GVS-advies actualisatie bijlage 2 voorwaarden

De minister van VWS kan nadere voorwaarden stellen aan de vergoeding van geneesmiddelen door een medicijn te plaatsen op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Doel is het bevorderen van een doelmatig inzet van deze middelen. Maar zorgverzekeraars en apothekers ervaren veel administratieve lasten bij de uitvoering van de bijlage 2 voorwaarden. Daarom heeft Zorgverzekeraars Nederland (ZN) aan het Zorginstituut gevraagd om een advies uit te brengen aan de minister om de bijlage 2 voorwaarden te actualiseren. Dit adviesrapport bevat de achtergrondinformatie van de voorstellen en de adviezen van het Zorginstituut.

Volgens ZN kunnen de voorwaarden voor een aantal geneesmiddelen vervallen en kan een aantal worden aangepast. Tot slot heeft ZN nog een voorstel om een paar geneesmiddelen te laten opnemen op bijlage 2. Het verzoek van ZN wordt onderschreven door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP). De voorstellen van ZN en KNMP zijn door het Zorginstituut inhoudelijk beoordeeld. Zowel ZN als de KNMP hebben aangegeven zich te kunnen vinden in de adviezen die in het rapport zijn beschreven.

Het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS)

Een geneesmiddel komt voor vergoeding uit het basispakket in aanmerking zodra het is opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Het GVS is een onderdeel van de Regeling zorgverzekering. Het GVS bevat lijsten met geneesmiddelen die vergoed worden uit het basispakket, oftewel die een te verzekeren prestatie zijn in het kader van de Zorgverzekeringswet (Zvw). De middelen die zijn opgenomen in het GVS zijn geclusterd op bijlage 1A van de Regeling zorgverzekering (onderling vervangbare middelen) of staan apart op bijlage 1B (unieke geneesmiddelen). Er kunnen ook nadere voorwaarden aan de vergoeding worden gesteld. In dat geval wordt een middel ook op bijlage 2 geplaatst.

Bijlage 1A

Op bijlage 1A staat de lijst met groepen van onderling vervangbare geneesmiddelen.

Geneesmiddelen worden als onderling vervangbaar aangemerkt als zij:

  • bij een gelijksoortig indicatiegebied kunnen worden toegepast;
  • via een gelijke toedieningsweg worden toegediend; én
  • in het algemeen voor dezelfde leeftijdscategorie zijn bestemd.

De geneesmiddelen op deze lijst hebben een vergoedingslimiet. Als de prijs van het geneesmiddel dus boven deze limiet ligt, dan moet de verzekerde bijbetalen.

Bijlage 1B

Op bijlage 1B staat de lijst met geneesmiddelen in het GVS die niet onderling vervangbaar zijn. De geneesmiddelen op deze lijst hebben geen vergoedingslimiet.

Bijlage 2

Middelen op de lijsten 1A en 1B kunnen daarnaast op bijlage 2 zijn geplaatst. Dit houdt in dat er extra voorwaarden aan de vergoeding zijn gesteld. Bijvoorbeeld als bij de geregistreerde indicatie niet de gehele patiëntengroep, maar slechts een deel van patiënten voor vergoeding van een middel in aanmerking komt.