Samenhang Zorgverzekeringswet, Wet Langdurige zorg en Wet Maatschappelijke ondersteuning (Sociaal Domein)

Om mensen met psychische problemen passende zorg en ondersteuning te bieden, werken verschillende partijen uit de zorg en het sociaal domein aan een verbetering van de samenwerking tussen de domeinen. Zorginstituut Nederland is hierbij betrokken. Het gaat onder meer over de vraag wanneer zorg wordt vergoed uit de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

Belang van samenhang zorgdomein en sociaal domein

Bijna de helft van de mensen in Nederland krijgt ooit in hun leven psychische problemen. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Psychische problemen hangen vaak samen met problemen met wonen, financiën, onderwijs en werken. Als het niet duidelijk is of zorg moet komen uit de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) of de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), kan dit een belemmering zijn voor het bieden van passende zorg en ondersteuning aan mensen met psychische problemen. Het is dus belangrijk om duidelijk te krijgen wanneer welke zorg uit welk domein moet worden gegeven en vergoed en hoe hierin het beste kan worden samengewerkt. 

Thematafel ‘samenwerking sociaal domein, huisartsenzorg en ggz’

De partijen in de zorg, waaronder het Zorginstituut, werken samen aan de vraagstukken over de samenwerking tussen de domeinen. Dit doen de partijen vanuit de zogeheten ‘Thematafel samenwerking sociaal domein, huisartsenzorg en ggz’. Dit is een samenwerkingsverband onder leiding van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) waarin alle betrokken partijen inbreng hebben. Deze thematafel is er een van vele binnen het Integraal Zorgakkoord (IZA). Hiermee leveren we een bijdrage aan het terugdringen van de wachtlijsten in de ggz en het bieden van passende zorg voor mensen met problemen op meerdere gebieden in hun leven.

We behandelen meerdere vraagstukken.

  • Mentale gezondheidsnetwerken: huisartsen, sociaal domein en ggz maken afspraken over het aanbod van zorg en ondersteuning voor mensen die, naast psychische klachten, andere problemen in hun leven hebben. Dat is belangrijk, omdat de oplossingen van de problemen ook in meerdere domeinen ligt. Het Zorginstituut adviseert het juiste wettelijk kader in verschillende situaties. 
  • Verkennend gesprek: een belangrijke functie van het mentale gezondheidsnetwerk is het aanbieden van een verkennend gesprek aan de cliënt. Het verkennend gesprek vindt plaats op verzoek van de huisarts. Hierin staat de hulpvraag en de kracht centraal van de persoon met psychische klachten en problemen op andere gebieden in het leven. Professionals uit het sociaal domein en de ggz denken mee over wat de meest passende zorg of ondersteuning is. In het Standpunt verkennend gesprek benadrukt het Zorginstituut het belang van het verkennend gesprek: hiermee kan de cliënt snel en op de juiste plek geholpen worden. Voor veel mensen is de meest passende ondersteuning direct beschikbaar in het sociaal domein, bijvoorbeeld door schuldhulpverlening of dagbesteding. Als blijkt dat iemand meer zorg of een combinatie van zorg en ondersteuning nodig heeft, dan is een behandeling mogelijk binnen de huisartsenpraktijk. Of kan doorverwijzing naar de ggz plaatsvinden.
  • Inzicht in regionale wachtlijsten: de wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg zijn al jaren te lang. We willen meer inzicht in de regionale wachtlijsten. Het doel is om de toegankelijkheid in de ggz te verbeteren, door de juiste zorg op de juiste plek te bieden. 
  • E-communities/digitale lotgenotengroepen: in opdracht van de thematafel voert een onafhankelijke partij een verkennend onderzoek uit om te komen tot een landelijk dekkend netwerk van e-communities. Het verkennend onderzoek levert onder meer inzicht op voor welke doelgroepen e-communities relevant zijn en wat nodig is om dit te realiseren. Het onderwerp e-communities valt onder de thematafel ‘Digitalisering en gegevensuitwisseling’. Het Zorginstituut maakt deel uit van deze werkgroep. 
  • Laagdrempelige steunpunten: in het kader van het IZA wordt onder andere door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gewerkt aan de realisatie van een landelijk dekkend netwerk van laagdrempelige steunpunten waar iedere inwoner toegang toe heeft. Vrijwilligers en ervaringsdeskundigen runnen deze  steunpunten en worden ondersteund door sociaalwerkers en ggz-professionals. Deze laagdrempelige steunpunten vallen onder het sociaal domein. Hier hoeft het Zorginstituut geen duiding over uit te voeren, want het Zorginstituut voert alleen duidingen uit over het zorgdomein (Wlz en Zvw). Maar wij vinden het een belangrijk onderwerp, omdat de steunpunten kunnen bijdragen aan passende zorg. In het Signalement passende zorg voor mensen met psychische problemen benadrukt het Zorginstituut het belang van deze laagdrempelige steunpunten. We roepen op om te komen tot een landelijk dekkend netwerk van laagdrempelige steunpunten en om de effecten daarvan te monitoren.
  • Bereikbaarheid ggz buiten kantooruren bij niet-acute zorgvragen: de huisartsenposten worden buiten kantooruren geconfronteerd met mensen met psychische klachten of met naasten die zich zorgen maken. Een werkgroep onderzoekt op welke wijze de samenwerking en afstemming tussen de huisartsenposten en de ggz buiten kantooruren kan verbeteren. Op verzoek van de Nederlandse ggz en het ministerie van VWS heeft het Zorginstituut een brief opgesteld met ons standpunt over de bereikbaarheid van de ggz buiten kantooruren bij niet-acute zorgvragen. Dit standpunt geeft antwoord op de vraag wanneer sprake is van huisartsenzorg en wanneer sprake is van ggz-zorg.  

