Evaluatie van de ervaringen en kosten van antistollingszorg

In deze evaluatie bekijkt Zorginstituut Nederland wat er in de praktijk van de antistollingszorg is veranderd in de periode 2014 tot en met 2017 door de introductie van directe orale anticoagulantia (DOAC’s) als antistolling. Voorheen kregen patiënten vaak vitamine K-antagonisten (VKA’s) voorgeschreven. Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM) en het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (Nivel).

Aanleiding voor de evaluatie

Het Zorginstituut waakt erover dat onze zorg goed en betaalbaar is én blijft. Adviezen over het basispakket en daarmee vergoeding vanuit het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) spelen hierbij een belangrijke rol. Evaluatie van deze adviezen geeft meer inzicht in de uitwerking van de adviezen in de praktijk.

Doel van de evaluatie

Deze evaluatie heeft als doel het in kaart brengen van:

  1. het huidige behandeltraject van patiënten met atriumfibrilleren of diepe veneuze trombose of longembolie binnen trombosediensten, inclusief de manier van bekostiging van trombosezorg;
  2. ervaringen met antistollingszorg van patiënten met atriumfibrilleren die DOAC’s of VKA’s gebruiken, of die gewisseld zijn van een VKA naar een DOAC;
  3. ontwikkelingen in de antistollingszorg voor de periode 2014 tot en met 2017 in:
    - zorgkosten voor alle patiënten en patiënten met atriumfibrilleren en diepe veneuze trombose of longembolie;
    - therapietrouw (persistentie) voor patiënten met atriumfibrilleren en diepe veneuze trombose of longembolie.

Resultaten van de evaluatie

De evaluatie heeft de volgende bevindingen opgeleverd:

  • de behandeling binnen de trombosediensten op zich niet veranderd. Zij zien weliswaar minder nieuwe patiënten, maar dit zijn vaker complexe patiënten met meerdere aandoeningen tegelijk;
  • patiënten ervaren hoge kwaliteit van leven, ongeacht of zijn DOAC’s of VKA’s gebruiken;
  • de kosten van antistollingszorg zijn gestegen, vooral voor patiënten met atriumfibrilleren;
  • de therapietrouw is niet veranderd.