Standpunt - Interne neusklepcorrectie kan worden vergoed uit het basispakket, externe neusklepcorrectie niet

Aanleiding standpunt neusklepcorrectie bij een luchtwegblokkade

Dit standpunt gaat over patiënten met een chronische, ernstige luchtwegblokkade bij wie is aangetoond dat de neusklep niet goed werkt. De zorgverzekeraar moet eerst toestemming geven voor een operatie om de neusklep te corrigeren. De behandelaar vraagt namens de patiënt de vergoeding aan bij de zorgverzekeraar. In de afgelopen jaren wijzen zorgverzekeraars vergoedingsaanvragen steeds vaker af. Dat doen ze, omdat zorgverzekeraars en KNO-artsen het niet eens zijn of de behandeling wel echt werkt. En er zijn ook mensen die niet om medische, maar om cosmetische redenen een neusoperatie aanvragen. Omdat zorgverzekeraars en artsen er onderling niet uitkomen, hebben zij het Zorginstituut gevraagd om een uitspraak te doen. Het Zorginstituut beoordeelt daarom in dit standpunt de effectiviteit en veiligheid van een neusklepcorrectie bij chronische, ernstige luchtwegblokkade van de neus.

Uitleg over neusklepcorrectie door een operatie

Een luchtwegblokkade in de neus kan komen door niet goed werkende neuskleppen. Dit heet neusklepinsufficiëntie. Hierover gaat dit standpunt. De kleppen in de neus kunnen minder goed werken. Of ze kunnen in contact komen met het neustussenschot. Daardoor blokkeert de luchtstroom gedeeltelijk. Een neuscorrectie door een operatie kan dit verminderen. In medische taal heet dat rinoplastiek. De chirurg kan de neusklep verruimen en verstevigen. Het gaat in dit standpunt over functionele rinoplastiek. Dit betekent dat het doel van de operatie is om de luchtstroom te verbeteren. Patiënten komen in aanmerking voor een neusklepcorrectie, als ze lange tijd ernstig last hebben van een luchtwegblokkade én eerdere behandelingen niet hielpen.

Er zijn verschillende manieren van opereren. Het kan vanaf de buitenkant van de neus, via de huid onder de neuspunt. Het kan ook vanuit de binnenkant van de neus, via het neusslijmvlies. De keel-, neus- en oorarts (KNO-arts) kan transplantaten of implantaten in de neus aanbrengen. Sommige zijn gemaakt van lichaamseigen materiaal, zoals kraakbeen uit een oorschelp. Andere zijn gemaakt van kunstmatig synthetisch materiaal.

Samenvatting van het standpunt: interne correctie vergoeden, externe niet

We maakten voor onze beoordeling een onderscheid tussen de interne en externe neuskleppen. Dat deden we, omdat het om verschillende plekken in de neus gaat. De interne neuskleppen zitten wat hoger in de neus, bij de neusbrug. De externe neuskleppen zitten wat lager, bij de neusvleugels. Onze conclusie is:

• Een interne neusklepcorrectie bij langdurige, ernstige luchtwegblokkade behoort tot het basispakket. Het is aangetoond dat die operatie meerwaarde heeft voor patiënten. De vergoeding van een interne neusklepcorrectie bij een langdurige, ernstige luchtwegblokkade gaat in op 15 mei 2025.
• Een externe neusklepcorrectie bij langdurige, ernstige luchtwegblokkade behoort niet tot het basispakket. De meerwaarde van deze operatie voor patiënten staat niet vast. Een externe neusklepcorrecties wordt niet vergoed vanaf 15 mei 2025.

Waarborgendocument: afspraken voor passende zorg

Het Zorginstituut vindt het belangrijk dat partijen afspraken maken om passende zorg voor patiënten te kunnen garanderen. Daarom hebben we aan de betrokken beroepsgroepen, patiëntenverenigingen en zorgverzekeraars gevraagd om een waarborgendocument op te stellen. Daarin staan de afspraken over de kwaliteit van zorg. Het gaat om de volgende afspraken.

• Over de inhoud van zorg: welke patiënten precies in aanmerking komen voor de behandeling en hoe artsen neusklepinsufficiëntie vaststellen. Ook gaat de beroepsgroep informatie maken voor samen beslissen met de patiënt.
• Over de kwaliteit van zorg: welke artsen de behandeling kunnen uitvoeren en welke opleiding zij daarvoor moeten hebben.
• Over het vastleggen van gegevens: KNO-artsen kunnen patiënten en behandelgegevens vastleggen in een register om patiënten in de tijd te volgen.

Gevolgde procedure

Alleen zorg die écht werkt, mag deel uitmaken van het basispakket van de zorgverzekering. Dit is vastgelegd met de juridische term 'stand van de wetenschap en praktijk'. Vaak is goed duidelijk of zorg uit het basispakket kan worden vergoed, maar niet altijd. In zulke gevallen kan het Zorginstituut zelf beoordelen of die zorg in aanmerking komt voor vergoeding. Zo'n beoordeling noemen we een duiding. De uitkomst van een duiding heet een standpunt. 

Een standpunt van het Zorginstituut geeft direct duidelijkheid. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beslist hier verder niet meer over. Patiënten, zorgverleners en zorgverzekeraars hebben inspraak tijdens het opstellen van een standpunt. En bij standpunten krijgt het Zorginstituut advies van de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR). Hierin zitten onafhankelijke wetenschappers, artsen, apothekers, methodologen en gezondheidseconomen. Het Zorginstituut weegt al die reacties zorgvuldig mee en stelt het uiteindelijke standpunt vast.  

Lees meer informatie over de procedure bij een standpunt op de pagina 'Verduidelijking van het basispakket - standpunten'.

Meer informatie of vragen?

Hebt u vragen over dit standpunt? Dan kunt u deze per e-mail stellen aan Marleen Hermens via MHermens@zinl.nl.