Advies - uitbreiden voorwaarden medicijnen SGLT-2-remmers voor diabetes mellitus type 2 met een zeer hoog risico op hart- en vaatziekten
Zorginstituut Nederland heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) geadviseerd om de voorwaarden van bepaalde SGLT-2-remmers uit te breiden. Het gaat om de medicijnen canagliflozine (Invokana®), dapagliflozine (Forxiga®) en empagliflozine (Jardiance®). SGLT-2-remmers worden al vergoed vanuit het basispakket van de zorgverzekering voor bepaalde patiënten. Ze zijn dus al opgenomen in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). De uitbreiding is voor de behandeling van patiënten met diabetes mellitus type 2 met een zeer hoog risico op hart- en vaatziekten. De minister heeft het advies van Zorginstituut Nederland inmiddels overgenomen.
Update september 2021: advies is overgenomen door de minister
Op 22 juni 2021 heeft het Zorginstituut het advies naar de minister van VWS gestuurd. Op 20 september 2021 heeft het Zorginstituut een extra advies uitgebracht voor uitbreiding van de bijlage 2-voorwaarden. Dit advies gaat over uitbreiding voor het gebruik bij bepaalde patiënten met chronische nierschade. De minister heeft besloten om beide adviezen over te nemen.
Lees het besluit van de minister in de Staatscourant.
SGLT-2-remmers zijn bedoeld voor bepaalde mensen met diabetes
SGLT-2-remmers worden onder andere gebruikt voor de behandeling van diabetes mellitus type 2. Bij diabetes is het bloedsuiker te hoog. Als dit lang duurt, kunnen hart, ogen, nieren, bloedvaten en zenuwen beschadigen. De eerste stap in de behandeling is gezonde voeding en voldoende lichaamsbeweging. Daardoor kan de bloedsuiker al omlaag gaan.
Gebeurt dat onvoldoende, dan kunnen SGLT-2-remmers de bloedsuiker verlagen. Het zijn tabletten. Ze zorgen ervoor dat de nieren meer suiker uitscheiden. Hierdoor daalt de bloedsuiker. Canagliflozine, dapagliflozine, empagliflozine en ertugliflozine zijn typen SGLT-2-remmers. Het Zorginstituut heeft onderzocht of de medicijnen van waarde zijn, echt werken en of ze een verbetering voor patiënten met diabetes type 2 met een zeer hoog risico op hart- en vaatziekten zijn.
Meer informatie voor patiënten (Apotheek.nl)
Meer informatie voor professionals (Farmacotherapeutisch Kompas)
Advies van het Zorginstituut over de uitbreiding
Het Zorginstituut adviseert de minister om de bijlage 2-voorwaarden uit te breiden voor de SGLT-2-remmers canagliflozine, dapagliflozine en empagliflozine. De uitbreiding gaat over de behandeling van volwassenen met diabetes mellitus type 2 met een zeer hoog risico op hart- en vaatziekten. Voor ertugliflozine adviseren wij géén uitbreiding van de bijlage 2-voorwaarden, omdat de meerwaarde voor patiënten niet is aangetoond.
Voorwaarden van de uitbreiding van SGLT-2-remmers
De SGLT-2-remmers zijn al opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) op bijlage 1A (cluster 0A10BXAO V) en worden vergoed voor specifieke patiëntengroepen. Deze patiëntengroepen zijn per SGLT-2-remmer gedefinieerd in de vergoedingsvoorwaarden op bijlage 2 van het GVS.
Voor vergoeding van canagliflozine (Invokana®), dapagliflozine (Forxiga®), empagliflozine (Jardiance®) bij de behandeling van volwassenen met diabetes mellitus type 2 met een zeer hoog risico op hart- en vaatziekten gelden de volgende aanvullende bijlage-2 voorwaarden:
- eerder bewezen hart- en vaatziekten; en/of
- chronische nierschade met:
- eGFR 30-59 ml/min per 1,73m2 met matig verhoogde albuminurie (ACR> 3 mg/mmol/l); of
- eGFR ≥ 60 ml/min per 1,73m2 met ernstig verhoogde albuminurie (ACR>30 mg/mmol).
Na het uitbrengen van het advies van september 2021 is hier een voorwaarde bijgekomen, namelijk: - of: eGFR 30-44 ml/min per 1,73m2 zonder albuminurie.
Meer informatie of vragen?
Hebt u vragen over dit advies? Mail uw vraag dan naar het Zorginstituut via warcg@zinl.nl. Hebt u vragen over de vergoeding, het eigen risico of wilt u weten of u een eigen bijdrage moet betalen? Kijk daarvoor op onze informatiepagina of vraag het uw zorgverzekeraar.
Hoe is het advies ontstaan?
De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) adviseert het Zorginstituut bij de beoordeling. Op basis van de beoordeling stuurt het Zorginstituut een advies aan de minister van VWS. De minister neemt de uiteindelijke beslissing om het medicijn wel of niet te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering.
Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe wij de beoordeling van geneesmiddelen aanpakken.
Iedereen in Nederland betaalt mee aan de gezondheidszorg. Zorginstituut Nederland waakt erover dat die zorg goed én betaalbaar blijft.
Komt er bijvoorbeeld een nieuw medicijn op de markt, dan beoordelen wij of het vergoed moet worden uit het basispakket. We geven daarover advies aan de minister voor Medische Zorg.
Die beoordeling gaat zo:
Als een medicijn is goedgekeurd kan de fabrikant een aanvraag bij ons doen voor toelating tot het basispakket. Zodra we alle informatie en wetenschappelijke onderzoeken hebben ontvangen, gaan we aan de slag.
We beantwoorden vragen als:
- Hoe ernstig is de ziekte?
- Hoe goed werkt het medicijn?
- Bij welke groep patiënten?
- En, wat kost het ten opzichte van wat het oplevert voor de patiënt?
Als er al een medicijn voor de ziekte is, dan vergelijken we ze met elkaar.
Soms blijkt tijdens de beoordeling dat er onzekerheid is over hoe lang de ziekte wegblijft. Of dat het niet bij alle patiënten lijkt te werken. We adviseren dan over wie het medicijn moet krijgen.
Soms is het medicijn heel duur. Vergoeding hiervan kan dan ten koste gaan van zorg voor andere patiënten. We adviseren dan om over de prijs te onderhandelen.
Bij de beoordeling betrekken we patiëntenorganisaties, dokters en zorgverzekeraars. En we krijgen advies van twee onafhankelijke commissies:
de Wetenschappelijke Adviesraad en de Adviescommissie Pakket.
We wegen alle feiten en onzekerheden tegen elkaar af in ons advies. De minister besluit uiteindelijk of het medicijn vergoed wordt uit het basispakket.
Zo besteden we het geld voor de zorg, waar iedereen aan meebetaalt, aan goede medicijnen die het geld waard zijn.
Uitleg over vergoeden van medicijnen
SGLT-2-remmers zijn extramurale geneesmiddelen. Extramuraal betekent: medicijnen voor thuisgebruik die u op recept van een arts bij de apotheek kunt halen. Ze worden alleen vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering als ze in het GVS staan.
Kijk voor meer uitleg over het GVS en de bijlagen 1A, 1B en 2 op de pagina 'Vergoeding van extramurale geneesmiddelen (GVS)'.