Zorginstituut Nederland beoordeelt of renale denervatie effectieve zorg is voor patiënten met therapieresistente essentiële hypertensie. Bij therapieresistente hypertensie heeft iemand een te hoge bloeddruk, ondanks de optimale medische behandeling. Essentieel betekent dat iemand een hoge bloeddruk heeft zonder een duidelijke oorzaak. Dit heet ook wel primaire hypertensie. Alleen als zorg écht werkt, kan die vergoed worden uit het basispakket van de zorgverzekering. Dat onderzoeken we in dit standpunt voor deze patiëntengroep.
Uitleg over renale denervatie bij therapieresistente essentiële hypertensie
Renale denervatie is een behandeling waarbij een arts de zenuwen rondom de slagaders van de nieren onderbreekt. Signalen vanuit deze zenuwen kunnen verantwoordelijk zijn voor een te hoge bloeddruk. Het onderbreken van deze zenuwen gebeurt met een katheter met radiofrequente of ultrageluidenergie. De arts brengt de katheter via de lies in. Een katheter is een dun flexibel slangetje.
Aanleiding voor deze beoordeling
De Nederlandse Vereniging voor Cardiologie heeft een verzoek ingediend om de eerdere ingenomen standpunten uit 2011 en 2016 te herzien. In beide standpunten concludeerde het Zorginstituut dat de meerwaarde van renale denervatie bij deze groep patiënten nog niet genoeg was aangetoond.
Onderzoeksvraag en manier van onderzoek
In het standpunt staat de volgende vraag centraal: is renale denervatie een effectieve behandeling bij patiënten met therapieresistente essentiële hypertensie? Om deze vraag te beantwoorden doet het Zorginstituut een uitgebreid literatuuronderzoek volgens een vastgestelde methode. We selecteren hiervoor wetenschappelijke publicaties en onderzoeksrapporten van experts in het vakgebied.
Gevolgde procedure
Alleen zorg die écht werkt, mag deel uitmaken van het basispakket van de zorgverzekering. Dit is vastgelegd met de juridische term 'stand van de wetenschap en praktijk'. Vaak is goed duidelijk of zorg uit het basispakket kan worden vergoed, maar niet altijd. In zulke gevallen kan het Zorginstituut zelf beoordelen of die zorg in aanmerking komt voor vergoeding. Zo'n beoordeling noemen we een duiding. De uitkomst van een duiding heet een standpunt.
Een standpunt van het Zorginstituut is wettelijk bepalend. Dit betekent dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) hier verder niet meer over beslist. Patiënten, zorgverleners en zorgverzekeraars hebben inspraak tijdens het opstellen van een standpunt. En bij standpunten krijgt het Zorginstituut advies van de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR). Hierin zitten onafhankelijke wetenschappers, artsen, apothekers, methodologen en gezondheidseconomen. Het Zorginstituut weegt al die reacties zorgvuldig mee en stelt het uiteindelijke standpunt vast.
Lees meer informatie over de procedure bij een standpunt op de pagina 'Verduidelijking van het basispakket - standpunten'.
Meer informatie of vragen?
Hebt u vragen over dit standpunt? Dan kunt u deze per e-mail stellen aan Marc Koster via mkoster@zinl.nl.
Planning
| Stap in het proces | Datum |
|---|---|
| Start dossier | november 2025 |
| Start externe consultatie claim en PICO(ts) | november of december 2025 |
| Eerste bespreking in de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) | 20 april 2026 |
| Start externe consultatie conceptstandpunt |
mei of juni 2026 |
| Besluit Raad van Bestuur | derde kwartaal 2026 |
| Publicatie standpunt | derde kwartaal 2026 |
Betrokken partijen
- Hartstichting
- Nederlandse Internisten Vereniging (NIV)
- Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC)
- Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR)
- Zorgverzekeraars Nederland (ZN)