Verduidelijking valpreventie bij ouderen

Valpreventie is het verminderen of voorkomen van valongelukken bij ouderen door risicofactoren te behandelen of aan te passen. Op verzoek van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft het Zorginstituut beoordeeld of valpreventie bij ouderen bewezen effectief is. Dat is de voorwaarde om in aanmerking te komen voor vergoeding uit het basispakket van de zorgverzekering. Volgens het Zorginstituut kunnen de valrisicotest en de valanalyse gelden als verzekerde zorg. Trainingsprogramma’s onder begeleiding van een fysiotherapeut zijn effectief en ouderen met bijvoorbeeld onderliggende of bijkomende aandoeningen kunnen hiervoor in aanmerking komen. Ouderen zonder onderliggende aandoeningen of bijkomende problemen kunnen een programma volgen dat door de gemeente wordt aangeboden. Het Zorginstituut concludeert dat zowel vanuit het domein van de zorgverzekering als vanuit het domein van de gemeenten inspanning moeten worden geleverd om het aanbod van valpreventie voor alle ouderen met een hoog valrisico goed te regelen.

Aanleiding voor de verduidelijking van valpreventie

Valongelukken zijn de meest voorkomende oorzaak van letsel bij ouderen. Bijna de helft van alle valongelukken veroorzaakt letsel en steeds meer mensen hebben zorg nodig nadat ze zijn gevallen. Daarom heeft de minister van VWS het Zorginstituut gevraagd te beoordelen of valpreventie bij ouderen bewezen effectief is en onder de te verzekeren zorg kan vallen.

Inhoud van de verduidelijking

Valpreventie bestaat uit 3 onderdelen, namelijk:

  1. de valrisicotest;
  2. de valanalyse;
  3. een advies op maat om het hoog risico op vallen te verminderen of weg te nemen.

Volgens het Zorginstituut kunnen de onderdelen 1 en 2 onder de verzekerde zorg vallen voor  ouderen met het vermoeden op of een vastgesteld hoog valrisico. De valrisicotest hoeft niet per se door een zorgverlener te worden afgenomen.

Voor onderdeel 3 geldt dat een deel van de mogelijke adviezen al verzekerde zorg zijn. Bijvoorbeeld een staaroperatie bij zichtproblemen. En bij gemeenten kan een aanvraag voor woningaanpassingen worden ingediend.

Trainingsprogramma’s valpreventie

Het Zorginstituut heeft geconstateerd dat trainingsprogramma’s effectief zijn om valincidenten te voorkomen. Afhankelijk van het geconstateerde hoog valrisico kan de verwijzer (de huisarts) verwijzen naar een trainingsprogramma onder begeleiding van een fysiotherapeut. Ook als sprake is van onderliggende of bijkomende problemen, zal de verwijzer naar een programma onder begeleiding van de fysiotherapeut verwijzen. Maar dit is niet altijd nodig. De verwijzer kan de oudere dan ook aanraden om mee te doen aan een trainingsprogramma onder begeleiding van een sportleraar, aangeboden door de gemeente. Deze programma’s hebben ook een positief effect op het verminderen van het valrisico. Sinds 1 januari 2024 kunnen valpreventieve trainingsprogramma’s vergoed worden uit het basispakket. Ouderen met een hoog valrisico komen hiervoor in aanmerking wanneer er vanwege onderliggend of bijkomend lijden is vastgesteld dat begeleiding van een fysiotherapeut nodig is bij de training.

Conclusie Zorginstituut

De conclusie van het Zorginstituut is dat zowel in het gemeentelijk domein als in het domein van de Zvw faciliteiten beschikbaar moeten zijn. Ook is samenwerking tussen beide domeinen noodzakelijk om het aanbod van valpreventie voor ouderen met een hoog valrisico goed te regelen.

Rectificatie in verband met een foutieve verwijzing

Per 25 september 2023 is voetnoot 17 op pagina 26 van het standpunt verwijderd, omdat de genoemde voorbeelden in de voetnoot niet klopten.