De minister voor Langdurige Zorg en Sport heeft in de 'Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2025' het macrobedrag dat beschikbaar is voor de uitvoering van de Wlz in 2025 vastgesteld op € 308,501 miljoen. Het bedrag dient als dekking van de totale beheerskosten van de zorgkantoren en de Wlz-uitvoerders.

Beheerskosten

De kosten voor de uitvoering van de Wlz zijn gebudgetteerd. Op basis van de 'Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten 2025' stelt het Zorginstituut beleidsregels vast voor de verdeling van het budget voor:

  • de zorgkantoren (€ 126,514 miljoen);
  • de Wlz-uitvoerders (€ 181,987 miljoen).

Voorlopige vaststelling

In maart 2025 stelt het Zorginstituut de voorlopige beheerskostenbudgetten per zorgkantoor en per Wlz-uitvoerder en voor de Sociale Verzekeringsbank (SVB) vast. Hierop worden maandelijks voorschotten verstrekt uit het Fonds langdurige zorg (Flz).

Nadere en definitieve vaststelling

Naar verwachting in oktober van 2025 stelt de minister voor Langdurige Zorg en Sport het macrobudget definitief vast in de 'Tweede nadere Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2025'. Het budget van de zorgkantoren en de Wlz-uitvoerders wordt vervolgens in februari 2026 nader vastgesteld.

Definitieve vaststelling

Uiterlijk in 2027 worden de beheerskostenbudgetten van de zorgkantoren en de Wlz-uitvoerders definitief vastgesteld. Het Zorginstituut verrekent rente over te veel of te weinig verstrekte beheerskosten. De definitieve vaststelling vindt uiterlijk in 2027 plaats. Hierbij worden eventuele correcties doorgevoerd op basis van de rapporten Wlz van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

Zorgkosten

De kosten van Wlz-aanspraken die zorgkantoren en Wlz-uitvoerders rechtstreeks hebben betaald, worden naar werkelijke kosten vastgesteld en vergoed.