GVS-advies baloxavir marboxil (Xofluza®)

Zorginstituut Nederland heeft beoordeeld of baloxavir marboxil (Xofluza®) kan worden opgenomen in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Dit medicijn kan worden gebruikt voor de behandeling van bepaalde patiënten met influenza. Dit is de medische term voor griep. Het Zorginstituut adviseert de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om baloxavir marboxil niet op te nemen op bijlage 1B van het GVS. Het is niet aangetoond dat dit medicijn meerwaarde heeft bij de behandeling van griep bij patiënten vanaf 12 jaar die de griepprik kunnen krijgen.

Indicatie waarvoor vergoeding is aangevraagd

Baloxavir marboxil wordt gebruikt voor de behandeling van ongecompliceerde influenza en voor het voorkomen van influenza na blootstelling bij personen van 12 jaar en ouder. De vergoeding wordt aangevraagd voor de behandeling van ongecompliceerde influenza bij patiënten van 12 jaar en ouder die in aanmerking komen voor de jaarlijkse griepvaccinatie. Deze patiënten hebben bij een infectie met het influenzavirus een verhoogd risico op complicaties, zoals longontsteking, met mogelijk ziekenhuisopname of sterfte tot gevolg.

Toets onderlinge vervangbaarheid

Het is niet aangetoond dat baloxavir marboxil meerwaarde heeft bij de behandeling van griep bij patiënten vanaf 12 jaar die de griepprik kunnen krijgen. Hiervoor is het medicijn vergeleken met de gebruikelijke zorg, namelijk de inzet van paracetamol, antibiotica of oseltamivir.

Advies van het Zorginstituut

Het Zorginstituut adviseert om baloxavir marboxil niet op te nemen in het GVS. Bij de behandeling van ongecompliceerde influenza bij patiënten van 12 jaar en ouder die in aanmerking komen voor de jaarlijkse griepvaccinatie is geen duidelijke meerwaarde van dit middel aangetoond boven gebruikelijke zorg (paracetamol, antibiotica) of oseltamivir. Het middel is onvoldoende onderzocht op zijn werkzaamheid en effectiviteit bij personen die behoren tot een zeer hoge risicogroep. Zodra er nieuwe wetenschappelijke publicaties zijn met niet eerder door het Zorginstituut beoordeelde aanvullende onderzoeksgegevens zal het Zorginstituut overwegen opnieuw te beoordelen of dit medicijn kan worden opgenomen in het GVS.

Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS)

Baloxavir marboxil is een extramuraal geneesmiddel. Extramurale geneesmiddelen zijn medicijnen voor thuisgebruik, die op recept van een arts verkrijgbaar zijn bij de apotheek. Ze worden alleen vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering als ze in het GVS staan. De hoogte van de vergoeding hangt af van de lijst waarop ze staan. Onderling vervangbare geneesmiddelen worden geclusterd op bijlage 1A. Hiervoor kan een vergoedingslimiet gelden. Unieke geneesmiddelen komen op bijlage 1B. Hiervoor geldt geen vergoedingslimiet. Er kunnen ook nadere voorwaarden gelden voor vergoeding. Dan komt een medicijn ook op bijlage 2. De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) adviseert het Zorginstituut bij de beoordeling. Op basis van de beoordeling stuurt het Zorginstituut een advies aan de minister van VWS. De minister neemt de uiteindelijke beslissing om het medicijn wel of niet te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering.

Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe wij de beoordeling van geneesmiddelen aanpakken.

Iedereen in Nederland betaalt mee aan de gezondheidszorg. Zorginstituut Nederland waakt erover dat die zorg goed én betaalbaar blijft.

Komt er bijvoorbeeld een nieuw medicijn op de markt, dan beoordelen wij of het vergoed moet worden uit het basispakket. We geven daarover advies aan de minister voor Medische Zorg.

Die beoordeling gaat zo:
Als een medicijn is goedgekeurd kan de fabrikant een aanvraag bij ons doen voor toelating tot het basispakket. Zodra we alle informatie en wetenschappelijke onderzoeken hebben ontvangen, gaan we aan de slag.
We beantwoorden vragen als:

  • Hoe ernstig is de ziekte?
  • Hoe goed werkt het medicijn?
  • Bij welke groep patiënten?
  • En, wat kost het ten opzichte van wat het oplevert voor de patiënt?

Als er al een medicijn voor de ziekte is, dan vergelijken we ze met elkaar.

Soms blijkt tijdens de beoordeling dat er onzekerheid is over hoe lang de ziekte wegblijft. Of dat het niet bij alle patiënten lijkt te werken. We adviseren dan over wie het medicijn moet krijgen.
Soms is het medicijn heel duur. Vergoeding hiervan kan dan ten koste gaan van zorg voor andere patiënten. We adviseren dan om over de prijs te onderhandelen.

Bij de beoordeling betrekken we patiëntenorganisaties, dokters en zorgverzekeraars. En we krijgen advies van twee onafhankelijke commissies:
de Wetenschappelijke Adviesraad en de Adviescommissie Pakket.

We wegen alle feiten en onzekerheden tegen elkaar af in ons advies. De minister besluit uiteindelijk of het medicijn vergoed wordt uit het basispakket.

Zo besteden we het geld voor de zorg, waar iedereen aan meebetaalt, aan goede medicijnen die het geld waard zijn.