Handreiking domeinoverstijgende activiteiten vanuit de Zvw

Het Zorginstituut heeft voor domeinoverstijgende samenwerking in het algemeen de handreiking ‘domeinoverstijgende activiteiten vanuit de Zorgverzekeringswet’ opgesteld en afgestemd met zorgverzekeraars, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Het geeft zorgaanbieders en zorgverzekeraars meer inzicht in de vergoedingsmogelijkheden van domeinoverstijgende activiteiten uit de Zvw. 

Lees meer over de Handreiking domeinoverstijgende activiteiten vanuit de Zvw.
 

Pakketagenda

De samenhang tussen de Zvw, Wlz en Wmo staat op de pakketagenda passende zorg 2023-2025. Zorginstituut Nederland heeft samen met vertegenwoordigers van zorgprofessionals, cliënten en zorgverzekeraars een pakketagenda opgesteld. Hierop staan onderwerpen die passende zorg moeten bevorderen en niet-passende zorg moeten tegengaan. Dat is zorg die niet effectief is voor de patiënt. De verwachte winst zit vooral in betere inzet van schaars beschikbare personeel. Dat heeft een positief effect op de houdbaarheid en toegankelijkheid van de zorg. Ook de uitvoering van de pakketagenda wordt samen gedaan. Dit is afgesproken in het Integraal Zorgakkoord (IZA).

Lees meer over pakketagenda passende zorg 2023-2025.

Voor informatie

Neem voor meer informatie contact op met: 

Sarah Prins 
E-mail: sprins@zinl.nl

Planning

De thematafel ‘sociaal domein, huisartsenzorg en ggz’ is gestart in het voorjaar van 2023. De verschillende activiteiten kennen hun eigen doorlooptijd. Naar verwachting zijn in het vierde kwartaal van 2024 alle activiteiten afgerond.

Betrokken partijen

  • ActiZ 
  • De Nederlandse ggz (NLggz)
  • Federatie Medische Specialisten
  • InEen
  • Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)
  • Landelijke Huisartsenvereniging (LHV)
  • MIND
  • Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
  • Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU)
  • Nederlandse Verenging van Ziekenhuizen (NVZ)
  • Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP)
  • Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)
  • Patiëntenfederatie
  • Sociaal Werk Nederland
  • Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG)
  • Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN)
  • Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN)
  • Zorgverzekeraars Nederland (ZN)
  • Zorgthuis