GVS-advies lasmiditan (Rayvow®) bij de behandeling van migraine

Zorginstituut Nederland heeft getoetst of lasmiditan (Rayvow®) kan worden opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Een geneesmiddel komt voor vergoeding in aanmerking zodra het is opgenomen in het GVS. Lasmiditan kan worden gebruikt bij de behandeling van migraine. Het Zorginstituut adviseert de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om lasmiditan (Rayvow®) op te nemen in het GVS op bijlage 1A in cluster 0N02CCAO V. De minister heeft het advies inmiddels overgenomen.

Update maart 2023: lasmiditan (Rayvow®) vergoed vanaf 1 april 2023

De minister van VWS heeft het advies van het Zorginstituut overgenomen. Vanaf 1 april 2023 is lasmiditan (Rayvow®) opgenomen op bijlage 1A in cluster 0N02CCAO V van het GVS. 

Lees het vergoedingsbesluit van de minister in de Staatscourant.

Aandoening waarbij het middel kan worden toegepast

Rayvow® is beschikbaar als filmomhulde tablet met 50 of 100 mg lasmiditan. Het medicijn kan worden gebruikt bij volwassenen voor de acute behandeling van de hoofdpijnfase van een migraineaanval, met en zonder aura. Bij de behandeling van migraineaanvallen gaat de voorkeur uit naar paracetamol in een voldoende hoge dosering. Tweede keus middelen met een vergelijkbare werkzaamheid, maar meer bijwerkingen zijn NSAID's (ibuprofen, naproxen). Orale triptanen (sumatriptan, rizatriptan, zolmitriptan) zijn hierbij derde keus middelen.

Advies van het Zorginstituut

Het Zorginstituut adviseert de minister van VWS om lasmiditan (Rayvow®) op te nemen op bijlage 1A in cluster 0N02CCAO V. De standaarddosis kan worden gesteld op 100 mg per aanval. Op basis van de criteria voor onderlinge vervangbaarheid is het Zorginstituut tot de eindconclusie gekomen dat lasmiditan (Rayvow®) onderling vervangbaar is met de 7 triptanen in het bestaande GVS-cluster 0N02CCAO V. 

Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS)

Lasmiditan is een extramuraal geneesmiddel. Extramurale geneesmiddelen zijn medicijnen voor thuisgebruik, die op recept van een arts verkrijgbaar zijn bij de apotheek. Ze worden alleen vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering als ze in het GVS staan. De hoogte van de vergoeding hangt af van de lijst waarop ze staan. Onderling vervangbare geneesmiddelen worden geclusterd op bijlage 1A. Hiervoor kan een vergoedingslimiet gelden. Unieke geneesmiddelen komen op bijlage 1B. Hiervoor geldt geen vergoedingslimiet. Er kunnen ook nadere voorwaarden gelden voor vergoeding. Dan komt een medicijn ook op bijlage 2.

De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) adviseert het Zorginstituut bij de beoordeling. Op basis van de beoordeling stuurt het Zorginstituut een advies aan de minister van VWS. De minister neemt de uiteindelijke beslissing om het medicijn wel of niet te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering.

Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe wij de beoordeling van geneesmiddelen aanpakken.

Iedereen in Nederland betaalt mee aan de gezondheidszorg. Zorginstituut Nederland waakt erover dat die zorg goed én betaalbaar blijft.

Komt er bijvoorbeeld een nieuw medicijn op de markt, dan beoordelen wij of het vergoed moet worden uit het basispakket. We geven daarover advies aan de minister voor Medische Zorg.

Die beoordeling gaat zo:
Als een medicijn is goedgekeurd kan de fabrikant een aanvraag bij ons doen voor toelating tot het basispakket. Zodra we alle informatie en wetenschappelijke onderzoeken hebben ontvangen, gaan we aan de slag.
We beantwoorden vragen als:

  • Hoe ernstig is de ziekte?
  • Hoe goed werkt het medicijn?
  • Bij welke groep patiënten?
  • En, wat kost het ten opzichte van wat het oplevert voor de patiënt?

Als er al een medicijn voor de ziekte is, dan vergelijken we ze met elkaar.

Soms blijkt tijdens de beoordeling dat er onzekerheid is over hoe lang de ziekte wegblijft. Of dat het niet bij alle patiënten lijkt te werken. We adviseren dan over wie het medicijn moet krijgen.
Soms is het medicijn heel duur. Vergoeding hiervan kan dan ten koste gaan van zorg voor andere patiënten. We adviseren dan om over de prijs te onderhandelen.

Bij de beoordeling betrekken we patiëntenorganisaties, dokters en zorgverzekeraars. En we krijgen advies van twee onafhankelijke commissies:
de Wetenschappelijke Adviesraad en de Adviescommissie Pakket.

We wegen alle feiten en onzekerheden tegen elkaar af in ons advies. De minister besluit uiteindelijk of het medicijn vergoed wordt uit het basispakket.

Zo besteden we het geld voor de zorg, waar iedereen aan meebetaalt, aan goede medicijnen die het geld waard zijn.