Dit advies van Zorginstituut Nederland gaat over de wet- en regelgeving voor de kortdurende zorg. We brengen dit advies uit op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). We laten zien dat de wet- en regelgeving ruimte biedt voor de ontwikkelingen in en passende inzet van de kortdurende zorg. En waar nog belemmeringen zitten in de praktijk. In dit advies beschrijven wij mogelijkheden om die belemmeringen op te heffen. Hiermee ondersteunen we de ontwikkelingen naar meer passende kortdurende zorg in het tijdelijk verblijf en thuis.
Stand van zaken: advies gestuurd naar de minister
Het Zorginstituut heeft dit advies naar de minister van VWS gestuurd. De minister kan op basis van dit advies beslissen om de wet- en regelgeving voor kortdurende zorg aan te passen.
Vormen van kortdurende zorg
Kortdurende zorg is tijdelijke zorg voor wie meer zorg nodig heeft dan de huisarts, wijkverpleging en fysiotherapeut in de eerste lijn standaard bieden. De zorg waar het advies over gaat valt in de meeste gevallen onder de Zorgverzekeringswet (Zvw). Het kan ook gaan om zorg uit de Wet langdurige zorg (Wlz).
Bij zorg vanuit de Zvw gaat het om:
- geriatrische revalidatiezorg in een instelling of thuis (GRZ)
- zorg in het eerstelijnsverblijf (ELV-zorg)
- wijkkliniekzorg (ziekenhuiszorg in een instelling buiten het ziekenhuis)
- trajectzorg thuis onder regie van een specialist ouderengeneeskunde (SO).
Bij zorg vanuit de Wlz gaat het om opname voor:
- herstelgerichte behandeling met verpleging en verzorging bij het zorgprofiel VV9b
- crisiszorg verpleging en verzorging.
Aanleiding: biedt de wet ruimte voor ontwikkelingen in kortdurende zorg?
De kortdurende zorg is aan het veranderen. Er wordt toegewerkt naar één tijdelijk verblijf voor kortdurende zorg vanuit de Zvw. Daar kunnen GRZ, ELV-zorg en wijkkliniekzorg flexibel en op maat worden ingezet. En ook komen er meer mogelijkheden voor kortdurende zorg thuis. Bijvoorbeeld GRZ en trajectzorg thuis onder regie van een specialist ouderengeneeskunde. De vraag is of voor deze ontwikkelingen de wet- en regelgeving aangepast moet worden.
Samenvatting: aanbevelingen aan VWS voor passende kortdurende zorg
In dit advies benoemen we mogelijkheden om belemmeringen voor de ontwikkelingen in de kortdurende zorg weg te nemen. We adviseren de volgende aanpassingen in de wet- en regelgeving:
- Vergoed geriatrische revalidatiezorg niet meer alleen vanuit de Zvw, maar ook vanuit de Wlz.
- Voor mensen die na opname in een instelling moeten herstellen: overweeg om de eerste 20 behandelingen voor fysio- en oefentherapie gericht op dat herstel te vergoeden uit het basispakket. Dit kan ervoor zorgen dat mensen korter in het tijdelijk verblijf blijven.
We geven ook aanbevelingen die niet over de wet- en regelgeving gaan:
- Geef zorgaanbieders en beroepsgroepen ruimte om kortdurende zorg thuis verder te ontwikkelen en te beschrijven.
- Verzoek de beroepsgroepen van SO’s, huisartsen en artsen verstandelijk gehandicapten (VG) om de ontwikkelingen op te nemen in het afwegingsinstrument voor het bepalen welke zorg iemand nodig heeft.
- Stimuleer dat zorgaanbieders, zorgverzekeraars en zorgkantoren afspraken maken over kortdurende zorg op het grensvlak van de Zvw en Wlz.
- Bied wijkkliniekzorg voorlopig aan als een aparte zorgvorm in het tijdelijk verblijf.
Vervolgstappen op weg naar passende zorg
De kortdurende zorg zal zich blijven ontwikkelen. Het Zorginstituut volgt deze ontwikkelingen op de voet en blijft in gesprek met alle betrokken partijen. We brengen daarom jaarlijks de inzet van kortdurende zorg in kaart. We delen en bespreken deze informatie met alle partijen die betrokken zijn bij kortdurende zorg.
Meer informatie of vragen?
Hebt u een vraag over dit advies? Stuur dan een e-mail naar tvreugdenhil@zinl.nl.