GVS-advies herbeoordeling metreleptine (Myalepta®) bij de behandeling van gegeneraliseerde lipodystrofie

Zorginstituut Nederland heeft opnieuw beoordeeld of metreleptine (Myalepta®) opgenomen kan worden in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Metreleptine wordt gebruikt als aanvulling bij een dieet om de complicaties van leptinedeficiëntie te behandelen bij patiënten met gegeneraliseerde lipodystrofie. Dat is een zeldzame ziekte waarbij de productie van het ‘hongerhormoon’ leptine is aangetast. Het Zorginstituut adviseert de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om metreleptine onder bepaalde voorwaarden te vergoeden vanuit het basispakket van de zorgverzekering.

In september 2022 heeft de minister besloten het advies van het Zorginstituut over te nemen.

Update september 2022: metreleptine (Myalepta®) vanaf 1 oktober 2022 onder voorwaarden vergoed uit basispakket van zorgverzekering

De minister van VWS heeft besloten om het advies van Zorginstituut Nederland over te nemen. Metreleptine wordt daarom vanaf 1 oktober 2022 vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering. De voorwaarden voor de vergoeding zijn genoemd op deze pagina onder het kopje 'Voorwaarden voor vergoeding van metreleptine'. Lees het officiële besluit van de minister in de Staatscourant van 28 september 2022.

Aandoeningen waarbij het middel kan worden toegepast

De werkzame stof metreleptine is beschikbaar als geneesmiddel onder de merknaam Myalepta®. Het kan gebruikt worden als aanvulling bij een dieet als vervangingstherapie om de complicaties van leptinedeficiëntie te behandelen bij patiënten met lipodystrofie: 

  • met bevestigde aangeboren gegeneraliseerde lipodystrofie (Berardinelli-Seipsyndroom) of verworven gegeneraliseerde lipodystrofie (Lawrencesyndroom), bij volwassenen en kinderen van 2 jaar en ouder; 
  • met bevestigde familiale partiële lipodystrofie of verworven partiële lipodystrofie (Barraquer-Simons-syndroom), bij volwassenen en kinderen van 12 jaar en ouder bij wie met standaardbehandelingen geen adequate metabole controle werd bereikt.

De fabrikant vraagt opname op bijlage 1B van de Regeling zorgverzekering voor een deel van de indicatie: gegeneraliseerde lipodystrofie (GL). Gegeneraliseerde lipodystrofie is een zeldzame ziekte waarbij de productie van het ‘hongerhormoon’ leptine is aangetast en normaal onderhuids vetweefsel afwezig is.

Advies van het Zorginstituut

Het Zorginstituut adviseert de minister van VWS om metreleptine op te nemen op bijlage 1B van het GVS met de volgende vergoedingsvoorwaarden.

Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS)

Metreleptine is een extramuraal geneesmiddel. Extramurale geneesmiddelen zijn medicijnen voor thuisgebruik, die op recept van een arts verkrijgbaar zijn bij de apotheek. Ze worden alleen vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering als ze in het GVS staan. De hoogte van de vergoeding hangt af van de lijst waarop ze staan. Onderling vervangbare geneesmiddelen worden geclusterd op bijlage 1A. Hiervoor kan een vergoedingslimiet gelden. Unieke geneesmiddelen komen op bijlage 1B. Hiervoor geldt geen vergoedingslimiet. Er kunnen ook nadere voorwaarden gelden voor vergoeding. Dan komt een medicijn ook op bijlage 2.

De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) adviseert het Zorginstituut bij de beoordeling. Op basis van de beoordeling stuurt het Zorginstituut een advies aan de minister van VWS. De minister neemt de uiteindelijke beslissing om het medicijn wel of niet te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering.

Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe wij de beoordeling van geneesmiddelen aanpakken.

Iedereen in Nederland betaalt mee aan de gezondheidszorg. Zorginstituut Nederland waakt erover dat die zorg goed én betaalbaar blijft.

Komt er bijvoorbeeld een nieuw medicijn op de markt, dan beoordelen wij of het vergoed moet worden uit het basispakket. We geven daarover advies aan de minister voor Medische Zorg.

Die beoordeling gaat zo:
Als een medicijn is goedgekeurd kan de fabrikant een aanvraag bij ons doen voor toelating tot het basispakket. Zodra we alle informatie en wetenschappelijke onderzoeken hebben ontvangen, gaan we aan de slag.
We beantwoorden vragen als:

  • Hoe ernstig is de ziekte?
  • Hoe goed werkt het medicijn?
  • Bij welke groep patiënten?
  • En, wat kost het ten opzichte van wat het oplevert voor de patiënt?

Als er al een medicijn voor de ziekte is, dan vergelijken we ze met elkaar.

Soms blijkt tijdens de beoordeling dat er onzekerheid is over hoe lang de ziekte wegblijft. Of dat het niet bij alle patiënten lijkt te werken. We adviseren dan over wie het medicijn moet krijgen.
Soms is het medicijn heel duur. Vergoeding hiervan kan dan ten koste gaan van zorg voor andere patiënten. We adviseren dan om over de prijs te onderhandelen.

Bij de beoordeling betrekken we patiëntenorganisaties, dokters en zorgverzekeraars. En we krijgen advies van twee onafhankelijke commissies:
de Wetenschappelijke Adviesraad en de Adviescommissie Pakket.

We wegen alle feiten en onzekerheden tegen elkaar af in ons advies. De minister besluit uiteindelijk of het medicijn vergoed wordt uit het basispakket.

Zo besteden we het geld voor de zorg, waar iedereen aan meebetaalt, aan goede medicijnen die het geld waard zijn.