Zorginstituut verduidelijkt zorg bij valpreventie

Ruim een miljoen mensen van 65 jaar en ouder valt minstens één keer per jaar. Hierdoor kunnen zij ernstige verwondingen oplopen, zoals hersenletsel en botbreuken. Dat kan grote invloed hebben op de zelfstandigheid van deze mensen. Het heeft ook grote financiële gevolgen voor de zorg: het behandelen van valongevallen bij ouderen kost bijna € 1 miljard per jaar. Met passende valpreventie vallen ouderen minder vaak en raken daardoor ook minder vaak gewond. Maar niet iedereen weet welke zorg onder valpreventie valt en of deze zorg wordt vergoed. Op verzoek van het ministerie van VWS heeft Zorginstituut Nederland dit nu verduidelijkt. Als onderdeel daarvan stelt het Zorginstituut vast dat trainingsprogramma’s effectief zijn en uit het basispakket vergoed kunnen worden.

De foto toont drie oudere vrouwen die onder leiding van een jongere man sporten in het park.
Beeld: ©Hollandse Hoogte/ANP

Valpreventie werkt

Valpreventie is volgens het Zorginstituut effectieve zorg voor ouderen met een hoog risico op vallen. Uit onderzoek blijkt dat deze ouderen hierdoor minder vaak vallen en een betere kwaliteit van leven hebben. De zorg bij valpreventie bestaat uit 3 stappen:

  • een test om te bepalen of een oudere een hoog valrisico heeft;
  • een analyse van de oorzaken van dat hoge risico, bijvoorbeeld minder spierkracht en evenwicht, slecht zien, angst om te vallen en inrichting van woning of omgeving (gladde vloeren, losliggende tegels of slechte verlichting);
  • een advies op maat om het valrisico te verkleinen, bijvoorbeeld aanpassen van medicatie, verbeteren van het gezichtsvermogen, aanpassen van de woning en een trainingsprogramma.

Veel valongevallen gebeuren in en om de woning. Vooral trainingsprogramma’s die zijn gericht op het verbeteren van evenwicht, lopen en spierkracht verminderen het aantal valongevallen en de verwondingen die daarvan het gevolg kunnen zijn.

Valpreventie voor groot deel al vergoed

Het Zorginstituut is ook nagegaan of valpreventie uit het basispakket vergoed kan worden. Dat geldt in ieder geval voor de valrisicotest en de valanalyse. Beide vallen onder de gebruikelijke zorg van huisartsen, (wijk)verpleegkundigen en andere zorgverleners en kunnen nu al worden vergoed.

Van het advies op maat zitten veel onderdelen al in het basispakket, zoals een staaroperatie, het aanpassen van medicatie om duizeligheid of sufheid te verminderen, het advies door een ergotherapeut voor aanpassingen in huis  (bijvoorbeeld drempels weghalen) en voedingsadviezen. Niet in het basispakket zitten: een nieuwe bril of aangepaste brillenglazen en veilig schoeisel (niet-orthopedisch). Aanpassingen aan een woning, zoals een traplift of een douche- of toiletsteun, kunnen worden aangevraagd bij de gemeente.

Vergoeding trainingsprogramma’s met begeleiding van fysiotherapeut

Trainingsprogramma’s voor kwetsbare ouderen die begeleid moeten worden door een fysiotherapeut zitten nu niet in het basispakket. Het is aan de minister van VWS om te besluiten of en hoe deze zorg in het basispakket opgenomen kan worden. Dit type trainingsprogramma’s kan daarna vergoed worden, als iemand met een hoog valrisico daarvoor een verwijzing van de huisarts krijgt.

Valpreventie passend maken

Tijdens de verduidelijking van valpreventie is naar voren gekomen dat passende valpreventie alleen mogelijk is als gemeenten en zorgverzekeraars samenwerken. Passend betekent: zorg om vallen te verminderen die werkt tegen een redelijke prijs, samen met de patiënt tot stand komt, dichtbij de patiënt wordt gegeven als dat nodig is, en gericht is op gezondheid en niet op ziekte. In de huidige praktijk loopt de aanpak van valpreventie uiteen. En in de verschillende lopende projecten werken zorgverzekeraars in meer of mindere mate samen met de gemeenten. Deze situatie zal verbeteren als gemeenten en zorgverzekeraars de 3 onderdelen van valpreventie samen breed en systematisch organiseren.