Betere diabeteszorg door vereenvoudiging aanspraak hulpmiddelen

De zorg voor mensen met diabetes kan verder verbeteren door de vergoeding van hulpmiddelen volledig via de hulpmiddelenzorg te laten lopen. Dit adviseert Zorginstituut Nederland aan minister Bruins voor medische zorg en sport. Het Zorginstituut stelt dat de zorg voor de individuele patiënt erbij is gebaat wanneer alle diabeteshulpmiddelen via de hulpmiddelenzorg worden verstrekt en vergoed. Het vergoedingensysteem wordt inzichtelijker en dat vergroot de toegankelijkheid van de zorg: individuele patiënten krijgen het hulpmiddel dat voor hen het meest geschikt is.

De fotot toont een hulpmiddel voor diabetespatiënten om hun bloedwaarden te meten
Beeld: ©Hollandse Hoogte

Zorg voor individuele patiënt verbetert

Het ministerie van VWS heeft het Zorginstituut gevraagd te adviseren hoe de aanspraak op diabeteshulpmiddelen kan worden vereenvoudigd om ‘de kwaliteit, doelmatigheid en uitvoerbaarheid van de zorg voor de diabetespatiënt beter te kunnen waarborgen’. Een aantal hulpmiddelen bij diabetes wordt nu nog betaald uit het budget van ziekenhuizen, die daar geld voor krijgen van de zorgverzekeraars. Wanneer de minister het advies van het Zorginstituut overneemt, kan een wetswijziging die de bekostiging en vergoeding van alle diabeteshulpmiddelen via de hulpmiddelenzorg regelt, waarschijnlijk al op 1 januari 2021 ingaan. Hulpmiddelen die gebruikt worden voor het reguleren van diabetes, en die dan niet langer onder de medisch-specialistische zorg zullen vallen, zijn insulinepompen en (uitsluitend bij gebruik door diabetespatiënten) de rt-CGM (Real Time Continue Glucose Monitoring) en ketonen teststrips. Deze  hul2pmiddelen worden ook bij andere aandoeningen voorgeschreven en daarvoor blijft de wijze van aanspraak ongewijzigd.

Samenwerking met patiënten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars

In nauwe samenwerking met zorgaanbieders, patiëntenverenigingen en zorgverzekeraars, heeft het Zorginstituut vanaf najaar 2019 de bestaande hulpmiddelenzorg voor mensen met diabetes onder de loep genomen. Belangrijke aanleiding zijn aanwijzingen van patiëntenverenigingen en zorgaanbieders, dat de huidige verstrekking van diabeteshulpmiddelen via de hulpmiddelenzorg en de medisch-specialistische zorg in de praktijk tot onduidelijkheid leidt en problemen oplevert.

Eén aanspraak lost meerdere problemen op

In de huidige situatie wordt binnen ziekenhuizen het beschikbare budget over meerdere afdelingen verdeeld, waardoor dit niet altijd toereikend blijkt. Dit komt de zorg voor diabetespatiënten niet ten goede. Ook ziet het Zorginstituut problemen ontstaan, wanneer iemand een combinatie van hulpmiddelen nodig heeft, waarvan het een via de medisch-specialistische zorg wordt vergoed en het ander via de hulpmiddelenzorg. Door de verstrekking en bekostiging van hulpmiddelen voor diabetes via één loket te regelen, is de verwachting dat dit soort problemen straks niet meer voorkomt.

Wijziging aanspraak tegelijk met invoering kwaliteitscriteria

Patiëntenverenigingen, zorgaanbieders en zorgverzekeraars werken momenteel ook aan het verbeteren en uitbreiden van kwaliteitscriteria voor de diabeteshulpmiddelenzorg. Het Zorginstituut adviseert de voorgestelde aanpassing van de aanspraak diabeteshulpmiddelen hieraan te koppelen. De kwaliteitscriteria moeten (beter) waarborgen dat individuele diabetespatiënten de juiste hulpmiddelen krijgen voorgeschreven en daarmee de best passende zorg in hun situatie. Volgens planning moeten deze criteria dit jaar definitief zijn vastgesteld.

Verbetering hulpmiddelenzorg kan budgetneutraal

Overheveling naar de hulpmiddelenzorg van de hulpmiddelen voor diabetespatiënten die nu onder de medisch-specialistische zorg vallen kan budgetneutraal plaatsvinden. Het Zorginstituut schat dat de nu beschikbare gelden voor de hulpmiddelenzorg met € 15,8 miljoen tot maximaal € 20 miljoen moeten worden verhoogd.

Over Zorginstituut Nederland

Zorginstituut Nederland zet zich ervoor in dat alle 17 miljoen Nederlanders toegang hebben tot kwalitatief goede en betaalbare zorg. De zorg voor een goed samengesteld basispakket staat voorop, zodat de solidariteit en daarmee de bereidheid om voor elkaar te betalen, niet in gevaar komt. Uitgangspunt is altijd dat iedereen van goede zorg verzekerd moet zijn. Niet meer dan nodig en niet minder dan noodzakelijk.