Evaluatierapport implantaatgedragen gebitsprothesen

In 2014 bracht het Zorginstituut een advies uit over implantaatgedragen gebitsprothesen. In het advies staan maatregelen die de kosten van de zorg rond implantaatgedragen gebitsprothesen kunnen beperken. Ook moesten de maatregelen gepast gebruik van deze zorg bevorderen. Om de effecten van de maatregelen uit het rapport in kaart te brengen, heeft het Zorginstituut een evaluatie uitgevoerd over de jaren 2014-2018.

De evaluatie

In de evaluatie onderzocht het Zorginstituut of de maatregelen in het rapport ‘Implantaatgedragen gebitsprothesen’ uit 2014 een positief effect hebben gehad op het terugdringen van de zorgkosten en het gepast gebruik van deze zorg. Maatregelen die in het rapport werden geadviseerd, zijn bijvoorbeeld:

  • het aanpassen van de eigen bijdragestructuur;
  • het aanpassen van de verzekeringstechnische indicatiecriteria.

Ook heeft het Zorginstituut onderzocht of de maatregelen functioneren in de praktijk. We hebben hiervoor verschillende partijen geconsulteerd.

Het Zorginstituut concludeert dat de verschillende maatregelen die in het rapport zijn geadviseerd, hebben geleid tot een gewenste en beoogde verandering in de kosten- en volumeontwikkeling van deze zorg. De kostenbesparing wordt geschat op zo’n € 37 miljoen: aanzienlijk meer dan verwacht. Ook lijkt de ongewenste financiële prikkel te zijn weggenomen, die ontstond doordat de eigen bijdrage voor de conventionele gebitsprothese in de praktijk vaak hoger was dan die voor de complexere implantaatgedragen prothese. Dat is waarschijnlijk het resultaat van de aanpassing van de eigen bijdragestructuur en de scherpere indicatiestelling. Verder blijkt dat de partijen het systeem van eigen bijdragen complex vinden, maar dat het in de praktijk wel werkbaar en logisch is.

De maatregelen lijken een positief effect te hebben gehad op het terugdringen van zorgkosten rondom de implantaatgedragen gebitsprothesen en het bevorderen van gepast gebruik van deze zorgvorm.