Model voor netwerkvorming, samenwerking en samen leren en ontwikkelen

In dit nieuwe model ‘samen leren en ontwikkelen’ benoemt Zorginstituut Nederland de factoren en feedbackmechanismen voor goede samenwerking. Het is een dynamisch model om samenwerking regelmatig te evalueren en te versterken, zonder onderlinge vergelijking. Elkaar opzoeken en leren kennen zijn belangrijk om samenwerking tot stand te laten komen. Daarbij speelt ook de externe context een rol, zoals landelijk beleid en regels. Daadwerkelijk samen leren en ontwikkelen valt of staat bij het delen en uitwisselen van kennis en ideeën. En daadwerkelijk resultaten behalen kan alleen door de kennis en ideeën te operationaliseren en implementeren.

Toepasbaar voor intensive care en andere sectoren

Het model komt voort uit resultaten van onderzoek door het Zorginstituut. Hierbij is de regionale samenwerking onderzocht in de Nederlandse intensivecaresector (ic). Met het model wil het Zorginstituut de doorontwikkeling van netwerken in de zorg stimuleren en regionale samenwerking ondersteunen. Het model beschrijft de basisprincipes van samenwerking en van ‘samen leren en ontwikkelen’. Deze zijn en blijven breed toepasbaar, ook voor andere velden dan alleen de ic-sector.

Feedbackmechanismen

Het model onderscheidt 5 verschillende feedbackmechanismen. Een feedbackmechanisme is een verzameling van verschillende factoren die met elkaar samenhangen. De factoren zijn van invloed op de samenwerking en versterken elkaar of remmen elkaar juist af. De 5 feedbackmechanismen zijn:

  1. context;
  2. opbouwen en onderhouden van samenwerking;
  3. samenwerken in een netwerk;
  4. resultaten behalen;
  5. pseudosamenwerking.

Het feedbackmechanisme ‘opbouwen en onderhouden van samenwerking’ gaat bijvoorbeeld over het samenspel tussen factoren als ‘vertrouwen’, ‘draagvlak voor samenwerking’ en ‘elkaar leren kennen en onderling opzoeken’. De ic-regio’s hebben dit bijvoorbeeld succesvol ingezet door persoonlijke ontmoetingen te stimuleren en regionale activiteiten te organiseren, zoals ‘gluren bij de buren’. Een sociaal onderdeel en accreditatie helpen om mensen hieraan deel te laten nemen.

Een ander voorbeeld gaat over de sociale interactie die leidt tot samen leren en ontwikkelen. Dat komt terug in het feedbackmechanisme ‘samenwerken in een netwerk’ waarbij het draait om het samenspel van factoren als ‘collectieve intelligentie’, ‘ervaren meerwaarde’, ‘gemeenschappelijke basis’ en ‘operationaliseren samenwerking’. Ic-regio’s hebben dit succesvol ingezet door regionaal gezamenlijk opleidingen te geven, personeel onderling uit te wisselen en regionale protocollen op te stellen.

Het model gaat uitgebreid in op ieder van de 5 feedbackmechanismen en de factoren, inclusief succesvolle voorbeelden hoe de ic-zorg dit heeft aangepakt.

Toepassing van het model in de praktijk

Het model is bedoeld als handvat voor iedereen die gestructureerd wil werken aan regionale samenwerking en ‘samen leren en ontwikkelen’. De factoren en feedbackmechanismen zijn gebaseerd op onderzoek in ic-regio’s, maar kunnen ook van toepassing zijn in andere zorgdomeinen. U kunt de volgende stappen ondernemen om dit model in te zetten:

  • loop de beschreven mechanismen in het model na;
  • ga na hoe deze mechanismen functioneren in uw regio;
  • bespreek uw bevindingen met uw directe collega’s, regio- en netwerkpartners en overige belanghebbenden;
  • ga periodiek met elkaar na of er feedbackmechanismen zijn die beïnvloed kunnen worden om het door u gewenste niveau van samenwerking te bereiken, vast te houden of te versterken.