Dossier - Passende zorg fysio- en oefentherapie

Zorginstituut Nederland heeft samen met partijen in de zorg onderzocht of de toegankelijkheid van eerstelijns fysio- en oefentherapie kan worden verbeterd. Na een intensief traject is het de samenwerkende partijen niet gelukt om aan vooraf afgesproken randvoorwaarden te voldoen. De randvoorwaarden waren nodig om een andere vergoeding van eerstelijns fysio- en oefentherapie te overwegen. In het eindadvies adviseert het Zorginstituut de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om op dit moment niets te veranderen aan de vergoeding van eerstelijns fysio- en oefentherapie uit het basispakket. Het dossier op deze pagina bevat een overzicht van alle stappen en bijbehorende documenten die tot dit advies hebben geleid.

Aanleiding: verzoek van minister over passende oefen- en fysiotherapie

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft het Zorginstituut in 2021 om dit advies gevraagd. Omdat we verwachtten dat een juiste inzet van fysio- en oefentherapie een belangrijke bijdrage kan leveren aan passende zorg, was het doel om te onderzoeken welke onderdelen van deze zorg uit de basisverzekering vergoed zouden moeten worden, en onder welke voorwaarden. Passende zorg is een aanpak, om ervoor te zorgen dat iedereen in Nederland toegang houdt tot goede zorg.  

Samenvatting van het dossier

Veel mensen in Nederland zijn bekend met fysio- en oefentherapie. Het is laagdrempelige zorg die zonder verwijzing en vaak in de directe omgeving van mensen toegankelijk is. En mensen kunnen zelf een belangrijke rol spelen bij het behalen van een goed behandelresultaat. Het is daarom een logische gedachte dat fysio- en oefentherapie als zorgvorm kan bijdragen aan passende zorg. Partijen gaven echter aan in de praktijk last te hebben van het feit dat de vergoeding van fysio- en oefentherapie beperkt is tot een aantal indicaties. Daarbij zijn bovendien de eerste twintig behandelingen voor chronische indicaties van vergoeding uitgezonderd. Partijen ervaren daardoor een belemmering in de toegankelijkheid van fysio- en oefentherapie. Vanuit dat perspectief heeft de minister van Volksgezondheid Welzijn & Sport (VWS) in 2021 aan Zorginstituut Nederland gevraagd om de principes voor passende zorg toe te passen op de fysio- en oefentherapie. En om daarmee voorstellen te doen voor de manier om fysio –en oefentherapie te kunnen vergoeden. Dat moest wel gebeuren binnen de geldende wettelijke kaders, en dat heeft regelmatig voor dilemma’s gezorgd. Het leidde tot een intensief en langdurig adviestraject dat het Zorginstituut met partijen heeft doorlopen. Met het eindadvies eindigt het adviestraject. 

2022 - Gesprekken met zorgpartijen

Het Zorginstituut heeft in de periode van december 2021 tot maart 2022 gesprekken gevoerd met patiëntenorganisaties, zorgverleners, zorgverzekeraars, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen over de mogelijke meerwaarde van fysio- en oefentherapie voor passende zorg. We hebben hierover op 24 maart 2022 per brief een procesupdate gestuurd naar minister Kuipers van VWS, met daarbij een advies met bijbehorende data-analyses en scenario's van het Zorginstituut over de inrichting Bijlage 1 Besluit zorgverzekering.

2023 - Eerste rapport aan de minister

In januari 2023 hebben we een eerste rapport over het advies aan de minister uitgebracht: Passende zorg voor fysiotherapie en oefentherapie. De conclusie in dit rapport is dat partijen 3 randvoorwaarden moeten invullen voordat het Zorginstituut een eindadvies aan de minister kan uitbrengen. Deze 3 randvoorwaarden zijn:     

  1. De ontwikkeling van een ‘Kwaliteitskader fysio- en oefentherapeutische zorg’, waarin zorgaanbieders, patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars samen de kwaliteitseisen voor goede zorg vastleggen en dat aansluit op het ‘Kader Passende zorg’.   

  1. Fysio- en oefentherapeutische zorg moet waarde gedreven zijn. Hiervoor is inzicht nodig in de effectiviteit van behandelingen en de gezondheidswinst voor patiënten.   

  1. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) stelt een advies op over passende bekostiging van eerstelijns fysio- en oefentherapeutische zorg.

2024 - Zorginstituut publiceert 2 voortgangsrapportages

In januari 2024 hebben we de eerste voortgangsrapportage gepubliceerd. We hebben geconstateerd dat er op alle 3 de randvoorwaarden nog vervolgstappen nodig zijn.   

Het Zorginstituut onderzoekt begin 2024 samen met partijen welke onderdelen van de fysio- en oefentherapeutische zorg voldoen aan de randvoorwaarden uit het eerste rapport. Deze onderdelen noemen we ‘bouwstenen’. Het Zorginstituut heeft in maart 2024 een tweede voortgangrapportage uitgebracht.   

2025 - Eindadvies Passende zorg voor fysio- en oefentherapie

Op 24 april 2025 bracht het Zorginstituut zijn eindadvies uit. Het Zorginstituut adviseert dat op dat moment geen andere vergoeding mogelijk is voor de eerstelijns fysio- en oefentherapie. Het is de betrokken partijen namelijk niet gelukt om aan de 3 afgesproken randvoorwaarden te voldoen, ondanks hun vele inzet. Zo werd het gezamenlijke Kwaliteitskader in maart 2023 voor de 2e keer door de leden van de Koninklijke Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) verworpen. Met dit eindadvies eindigt het adviestraject van het Zorginstituut.

Ga voor meer informatie naar het eindadvies 'Passende aanspraak fysio- en oefentherapeutische zorg'.

Betrokken partijen

  • Koninklijke Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF)
  • Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)
  • Patiëntenfederatie Nederland
  • Stichting Keurmerk Fysiotherapie (SKF)
  • Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck (VvOCM)
  • Zorgverzekeraars Nederland (ZN)

Bijlagen