GVS-advies GLP-1ra bij diabetes uitbreiding bijlage 2 voorwaarde door verlaging BMI-afkapwaarde

Het Zorginstituut heeft op verzoek van de minister voor Medische Zorg getoetst of de bijlage 2 voorwaarden van de glucagon-like peptide 1 receptor agonisten (GLP-1ra) uitgebreid kunnen worden. De aanvraag voor uitbreiding komt vanuit de Rondetafel Diabeteszorg en betreft een verlaging van de BMI-afkapwaarde van 35 kg/m2 naar 30 kg/m2. Nieuw onderzoek en de daarop gewijzigde behandelrichtlijnen voor diabetes mellitus type 2 in de 1e en 2e lijn door het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en de Nederlandse Internisten Vereniging (NIV) vormt de aanleiding en onderbouwing voor het nieuwe advies.
Het Zorginstituut adviseert de minister om de bijlage 2 voorwaarden aan te passen naar een afkapwaarde van 30 kg/m2.

Huidige situatie

GLP-1ra zijn geregistreerd voor de regulering van bloedglucose bij volwassenen met diabetes mellitus type 2 in combinatie met orale bloedglucoseverlagende geneesmiddelen en/of basale insuline, indien deze samen met dieet en lichaamsbeweging geen adequate glykemische controle geven. Er zijn momenteel 6 GLP-1ra geregistreerd in Nederland, namelijk:

  • dulaglutide (Trulicity®)
  • exenatide (Byetta® en Bydureon®)
  • liraglutide (Victoza®)
  • lixisenatide (Lyxumia®)
  • semaglutide (Ozempic®)

Deze GLP-1ra zijn op basis van eerdere beoordelingen van Zorginstituut Nederland geclusterd op bijlage 1A (cluster 0A10BXAP V) van het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) inclusief nadere bijlage 2 voorwaarden.

Advies Zorginstituut Nederland

GLP-1ra zijn al opgenomen op bijlage 1A van het GVS (cluster 0A10BXAP V). Wij adviseren om de bijlage 2 voorwaarden voor GLP-1ra uit te breiden door de BMI-afkapwaarde in de 1e voorwaarde te verlagen van 35 kg/m2 naar 30 kg/m2.

Nieuwe bijlage 2 voorwaarden GLP-1ra

1. uitsluitend voor een verzekerde met diabetes mellitus type 2 en een BMI ≥30 kg/m², bij wie de bloedglucosewaarden onvoldoende kunnen worden gereguleerd met de combinatie van metformine en een sulfonylureumderivaat in de maximaal verdraagbare doseringen en die geen insuline gebruikt;

2. als toevoeging aan metformine en basaal-insuline (NPH-insuline/langwerkend insuline analoog) bij een verzekerde met diabetes mellitus type 2 en een BMI ≥30 kg/m2 bij wie de bloedglucosewaarden onvoldoende zijn gereguleerd na ≥3 maanden behandeling met optimaal getitreerd basaal insuline in combinatie met metformine (al dan niet met een sulfonylureumderivaat) in een maximaal verdraagbare dosering.

Het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS)

Een geneesmiddel komt voor vergoeding uit het basispakket in aanmerking zodra het is opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Het GVS is een onderdeel van de Regeling zorgverzekering. Het GVS bevat lijsten met geneesmiddelen die vergoed worden uit het basispakket, oftewel die een te verzekeren prestatie zijn in het kader van de Zorgverzekeringswet (Zvw). De middelen die zijn opgenomen in het GVS zijn geclusterd op bijlage 1A van de Regeling zorgverzekering (onderling vervangbare middelen) of staan apart op bijlage 1B (unieke geneesmiddelen).

Bijlage 1A

Op bijlage 1A staat de lijst met groepen van onderling vervangbare geneesmiddelen.

Geneesmiddelen worden als onderling vervangbaar aangemerkt als zij:

  • bij een gelijksoortig indicatiegebied kunnen worden toegepast,
  • via een gelijke toedieningsweg worden toegediend, én
  • in het algemeen voor dezelfde leeftijdscategorie zijn bestemd.

De geneesmiddelen op deze lijst hebben een vergoedingslimiet. Als de prijs van het geneesmiddel dus boven deze limiet ligt dan moet de verzekerde bijbetalen.

Bijlage 2

Middelen op de lijsten 1A en 1B kunnen daarnaast op bijlage 2 zijn geplaatst. Dit houdt in dat er extra voorwaarden aan de vergoeding zijn gesteld. Bijvoorbeeld als bij de geregistreerde indicatie niet de gehele patiëntengroep, maar slechts een deel van patiënten voor vergoeding van een middel in aanmerking komt.