Standpunt - operatietechniek voor ziekte van Ménière kan niet worden vergoed uit basispakket

Aanleiding voor standpunt EDB

Bij patiënten met de ziekte van Ménière werkt het evenwichtsorgaan niet goed. Dit komt door te veel vocht in het binnenoor. De ziekte zorgt voor hevige aanvallen van draaiduizeligheid en misselijkheid. Of oorsuizen, zoals een piep of ruis in het oor. Het kan ook leiden tot slecht horen. Niet-controleerbaar betekent dat patiënten onvoldoende reageren op medicijnen. Zij kunnen in aanmerking komen voor endolymfatische ductus blokkade (EDB). 

EDB is een nieuwe operatietechniek. Hierbij plaatst de arts een kleine titanium clip in het binnenoor. De clip komt op het kanaal tussen het binnenoor en de hersenvliezen. Normaal stroomt er vocht door dit kanaal. Maar de clip sluit het kanaal af. Dit voorkomt dat er te veel vocht in het binnenoor komt. Zo kan het evenwichtsorgaan beter werken. 

Via de subsidieregeling Veelbelovende zorg is onderzoek gedaan naar de effectiviteit van EDB bij patiënten met niet-controleerbare ziekte van Ménière. Het project startte op 1 augustus 2020 voor een periode van 57 maanden. Hierna deed het Zorginstituut een beoordeling op basis van de onderzoeksresultaten. Dit standpunt is het resultaat van die beoordeling.

Samenvatting van het standpunt

We hebben de effectiviteit van EDB beoordeeld. Dit deden we op basis van bestaande onderzoeken en de studie die is uitgevoerd met behulp van de subsidieregeling Veelbelovende zorg. Effectiviteit betekent dat het inzetten van EDB leidt tot minder aanvallen van draaiduizeligheid en een hogere kwaliteit van leven voor patiënten in vergelijking met de gebruikelijke zorg die in Nederland wordt gegeven. 

De beoordeling is voornamelijk gebaseerd op 2 studies waarin EDB is vergeleken met een placebo-behandeling. De onderzoeksresultaten laten niet zien dat EDB leidt tot minder aanvallen van draaiduizeligheid en een hogere kwaliteit van leven. Daarom is onze conclusie is dat EDB bij niet-controleerbare ziekte van Ménière niet tot het basispakket behoort.

Gevolgde procedure

Alleen zorg die écht werkt, mag deel uitmaken van het basispakket van de zorgverzekering. Dit is vastgelegd met de juridische term 'stand van de wetenschap en praktijk'. Vaak is goed duidelijk of zorg uit het basispakket kan worden vergoed, maar niet altijd. In zulke gevallen kan het Zorginstituut zelf beoordelen of die zorg in aanmerking komt voor vergoeding. Zo'n beoordeling noemen we een duiding. De uitkomst van een duiding heet een standpunt. 

Een standpunt van het Zorginstituut geeft direct duidelijkheid. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beslist hier verder niet meer over. Patiënten, zorgverleners en zorgverzekeraars hebben inspraak tijdens het opstellen van een standpunt. En bij standpunten krijgt het Zorginstituut advies van de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR). Hierin zitten onafhankelijke wetenschappers, artsen, apothekers, methodologen en gezondheidseconomen. Het Zorginstituut weegt al die reacties zorgvuldig mee en stelt het uiteindelijke standpunt vast.

Lees meer informatie over de procedure bij een standpunt op de pagina 'Verduidelijking van het basispakket - standpunten'.

Meer informatie of vragen?

Hebt u vragen over dit standpunt? Mail uw vraag dan via ons contactformulier.