GVS-advies dexamethason/levofloxacine oogdruppels (Ducressa®) voor gebruik na staaroperaties bij volwassenen

Zorginstituut Nederland heeft beoordeeld of dexamethason/levofloxacine (Ducressa®) opgenomen kan worden in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Dit medicijn kan worden gebruikt na staaroperaties bij volwassenen voor het voorkomen en behandelen van ontstekingen en het voorkomen van infecties. Wij adviseren de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om dexamethason/levofloxacine niet op te nemen op bijlage 1B van het GVS. De meerwaarde voor gebruik van het middel na een staaroperatie is niet aangetoond. Het middel staat ook niet meer in de behandelrichtlijn voor artsen. Ook adviseren we om vanaf juni 2023 een aanvullende voorwaarde op te nemen om dexamethason/tobramycine (Tobramycine®) niet langer te vergoeden voor het voorkomen van infecties na staaroperaties. De minister heeft het advies over dexamethason/tobramycine inmiddels overgenomen.

Update mei 2023: dexamethason/tobramycine (Tobramycine®) niet langer vergoed per 1 juni 2023

De minister van VWS heeft besloten om ons advies over dexamethason/ tobramycine (Tobramycine®) over te nemen. Dat betekent dat Tobramycine® per 1 juni 2023 niet langer wordt vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering voor het voorkomen van infecties na staaroperaties. 

Lees het vergoedingsbesluit van de minister in de Staatscourant.

Aandoening waarbij het middel kan worden toegepast

Bij staar is de ooglens troebel, waardoor de patiënt wazig ziet en kleuren minder helder ziet. Bij een staaroperatie wordt de troebele lens vervangen door een kunstlens. Na de operatie kan het oog ontstoken raken, hoewel dit zeldzaam is.

Ducressa oogdruppels is een oplossing die 1 mg dexamethason en 5 mg levofloxacine per ml bevat. De fabrikant heeft vergoeding gevraagd voor het voorkomen en behandelen van ontstekingen en het voorkomen van infecties na staaroperaties bij volwassenen.

Advies van het Zorginstituut

Het Zorginstituut adviseert de minister van VWS om dexamethason/levofloxacine niet op te nemen op bijlage 1B van het GVS. De meerwaarde voor gebruik van het middel na een staaroperatie is niet aangetoond. Het middel staat ook niet meer in de behandelrichtlijn voor artsen.

Daarnaast adviseert het Zorginstituut om vanaf juni 2023 dexamethason/tobramycine (Tobramycine®) niet langer te vergoeden voor het voorkomen van infecties na staaroperaties. De aanvullende bijlage 2-voorwaarde in het GVS voor dexamethason/tobramycine wordt dan:

  • Uitsluitend voor een verzekerde die dit geneesmiddel krijgt voorgeschreven voor een behandeling anders dan na een staaroperatie.

Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS)

Dexamethason/levofloxacine en dexamethason/tobramycine zijn extramurale  geneesmiddelen. Extramurale geneesmiddelen zijn medicijnen voor thuisgebruik die op recept van een arts verkrijgbaar zijn bij de apotheek. Ze worden alleen vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering als ze in het GVS staan.

Kijk voor meer uitleg over het GVS en de bijlagen 1A, 1B en 2 op de pagina ‘Vergoeding van extramurale geneesmiddelen (GVS)’.

Beoordeling Zorginstituut en besluit minister

De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) adviseert het Zorginstituut bij de beoordeling. Op basis van de beoordeling stuurt het Zorginstituut een advies aan de minister van VWS. De minister neemt de uiteindelijke beslissing om het medicijn wel of niet te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering.

Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe wij de beoordeling van geneesmiddelen aanpakken.

Iedereen in Nederland betaalt mee aan de gezondheidszorg. Zorginstituut Nederland waakt erover dat die zorg goed én betaalbaar blijft.

Komt er bijvoorbeeld een nieuw medicijn op de markt, dan beoordelen wij of het vergoed moet worden uit het basispakket. We geven daarover advies aan de minister voor Medische Zorg.

Die beoordeling gaat zo:
Als een medicijn is goedgekeurd kan de fabrikant een aanvraag bij ons doen voor toelating tot het basispakket. Zodra we alle informatie en wetenschappelijke onderzoeken hebben ontvangen, gaan we aan de slag.
We beantwoorden vragen als:

  • Hoe ernstig is de ziekte?
  • Hoe goed werkt het medicijn?
  • Bij welke groep patiënten?
  • En, wat kost het ten opzichte van wat het oplevert voor de patiënt?

Als er al een medicijn voor de ziekte is, dan vergelijken we ze met elkaar.

Soms blijkt tijdens de beoordeling dat er onzekerheid is over hoe lang de ziekte wegblijft. Of dat het niet bij alle patiënten lijkt te werken. We adviseren dan over wie het medicijn moet krijgen.
Soms is het medicijn heel duur. Vergoeding hiervan kan dan ten koste gaan van zorg voor andere patiënten. We adviseren dan om over de prijs te onderhandelen.

Bij de beoordeling betrekken we patiëntenorganisaties, dokters en zorgverzekeraars. En we krijgen advies van twee onafhankelijke commissies:
de Wetenschappelijke Adviesraad en de Adviescommissie Pakket.

We wegen alle feiten en onzekerheden tegen elkaar af in ons advies. De minister besluit uiteindelijk of het medicijn vergoed wordt uit het basispakket.

Zo besteden we het geld voor de zorg, waar iedereen aan meebetaalt, aan goede medicijnen die het geld waard zijn.