Standpunt - maagoperatie met plaatselijke chemotherapie (HIPEC) bij patiënten met maagkanker kan niet worden vergoed uit basispakket

De combinatiebehandeling van een maagoperatie met plaatselijke chemotherapie (HIPEC) is een behandeling voor patiënten met maagkanker met uitzaaiingen. De conclusie van Zorginstituut Nederland is dat dit geen effectieve zorg is voor patiënten. Daarmee kan de behandeling bestaande uit een maagoperatie en chemotherapie bij patiënten met maagkanker niet worden vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering.

Aanleiding standpunt behandeling bestaande uit een maagoperatie en chemotherapie

De behandeling bestaat uit een maagoperatie en plaatselijke chemotherapie. Tijdens de operatie wordt eerst (een deel van) de maag met de tumor verwijderd. Vervolgens worden alle zichtbare uitzaaiingen verwijderd. Dat heet cytoreductie. Na de maagoperatie wordt de buik gespoeld met vloeistof waaraan chemotherapie is toegevoegd. Die behandeling heet hypertherme intraperitoneale chemotherapie (HIPEC).

Maagkanker is een agressieve vorm van kanker. Per jaar wordt bij ongeveer 1.000 patiënten maagkanker gevonden. Bij ongeveer 40% van de Nederlandse patiënten zijn uitzaaiingen al aanwezig als de ziekte wordt vastgesteld. De standaardbehandeling in Nederland voor deze patiënten bestaat uit palliatieve systemische chemotherapie. Of best ondersteunende zorg wat specifiek gericht is op het remmen van de ziekte en verminderen van de klachten. Palliatieve systemische therapie is een behandeling die op het hele lichaam is gericht, maar waarbij genezing niet meer mogelijk is. Er zijn nog geen behandelingen beschikbaar die de ziekte kunnen genezen.

Samenvatting van het standpunt

Met ingang van 1 oktober 2017 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de combinatiebehandeling van een maagoperatie en chemotherapie onder voorwaarden toegelaten tot het basispakket voor de behandeling van patiënten met maagkanker en beperkte uitzaaiingen op het buikvlies. De voorwaarde is dat onderzoek wordt gedaan naar de effectiviteit van de behandeling.  

Tijdens deze periode van voorwaardelijke toelating (VT) is een gerandomiseerd vergelijkend onderzoek (RCT) uitgevoerd in Nederland. Wij hebben een beoordeling gedaan met de resultaten van deze Nederlandse studie. Dit deden we om te kijken of behandeling met een operatie en HIPEC betere resultaten oplevert voor patiënten dan de huidige standaardbehandeling. De huidige standaardbehandeling is palliatieve systemische therapie of beste ondersteunende zorg. 

Onze conclusie is dat de combinatiebehandeling niet voldoet aan de ‘stand van de wetenschap en praktijk’ bij de behandeling van de genoemde groep patiënten, en daarmee niet tot het basispakket behoort. In onderzoek is niet aangetoond dat de behandeling leidt tot meer overleving voor patiënten. 

Standpunt beschikbaar eind 2025

Op dit moment is alleen de samenvatting van het standpunt gepubliceerd. Het volledige standpunt kan worden ingezien op het Zorginstituut. Zodra de resultaten van de Nederlandse studie zijn gepubliceerd, wordt het gehele standpunt op deze pagina geplaatst.

Gevolgde procedure

Alleen zorg die écht werkt, mag deel uitmaken van het basispakket van de zorgverzekering. Dit is vastgelegd met de juridische term 'stand van de wetenschap en praktijk'. Vaak is goed duidelijk of zorg uit het basispakket kan worden vergoed, maar niet altijd. In zulke gevallen kan het Zorginstituut zelf beoordelen of die zorg in aanmerking komt voor vergoeding. Zo'n beoordeling noemen we een duiding. De uitkomst van een duiding heet een standpunt. 

Het Zorginstituut heeft bij een standpunt een wettelijke bevoegdheid. Dit betekent dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) er verder niet meer over beslist.

Lees meer informatie over de procedure bij een standpunt op de pagina 'Verduidelijking van het basispakket - standpunten'.

Meer informatie of vragen?

Hebt u vragen over dit standpunt? Dan kunt u deze per e-mail stellen aan Laura Viester via lviester@zinl.nl.