeling. Op basis van de beoordeling stuurt het Zorginstituut een advies aan de minister van VWS. De minister neemt de uiteindelijke beslissing om het medicijn wel of niet te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering.

Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe wij de beoordeling van geneesmiddelen aanpakken.

Iedereen in Nederland betaalt mee aan de gezondheidszorg. Zorginstituut Nederland waakt erover dat die zorg goed én betaalbaar blijft.

Komt er bijvoorbeeld een nieuw medicijn op de markt, dan beoordelen wij of het vergoed moet worden uit het basispakket. We geven daarover advies aan de minister voor Medische Zorg.

Die beoordeling gaat zo:
Als een medicijn is goedgekeurd kan de fabrikant een aanvraag bij ons doen voor toelating tot het basispakket. Zodra we alle informatie en wetenschappelijke onderzoeken hebben ontvangen, gaan we aan de slag.
We beantwoorden vragen als:

  • Hoe ernstig is de ziekte?
  • Hoe goed werkt het medicijn?
  • Bij welke groep patiënten?
  • En, wat kost het ten opzichte van wat het oplevert voor de patiënt?

Als er al een medicijn voor de ziekte is, dan vergelijken we ze met elkaar.

Soms blijkt tijdens de beoordeling dat er onzekerheid is over hoe lang de ziekte wegblijft. Of dat het niet bij alle patiënten lijkt te werken. We adviseren dan over wie het medicijn moet krijgen.
Soms is het medicijn heel duur. Vergoeding hiervan kan dan ten koste gaan van zorg voor andere patiënten. We adviseren dan om over de prijs te onderhandelen.

Bij de beoordeling betrekken we patiëntenorganisaties, dokters en zorgverzekeraars. En we krijgen advies van twee onafhankelijke commissies:
de Wetenschappelijke Adviesraad en de Adviescommissie Pakket.

We wegen alle feiten en onzekerheden tegen elkaar af in ons advies. De minister besluit uiteindelijk of het medicijn vergoed wordt uit het basispakket.

Zo besteden we het geld voor de zorg, waar iedereen aan meebetaalt, aan goede medicijnen die het geld waard zijn.