GVS-advies midazolam (Midazolam Xiromed®) voor de behandeling van epilepsie

Zorginstituut Nederland heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) geadviseerd om de oromucosale toediening van midazolam (Midazolam Xiromed®) te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering. Oromucosaal betekent toediening via het mondslijmvlies. Dit medicijn kan worden gebruikt voor de behandeling van bepaalde patiënten met langdurige, convulsieve aanvallen (status epilepticus). Dit is de medische term voor epileptische aanvallen die niet vanzelf overgaan. De minister heeft dit advies overgenomen en midazolam opgenomen op bijlage 1B van het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).

Update september 2023: midazolam (Midazolam Xiromed®) vergoed vanaf 1 oktober 2023

De minister van VWS heeft besloten het advies van het Zorginstituut over te nemen en midazolam (Midazolam Xiromed®) op te nemen op bijlage 1B van het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Het medicijn wordt vanaf 1 oktober 2023 vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering.

Lees het besluit van de minister in de Staatscourant.

Indicatie waarvoor vergoeding is aangevraagd

Midazolam is geregistreerd voor oromucosale toediening bij de behandeling van langdurige, acute convulsieve aanvallen bij de leeftijdsgroepen van 6 maanden tot 18 jaar. Zuigelingen tussen de 3 en 6 maanden zijn uitgesloten van de vergoedingsaanvraag. Deze patiëntjes worden namelijk niet thuis behandeld, maar in het ziekenhuis.

Advies van het Zorginstituut

Het Zorginstituut adviseert de minister van VWS om midazolam op te nemen in bijlage 1B van het GVS. 

Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS)

Midazolam (Midazolam Xiromed®) is een extramuraal geneesmiddel. Extramurale geneesmiddelen zijn medicijnen voor thuisgebruik, die op recept van een arts verkrijgbaar zijn bij de apotheek. Ze worden alleen vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering als ze in het GVS staan. De hoogte van de vergoeding hangt af van de lijst waarop ze staan. Onderling vervangbare geneesmiddelen worden geclusterd op bijlage 1A. Hiervoor kan een vergoedingslimiet gelden. Unieke geneesmiddelen komen op bijlage 1B. Hiervoor geldt geen vergoedingslimiet. Er kunnen ook nadere voorwaarden gelden voor vergoeding. Dan komt een medicijn ook op bijlage 2.

De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) adviseert het Zorginstituut bij de beoordeling. Op basis van de beoordeling stuurt het Zorginstituut een advies aan de minister van VWS. De minister neemt de uiteindelijke beslissing om het medicijn wel of niet te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering.

Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe wij de beoordeling van geneesmiddelen aanpakken.

Iedereen in Nederland betaalt mee aan de gezondheidszorg. Zorginstituut Nederland waakt erover dat die zorg goed én betaalbaar blijft.

Komt er bijvoorbeeld een nieuw medicijn op de markt, dan beoordelen wij of het vergoed moet worden uit het basispakket. We geven daarover advies aan de minister voor Medische Zorg.

Die beoordeling gaat zo:
Als een medicijn is goedgekeurd kan de fabrikant een aanvraag bij ons doen voor toelating tot het basispakket. Zodra we alle informatie en wetenschappelijke onderzoeken hebben ontvangen, gaan we aan de slag.
We beantwoorden vragen als:

  • Hoe ernstig is de ziekte?
  • Hoe goed werkt het medicijn?
  • Bij welke groep patiënten?
  • En, wat kost het ten opzichte van wat het oplevert voor de patiënt?

Als er al een medicijn voor de ziekte is, dan vergelijken we ze met elkaar.

Soms blijkt tijdens de beoordeling dat er onzekerheid is over hoe lang de ziekte wegblijft. Of dat het niet bij alle patiënten lijkt te werken. We adviseren dan over wie het medicijn moet krijgen.
Soms is het medicijn heel duur. Vergoeding hiervan kan dan ten koste gaan van zorg voor andere patiënten. We adviseren dan om over de prijs te onderhandelen.

Bij de beoordeling betrekken we patiëntenorganisaties, dokters en zorgverzekeraars. En we krijgen advies van twee onafhankelijke commissies:
de Wetenschappelijke Adviesraad en de Adviescommissie Pakket.

We wegen alle feiten en onzekerheden tegen elkaar af in ons advies. De minister besluit uiteindelijk of het medicijn vergoed wordt uit het basispakket.

Zo besteden we het geld voor de zorg, waar iedereen aan meebetaalt, aan goede medicijnen die het geld waard zijn.