Pakketadvies sluisgeneesmiddel tafasitamab (Minjuvi®) voor de behandeling van lymfeklierkanker

Zorginstituut Nederland heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) geadviseerd om het medicijn tafasitamab (Minjuvi®) alleen na succesvolle prijsonderhandelingen te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering. Tafasitamab wordt gebruikt bij de behandeling van bepaalde patiënten met een agressieve vorm van lymfeklierkanker. De aanleiding voor dit advies was de plaatsing van het middel in de ‘sluis voor dure geneesmiddelen’. De onderhandelingen met de leverancier zijn niet geslaagd. De minister heeft daarom besloten Minjuvi niet op te nemen in het basispakket. 

Update juli 2023: tafasitamab (Minjuvi®) wordt niet vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering

Het geneesmiddel tafasitamab (Minjuvi®) wordt niet vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering. De onderhandelingen met de leverancier zijn niet geslaagd. De minister heeft daarom besloten het middel niet op te nemen voor gebruik bij mensen met recidiverend refractair diffuus grootcellig B-cellymfoom (R/R DLBCL). Het Zorginstituut heeft geconcludeerd dat Minjuvi in combinatie met lenalidomide gelijke waarde heeft aan Polivy® (Polatuzumab vedotine) met bendamustine-rituximab. Dit middel wordt wel vergoed vanuit het basispakket.

Lees de kamerbrief op de website van de Rijksoverheid.

Aandoening waarvoor vergoeding is aangevraagd

De vergoeding is aangevraagd voor de behandeling van mensen met een agressieve vorm van lymfeklierkanker. Voluit heeft deze vorm recidiverend refractair diffuus grootcellig B-cellymfoom (R/R DLBCL). Dit is een vorm van lymfeklierkanker en behoort tot de groep van non-Hodgkinlymfomen. Recidief betekent dat de kanker is teruggekomen, na eerst gedeeltelijk of geheel te zijn verdwenen. Refractair betekent dat de tumor niet op een eerdere behandeling heeft gereageerd.

Tafasitamab kan worden toegepast in combinatie met lenalidomide, gevolgd door alleen tafasitamab. Dit heet monotherapie. Het gaat om patiënten die niet in aanmerking komen voor autologe stamceltransplantatie. Bij een autologe stamceltransplantatie krijgt de patiënt stamcellen uit het eigen bloed of beenmerg.

Advies van het Zorginstituut

Het Zorginstituut concludeert dat tafasitamab (Minjuvi®) bij de behandeling van de genoemde vorm van lymfeklierkanker voldoet aan de 'stand van de wetenschap en praktijk'. Dat betekent dat de behandeling effectief is. Maar het Zorginstituut oordeelt ook dat de vraagprijs voor het middel te hoog is. De prijs mag niet hoger zijn dan die van de bestaande behandeling met Polivy®. Wij adviseren de minister om tafasitamab (Minjuvi®) voor de genoemde aandoening na prijsonderhandelingen te vergoeden uit het basispakket.

Sluis voor dure geneesmiddelen

De minister heeft tafasitamab (Minjuvi®) voor deze indicatie in de 'sluis voor dure geneesmiddelen' geplaatst. Een medicijn in deze sluis komt pas voor vergoeding uit het basispakket in aanmerking als:

  • er een positief pakketadvies van het Zorginstituut is;
  • er afspraken en waarborgen zijn voor gepast gebruik;
  • er succesvol met de fabrikant over prijsverlaging is onderhandeld.

Kijk voor meer uitleg op de pagina ‘Sluis voor dure geneesmiddelen’.

De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) adviseert het Zorginstituut bij het uitbrengen van een pakketadvies. De minister van VWS beslist uiteindelijk of het middel wel of niet kan worden vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering.

Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe wij de beoordeling van geneesmiddelen aanpakken.

Iedereen in Nederland betaalt mee aan de gezondheidszorg. Zorginstituut Nederland waakt erover dat die zorg goed én betaalbaar blijft.

Komt er bijvoorbeeld een nieuw medicijn op de markt, dan beoordelen wij of het vergoed moet worden uit het basispakket. We geven daarover advies aan de minister voor Medische Zorg.

Die beoordeling gaat zo:
Als een medicijn is goedgekeurd kan de fabrikant een aanvraag bij ons doen voor toelating tot het basispakket. Zodra we alle informatie en wetenschappelijke onderzoeken hebben ontvangen, gaan we aan de slag.
We beantwoorden vragen als:

  • Hoe ernstig is de ziekte?
  • Hoe goed werkt het medicijn?
  • Bij welke groep patiënten?
  • En, wat kost het ten opzichte van wat het oplevert voor de patiënt?

Als er al een medicijn voor de ziekte is, dan vergelijken we ze met elkaar.

Soms blijkt tijdens de beoordeling dat er onzekerheid is over hoe lang de ziekte wegblijft. Of dat het niet bij alle patiënten lijkt te werken. We adviseren dan over wie het medicijn moet krijgen.
Soms is het medicijn heel duur. Vergoeding hiervan kan dan ten koste gaan van zorg voor andere patiënten. We adviseren dan om over de prijs te onderhandelen.

Bij de beoordeling betrekken we patiëntenorganisaties, dokters en zorgverzekeraars. En we krijgen advies van twee onafhankelijke commissies:
de Wetenschappelijke Adviesraad en de Adviescommissie Pakket.

We wegen alle feiten en onzekerheden tegen elkaar af in ons advies. De minister besluit uiteindelijk of het medicijn vergoed wordt uit het basispakket.

Zo besteden we het geld voor de zorg, waar iedereen aan meebetaalt, aan goede medicijnen die het geld waard zijn.