Zorginstituut Nederland monitort hoe de afspraken uit het advies Verdelen van de schaarste in de wijkverpleging in de praktijk worden uitgevoerd.

Advies Verdelen van schaarste in de wijkverpleging

Op 2 november 2023 heeft het Zorginstituut het advies Verdelen van schaarste in de wijkverpleging aangeboden aan de toenmalige minister van Langdurige Zorg en Sport (LZS). Hierin geeft het Zorginstituut aan welke mogelijkheden er zijn om de schaarse wijkverpleging te verdelen. Dat is nodig omdat de vraag naar wijkverpleging door de vergrijzing blijft toenemen en er steeds minder mensen zijn om die zorg te verlenen. Het doel is dat mensen die wijkverpleging nodig hebben die ook kunnen krijgen, nu en in de toekomst.

Gezamenlijke werkagenda passende inzet wijkverpleging

Het afgelopen jaar hebben alle betrokken partijen het advies uitgewerkt in een werkagenda. In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) faciliteert en monitort het Zorginstituut elke 6 weken de voortgang van deze werkagenda. De partijen werken samen op de volgende thema’s om schaarste in de wijkverpleging te verminderen:

Thema's van de gezamenlijke werkagenda
NummerThemaToelichting
1Indicatiestelling als instrument voor passende inzet bij schaarste wijkverpleging. 

Onderdeel hiervan is de herijking van het Normenkader Verpleegkundige indicatiestelling door de beroepsgroep. Daarbij hoort ook het maken van afspraken over het gebruik van tools om tot een goede indicatiestelling te komen en om ongewenste praktijkvariatie te voorkomen. Begin 2025 is het herijkte Normenkader door Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) gepubliceerd en is er een start gemaakt met de implementatie. Zo is er een overzicht opgesteld met de meest gestelde vragen en antwoorden en een handzame samenvatting gemaakt.

ActiZ en V&VN starten eind 2025 met een onderzoek, waarbij norm 2 wordt gemonitord. In het onderzoek wordt met name gekeken hoe organisaties en professionals invulling geven aan het ‘aantoonbaar vakbekwaam’ indiceren. 

2Bevorderen van de inzet van hulpmiddelen en digitale zorg. Dit gaat onder meer over informatie geven en delen over de inzet van digitale zorg en hulpmiddelen. Als de digitale vorm of een hulpmiddel voldoet bij een cliënt, dan heeft deze geen aanspraak op een fysieke vorm van zorg voor dezelfde zorgbehoefte. Tenzij bij de indicatiestelling of tijdens de zorgverlening is vastgesteld dat kwaliteit van zorg niet haalbaar is vanwege de persoonlijke situatie van de cliënt. Bijvoorbeeld als iemand niet digitaal vaardig is. In het herijkte Normenkader (zie 1) en de bijbehorende nascholing wordt hier uitgebreid aandacht aan besteed. Daarnaast werken we aan vergroting van de vindbaarheid van (digitale) hulpmiddelen, onder andere door aansluiting te maken met Thuisarts.nl. We hebben in kaart gebracht welke informatie over (digitale) hulpmiddelen en wijkverpleging nu op Thuisarts.nl staan. Op basis van interviews met wijkverpleegkundigen en het ophalen van inzichten bij patiënten en naasten inventariseren we waar hun behoeften liggen aan bruikbare informatie op Thuisarts.nl en waar ze kansen zien.
3Bevorderen van inzet van helpenden niveau 2 in de wijkverpleging. Helpenden kunnen waar passend is ingezet worden in het team wijkverpleging. Helpenden ondersteunen bij de verpleging en verzorging. Ze kunnen sommige taken overnemen van verzorgenden in de wijkverpleging , die dan weer tijd hebben voor andere cliënten. Uit data-onderzoek over 2024 is gebleken dat er regionale verschillen zijn tussen regio’s qua inzet van helpenden. Door middel van interviews met zorgaanbieders en verzekeraars willen we inzichten achterhalen waardoor deze verschillen worden veroorzaakt. Actiz heeft in 2023 een Handreiking verantwoorde inzet medewerkers met deskundigheidsniveau 2 in de wijkverpleging (Zvw) gepubliceerd waarmee inzicht wordt gegeven over passende inzet van helpenden in de wijkverpleging. Deze handreiking wordt door V&VN gezien als een goede ondersteuning om helpenden niveau 2 verantwoord in te zetten in de wijk. Het samenspel tussen professionele zorgverleners binnen de wijkverpleging is ook onderdeel van de Handreiking Passende Deskundigheidsmix die de partijen begin 2026 opleveren. Dit is onderdeel van de uitwerking van het Generiek kompas ‘Samen werken aan kwaliteit van bestaan’.
4Voorkomen dat zorg die op een andere plek geleverd kan worden bij de wijkverpleging terechtkomt.Voorbeelden verzamelen waarbij de druk op de wijkverpleging kan worden verminderd. Een voorbeeld hiervan is de oogdruppelbril. Deze kan al door de oogarts worden gegeven na een operatie, zodat inzet van een wijkverpleegkundige thuis helemaal niet meer nodig is.

Planning

In 2024-2027 gaat het Zorginstituut het arbeidstekort in de wijkverpleging monitoren en hoe de inzet van helpenden niveau 2 en hulpmiddelen helpt om de werkdruk van wijkverpleegkundigen te verminderen. Eind 2025 zullen wijkverpleegkundigen en ander zorgpersoneel in de wijkverpleging via het Nivel Panel V&V bevraagd worden over de inzet van (digitale) hulpmiddelen, de inzet van helpenden niveau 2 en de indicatiestelling. Dit onderzoek zullen we in 2026 herhalen. Na deze periode publiceert het Zorginstituut zijn conclusies.

Meer informatie of vragen?

Hebt u een vraag over deze monitor? Mail uw vraag dan aan Louise van Oeffelen via ons contactformulier.

Betrokken partijen

  • Actiz 
  • Patiëntenfederatie Nederland (PFN) 
  • SPOT 
  • SoloPartners 
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN) 
  • Zorgverzekeraars Nederland (ZN) 
  • Zorgthuisnl