Rapport - Klimaatvriendelijker voorschrijven en gebruik van inhalatiemedicatie

Zorginstituut Nederland heeft het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) onderzoek laten doen naar het klimaatvriendelijker voorschrijven en gebruik van inhalatiemedicatie. Welke factoren zijn hierop van invloed? En welke strategieën kunnen klimaatvriendelijk voorschrijven en gebruik bevorderen? Het Zorginstituut vindt het belangrijk dat zorg een zo laag mogelijke milieu-impact heeft. Het LUMC heeft onderzocht wat de overwegingen zijn van patiënten, zorgverleners en zorgverzekeraars.

Aanleiding: inhalatiemedicatie voor astma en COPD kan klimaatvriendelijker

Klimaatverandering heeft aanzienlijke gevolgen voor de gezondheid, in het bijzonder bij mensen met astma en COPD. Maar ironisch genoeg draagt behandeling met sommige inhalatiemedicatie juist bij aan klimaatverandering. Vooral het gebruik van dosis-aerosolen door patiënten met astma en COPD. In Nederland gebruikt meer dan de helft van deze patiënten een dosis-aerosol. 70% van hen zou veilig kunnen starten met of overstappen naar een klimaatvriendelijkere inhalator, die net zo goed werkt. Daarom heeft het LUMC onderzocht welke factoren van invloed zijn bij het voorschrijven van medicijnen. En welke strategieën klimaatvriendelijk voorschrijven en gebruik kunnen bevorderen.

Dit onderzoek is een vervolg op eerder onderzoek naar de milieu-impact van inhalatiemedicatie in Nederland. Dit werd gedaan door het Zorginstituut samen met experts uit de longzorg.

Lees meer over het eerdere onderzoek in BMJ (Engelstalig artikel).

Resultaten: veel factoren van invloed op voorschrijfgedrag en gebruik

Het onderzoek laat de volgende resultaten zien:

  • Kennis en bewustzijn over klimaatvriendelijk voorschrijven en gebruiken zijn wisselend. Bij patiënten en zorgverzekeraars lager dan bij zorgverleners.
  • Zorgverleners met voldoende kennis waren vaker bereid om klimaatvriendelijker voor te schrijven.
  • Klimaatimpact weegt nog weinig mee bij het kiezen van een inhalator. Er wordt meer gelet op effectiviteit, gebruiksgemak en bijwerkingen.
  • Zorgverzekeraars nemen klimaatimpact niet mee bij het opstellen van preferentiebeleid. Dat betekent dat zij voorkeur geven aan een bepaald medicijn.
  • Zorgverleners zijn overwegend bereid om klimaatvriendelijker voor te schrijven.
  • Patiënten zijn wisselend bereid een klimaatvriendelijker inhalator om te gebruiken.

Verder blijken veel factoren van invloed te zijn om over te gaan tot klimaatvriendelijker voorschrijven.

  • Bij zorgverleners: rol-identiteit, verantwoordelijkheidsgevoel, kennisniveau, patiëntkenmerken, en verwachte patiëntuitkomsten.
  • Bij patiënten: verantwoordelijkheidsgevoel, bewustzijnsniveau, patiëntkenmerken zoals recente prednisonkuren en leeftijd.
  • Bij zorgverzekeraars: rol-identiteit, tegenstrijdige informatie vanuit fabrikanten en verwachte negatieve reacties zorgverleners en patiënten.

Er is behoefte aan strategieën gericht op:

  1. het vergroten van bewustzijn en kennis van klimaatimpact en klimaatvriendelijker voorschrijven; en
  2. betrouwbare, op wetenschappelijke feiten gebaseerde informatie voor zorgverleners en patiënten.

Aanbevelingen van het LUMC voor vervolgstappen

Het onderzoek laat zien dat zorgverleners bereid zijn om klimaatvriendelijker voor te schrijven. Maar zij doen dit nog niet zo vaak. Patiënten zijn wisselend bereid om een klimaatvriendelijker inhalator te gaan gebruiken. Daarom is het belangrijk om kennis en bewustzijn te verbeteren. Ook moeten er regionale en nationale afspraken komen over klimaatvriendelijk voorschrijven en stimuleren van gebruik. Het gaat om afspraken tussen alle partijen in de keten die betrokken zijn bij longzorg.

Het LUMC beveelt aan om het klimaatvriendelijk voorschrijven en gebruiken stapsgewijs in te voeren. Eerst bij zorgverleners in de eerste lijn, zoals huisartsen, aan patiënten jonger dan 65 jaar, met maximaal 1 prednisonkuur in het afgelopen jaar, en die een eerste voorschrift inhalatiemedicatie ontvangen. Zorgverleners en patiënten moet hierbij altijd vrij blijven om keuzes te maken die leiden tot de beste gezondheidsuitkomsten voor de patiënt.