Vergoeding KID (kunstmatige inseminatie met donorzaad) vanuit de Zorgverzekeringswet

Als algemeen uitgangspunt in de Zorgverzekeringswet (Zvw) geldt dat alleen medische behandelingen voor vergoeding vanuit het basispakket in aanmerking komen die worden verricht bij mensen die daarvoor een eigen medische indicatie hebben.

KID alleen bij medische indicatie

Ook bij lesbische en alleengaande vrouwen kan vanzelfsprekend sprake zijn van een medische indicatie, op grond waarvan zij recht hebben op vergoeding van een vruchtbaarheidsbehandeling.

Bij KID vindt kunstmatige inseminatie van de vrouw plaats met donorsemen (van een spermadonor), omdat de man onvoldoende kwaliteit zaad heeft.
Het ontbreken van een mannelijke partner (bij alleengaande of lesbische vrouwen) is echter geen medische indicatie. Dat wil zeggen dat KID dan niet kan worden vergoed uit het basispakket.

Het mogelijk maken van vergoeding van behandelingen waarvoor een medische indicatie ontbreekt, impliceert een fundamentele aanpassing van de Zorgverzekeringswet die vergaande consequenties heeft. De minister voor Medische zorg en sport heeft aangegeven niet van plan te zijn de Zorgverzekeringswet hierop aan te passen.

Bron: Antwoord op Kamervragen van Minister Bruins over vergoeding KID, 25 februari 2019

'Tijdelijke overgangsregeling’ KID

Minister Bruins heeft op 13 maart 2019 een ‘tijdelijke overgangsregeling’ gepresenteerd voor kunstmatige inseminatie met donorzaad (KID). Dit houdt in dat zorgverzekeraars dit jaar kunstmatige inseminatie met behulp van een donor tijdelijk blijven vergoeden, voor de situaties waarbij een medische indicatie ontbreekt. De overgangsregeling geldt niet alleen voor lesbische paren en alleengaande vrouwen die nu al in een KID-traject zitten, maar ook voor vrouwen die later dit jaar met de behandeling starten. Bruins heeft hierover afspraken gemaakt met de zorgverzekeraars.