ACP-advies over de ‘Monitor weesgeneesmiddelen in de praktijk 2020’

De commissie heeft in haar vergadering van 23 oktober 2020 gesproken over de belangrijkste bevindingen van de ‘Monitor weesgeneesmiddelen in de praktijk 2020’. De Vereniging van Innovatieve Geneesmiddelen heeft gebruikgemaakt van de gelegenheid om in te spreken

Bijgaand document bevat een weergave van de discussie tijdens de vergadering en het advies van de ACP aan de Raad van Bestuur van het Zorginstituut.

Advies ACP aan het Zorginstituut

De commissie sluit zich aan bij de conclusies van het Zorginstituut over de monitor. Eén van de conclusies is dat er weinig generieken of biosimilars voor weesgeneesmiddelen op de markt komen. Het patentrecht en de periode van marktexclusiviteit zijn ontworpen om fabrikanten de gelegenheid te geven om hun gemaakte kosten terug te verdienen, waarna de prijzen zouden kunnen dalen. De commissie concludeert dat dit bij een groot deel van de weesgeneesmiddelen niet gebeurt en dat prijzen dus onnodig lang hoog blijven.

De commissie pleit ervoor dat bij prijsafspraken zowel door de minister als door zorgverzekeraars rekening wordt gehouden met een prijsdaling op het moment van aflopen van de periode van marktexclusiviteit, ongeacht of er een generiek middel op de markt komt.

Ook herhaalt de commissie adviezen die zij bij eerdere edities van de monitor heeft gegeven, namelijk:

  • het is van belang dat er financiële middelen beschikbaar komen om de langetermijneffecten en het gepast gebruik van weesgeneesmiddelen in de praktijk te kunnen monitoren;
  • het is van belang de vrijblijvendheid van de uitvoering van de weesgeneesmiddelen-arrangementen in te perken.

Voor de komende monitors geeft de commissie aan dat er behoefte is aan meer inzicht in de rol van expertisecentra in de toepassing van generieken in de praktijk en in de weesgeneesmiddelen die er op de langere termijn (over meer dan 2 jaar) aankomen.

Tot slot benadrukt de commissie nogmaals het belang van monitoren in de praktijk, zeker bij middelen waarover veel onzekerheid bestaat op moment van toelating.