Zorg aan transgender personen behoort grotendeels tot het terrein van de Zvw en deels tot het terrein van de Wlz en de Wmo

Het CVZ (nu Zorginstituut Nederland) heeft in 2007 een overzicht opgesteld van de zorg die nodig kan zijn bij genderincongruentie of genderdysforie. Genderincongruentie is een duidelijke en aanhoudende ongelijkheid tussen het ervaren gender van een persoon en de bij de geboorte toegewezen sekse. Genderdysforie is het gevoel dat het geboortegeslacht niet past bij het gender dat iemand ervaart en wil uiten en daar klinisch significant onder lijdt. Het toetsingskader beschrijft of en onder welke voorwaarden die zorg tot het basispakket van de zorgverzekering behoort. Er bleek behoefte te bestaan aan meer duidelijkheid over een aantal onderwerpen. In dit rapport geven we die duidelijkheid door een standpunt te formuleren over 5 onderwerpen.

Het (internationale) beleid voor (de zorg voor) transgender personen is in ontwikkeling. Genderdysforie (het gevoel dat het geboortegeslacht niet past bij het gender dat iemand ervaart en wil uiten) wordt sinds 2018 niet meer behandeld als een psychische aandoening. En de term ‘transseksueel’ is geen goede aanduiding meer voor transgender personen. Het Zorginstituut heeft daarom deze webpagina bijgewerkt. In de samenvatting is de terminologie over transgenderzorg aangepast en de inhoud van de webpagina is geactualiseerd. Deze veranderingen hebben geen gevolgen voor de vergoedingen uit het basispakket. In het toetsingskader zelf, dat stamt uit 2007, worden nog wel de gedateerde termen gebruikt.

Passabiliteitsprobleem

Er is sprake van een passabiliteitsprobleem als een transgender persoon niet als het ervaren gender wordt herkend. Hierdoor kunnen andere mensen in het voorbijgaan een schrikreactie vertonen of vreemd of niet respectvol reageren.

Aangezichtschirurgie

Aangezichtschirurgie (chirurgische correcties van de kaak) bij trans vrouwen zit in het basispakket, als sprake is van een passabiliteitsprobleem.

Verkleining adamsappel

Verkleining (reductie) van de adamsappel bij trans vrouwen wordt vergoed uit het basispakket, als sprake is van een passabiliteitsprobleem door een prominent aanwezige adamsappel. Dit is in de regel het geval als de adamsappel meer dan 5 millimeter uitsteekt ten opzichte van de hals. Met foto’s van de voorkant en zijkant van het gezicht kan worden bepaald hoever de adamsappel uitsteekt.

Foniatrie, logopedie en stemverhogende operatie

Foniatrie is het maken en beoordelen van het stemprofiel van de transgender persoon. Logopedie helpt transgender personen om hun stemhoogte en stemklank in overeenstemming te brengen met het ervaren gender. Foniatrie en logopedie zitten in het basispakket. Een stemverhogende operatie bij trans vrouwen wordt vergoed uit de basisverzekering, als de spreektoonhoogte afwijkt van die van vrouwen in het algemeen. Als richtlijn wordt aangehouden dat dit het geval is bij een spreektoonhoogte lager dan 160 Hz.

Regelgeving voor psychische zorg en psychosociale hulp

In dit rapport licht het CVZ ook toe welke regelgeving geldt voor psychische zorg en psychosociale hulp aan transgender personen. Psychische zorg valt onder de Zorgverzekeringswet (Zvw) of de AWBZ (nu: Wet langdurige zorg (Wlz)). Psychosociale hulp valt onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

Update 2021

In het CVZ-toetsingskader uit 2007 staat een paragraaf over de definitie van transseksualiteit. Het toetsingskader sloot hierin aan bij de internationale definities van transseksualiteit die in 2007 golden. Dat waren de definities uit de International Classification of Diseases (ICD) 10 en de Diagnostic & Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) 5. In de tijd waarin dit toetsingskader is opgesteld, werd transseksualiteit gezien als een psychische aandoening. Inmiddels zijn daar nieuwe opvattingen over. Ook de terminologie is veranderd: ‘transseksualiteit’ is een verouderd begrip. In ICD 11 wordt nu de term ‘genderincongruentie’ gebruikt. Genderincongruentie is een duidelijke en aanhoudende ongelijkheid tussen het ervaren gender van een persoon en de bij de geboorte toegewezen sekse. Genderincongruentie is op zichzelf geen psychische stoornis. De DSM-5 spreekt wel van genderdysforie: het gevoel dat het geboortegeslacht niet past bij het gender dat iemand ervaart en wil uiten. Het bepalende element van genderdysforie is dat de betrokkene klinisch significant onder genderincongruentie lijdt.

De nieuwe opvattingen en begrippen uit de ICD 11 en de DSM-5 hebben geen gevolgen voor de vergoeding uit de basisverzekering bij genderincongruentie en genderdysforie.

Het Zorginstituut sluit zich aan bij de nieuwe opvattingen en begrippen (genderincongruentie en genderdysforie). Het Zorginstituut ziet genderincongruentie dus niet als psychische aandoening, maar als somatische (lichamelijke) aandoening. Als sprake is van een somatische zorgvraag (inclusief de psychologische zorg en ondersteuning die daarbij horen), is de arts niet verplicht om de DSM-5 te gebruiken. Dat betekent dat een diagnose niet verplicht op grond van de DSM-5 moet worden gesteld, om te bepalen of somatische zorg voor transgender personen onder de basisverzekering valt. Ook bij het declareren van diagnosebehandelcombinaties (DBC’s) voor medisch-specialistische zorg is het registreren van een DSM-code niet verplicht. De diagnose kan daarom ook worden gesteld op basis van ICD 11.

Advies vergoeding aangezichtscorrectie en aanpassing beoordelingskader

Naar aanleiding van een geschil tussen een verzekerde en een zorgverzekeraar heeft het Zorginstituut in juni 2021 een advies uitgebracht over het wel of niet vergoeden uit de basisverzekering van een aangezichtscorrectie bij een transgender persoon:

Advies Zorginstituut Nederland verstrekking aangezichtscorrectie 22 juni 2021

Het Zorginstituut oordeelt in dit geval dat het geen vergoede zorg is. Het advies beschrijft ook hoe partijen het zogeheten passabiliteitsprobleem kunnen vaststellen in afwachting van een aangepast beoordelingskader.