Cliëntenraad, medezeggenschap en inspraak (Wlz)

De regels over cliëntenraden en inspraak staan in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (Wmcz 2018). Het doel is om cliënten van zorginstellingen medezeggenschap te geven bij besluiten die cliënten kunnen raken. Een individuele cliënt heeft inspraak. Een cliëntenraad vertegenwoordigt alle cliënten in een zorginstelling.

De Wmcz 2018 beschrijft:

Inspraak

Een Wlz-instelling moet zijn bewoners en hun vertegenwoordigers in de gelegenheid stellen om mee te praten over zaken die direct van invloed zijn op het dagelijks leven. Elke individuele bewoner moet zijn of haar mening kunnen geven. Instellingen kunnen dit op verschillende manieren organiseren.

Inspraak staat beschreven in artikel 2 van de Wmcz 2018.

Medezeggenschap

De Wmcz 2018 maakt onderscheid tussen (ongevraagd) advies en instemming van de cliëntenraad. De onderwerpen waarover de instelling de cliëntenraad altijd om advies moet vragen, staan in artikel 7 van de Wmcz 2018. Het gaat hierbij om besluiten over onder meer:

  • een fusie of samenwerking met andere instellingen;
  • een verhuizing of verbouwing;
  • het vaststellen van de begroting.

Ook over de te leveren zorg en diensten moet de instelling met de cliëntenraad overleggen. De onderwerpen waarbij de instelling de instemming van de cliëntenraad nodig heeft voor een besluit staan in artikel 8 van de Wmcz 2018. Het gaat in ieder geval om:

  • kwaliteit van zorg;
  • veiligheid en hygiëne;
  • voedingsaangelegenheden;
  • geestelijke verzorging;
  • recreatiemogelijkheden;
  • ontspanningsactiviteiten en maatschappelijke bijstand.

De cliëntenraad moet alle informatie krijgen die nodig is om advies of instemming te kunnen geven. Ook moet de instelling het advies tijdig aanvragen, zodat het ook echt van invloed kan zijn op het besluit.

De cliëntenraad mag verder ook ongevraagd advies geven over onderwerpen die voor de cliënten van belang zijn.

Belang cliëntenraad

De Wlz is erop gericht om de zorg en diensten die een instelling levert zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de voorkeuren en eigenschappen van de bewoners. Daarom wil het Zorginstituut de nodige vrijheid geven aan instellingen, cliëntenraden en verzekerden om de zorg en diensten in goed overleg met elkaar in te vullen. Een sterke cliëntenraad is dan essentieel.

Als over bepaalde onderwerpen veel vragen worden gesteld, vermeldt het Zorginstituut dat een cliëntenraad recht van advies of instemmingsrecht heeft. Maar het is niet aan het Zorginstituut om volledige informatie te verstrekken over de verplichtingen en uitvoering van de Wmcz 2018. Meer informatie is te vinden op de website van het LOC of het Netwerk Cliënt-en-Raad Zorg.

De Wmcz 2018 vervangt de Wmcz en het overgangsrecht

De Wmcz 2018 vervangt de oude Wmcz. Cliënten van zorginstellingen hebben meer medezeggenschap. De Wmcz 2018 geldt met ingang van 1 juli 2020 en is van toepassing op zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz), de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Jeugdwet (Jw). De Wmcz 2018 geldt niet voor zorg die een cliënt vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) krijgt. 

Op iedere locatie moet een cliëntenraad zijn. Er kan een centrale cliëntenraad zijn. Dan moet er een samenwerkingsovereenkomst zijn met de lokale cliëntenraden. Een cliëntenraad moet een huishoudelijk reglement hebben.

Als een zorginstelling langdurig verblijf  biedt, dan moet de zorginstelling ook inspraak regelen volgens de Wmcz 2018. Dit is toegevoegd sinds 1 juli 2020.

De Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) controleert of de inspraak van cliënten goed geregeld is.

Regelgeving

De regels over medezeggenschap staan beschreven in de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen 2018 (Wmcz 2018)