Bevacizumab bij de indicaties niet-kleincellig longcarcinoom, mammacarcinoom en coloncarcinoom (t=4 beoordeling)

In de periode 2006-2012 is een aantal specialistische geneesmiddelen opgenomen op de beleidsregel dure geneesmiddelen of de beleidsregel weesgeneesmiddelen. In dit geval betreft het bevacizumab bij de indicaties niet-kleincellig longcarcinoom, mammacarcinoom en coloncarcinoom. Na 4 jaar (t=4) zouden alle deze middelen door het Zorginstituut opnieuw beoordeeld worden.
Sinds 2013 bepaalt het Zorginstituut risicogericht welke specialistische geneesmiddelen worden beoordeelt. Vanuit het oogpunt van risicogericht pakketbeheer is het niet zinvol om alle t=4 dossiers te beoordelen, behalve die een financieel risico vormen voor de basisverzekering of indien de kwaliteit van zorg een risico vormt. Daarnaast geldt dat binnen de oncologie in het algemeen nieuwe interventies elkaar snel opvolgen en de behandelsequenties veranderen. Hierdoor zijn de behandelstrategieën in de afgelopen jaren veelvuldig en ingrijpend gewijzigd.

Vooralsnog geen herbeoordeling

Voor bevacizumab bij deze 3 indicaties hebben wij geconstateerd dat er sprake is van een budgetimpact die per indicatie de door ons gehanteerde grenswaarde van €2,5 miljoen overschrijdt (peildatum 2013). We zien echter ook dat er voor bevacizumab biosimilars worden ontwikkeld. Met de komst van biosimilars verwachten we dat de budgettaire impact aanzienlijk zal afnemen.
Om deze redenen hebben we besloten om vooralsnog geen t=4-beoordeling uit te voeren van bevacizumab bij deze indicaties. We zullen het gebruik van bevacizumab blijven monitoren. Mocht op basis daarvan blijken dat de risico’s die samenhangen met bevacizumab binnen het verzekerde pakket toenemen, kunnen we alsnog besluiten tot herbeoordeling over te gaan.