Vaccinatie pneumokokken 60-plussers buiten Zorgverzekeringswet om financieren

De Gezondheidsraad adviseert de staatssecretaris van VWS om mensen van 60 jaar tot 75 jaar elke 5 jaar te vaccineren tegen pneumokokken. Omdat de Zorgverzekeringswet (Zvw) er niet is voor het verzekeren van collectieve preventie, kan dat echter niet uit de Zvw betaald worden. Eerder heeft het Zorginstituut al geoordeeld dat algemene vaccinatie tegen pneumokokken, zonder individuele zorgvraag, geen verzekerde zorg is. In een gezamenlijke notitie leggen de organisaties de staatssecretaris van VWS de overwegingen voor. Zijn voorganger vroeg in 2016 aan beide organisaties een advies uit te brengen om vervolgens een goede afweging te kunnen maken over de inzet van dit vaccin.

De foto toont een tafel met een dienblad met daarop twee spuiten, watjes en pleisters

Inenting tegen pneumokokken

De pneumokok is een bacterie die bij veel mensen in de neusholte zit en doorgaans geen ziekteverschijnselen geeft. Bij sommige mensen kan wel ernstige pneumokokkenziekte ontstaan, vooral bij kinderen onder de 2 jaar en bij ouderen vanaf ongeveer 60 jaar. Sinds 2006 worden zuigelingen en jonge kinderen binnen het rijksvaccinatieprogramma ingeënt tegen pneumokokkeninfectie. Voor mensen met een sterk verminderde afweer en bepaalde chronische aandoeningen wordt het vaccin onder bepaalde strikte voorwaarden via de zorgverzekering vergoed.

Advies Gezondheidsraad

Vaccinatie tegen pneumokokken is volgens de Commissie Vaccinaties van de Gezondheidsraad  van belang voor ouderen tussen de 60 en 75 jaar, omdat de werking van het immuunsysteem afneemt met de leeftijd en zij daarom steeds kwetsbaarder  worden voor infectieziekten. Met vaccinatie wordt een aanmerkelijk aantal sterfgevallen en ziektegevallen door pneumokokken voorkomen, tegen een aanvaardbaar risico op milde bijwerkingen.
De Gezondheidsraad acht vaccinatie tegen pneumokokken voor ouderen van collectief belang en ziet daarmee een rol weggelegd voor de overheid.

Advies Zorginstituut

Het Zorginstituut heeft in 2016 al geadviseerd om het vaccin Prevenar® 13 niet te laten vergoeden uit het basispakket. Dit vaccin is geïndiceerd voor de preventie van pneumokokkenziekten. Om in aanmerking te komen voor vergoeding uit het basispakket moet er expliciet sprake zijn van een verhoogd risico op basis van individuele risicofactoren zoals onderliggende comorbiditeiten. Omdat uit het  onderzoek geen conclusies zijn te trekken over de effectiviteit van dit vaccin bij personen van 65 tot en met 74 jaar met een hoog risicoprofiel, kan het vaccin niet worden beschouwd als een geïndiceerde preventie.

Samenwerking advisering vaccinaties Gezondheidsraad en Zorginstituut

Op verzoek van de minister van VWS is, na een proefperiode van 2 jaar, besloten om het samenwerkingsverband tussen de Gezondheidsraad en het Zorginstituut voor de advisering over vaccinaties voor te zetten.
De organisaties hebben verschillende bevoegdheden. De Gezondheidsraad inventariseert de stand van de wetenschap over vaccinaties, en adviseert over een optimale strategie van vaccinaties vanuit een wetenschappelijk perspectief. Het Zorginstituut heeft een adviestaak met betrekking tot eventuele opname van specifieke vaccins in het basispakket waarbij het gaat om geïndiceerde preventie.
De beide organisaties sturen het ministerie dan ook vanuit hun eigen taak een advies, als ook een gezamenlijk advies. Op basis van deze adviezen en de oplegnotitie neemt de minister of staatssecretaris een besluit over de positionering en financiering van het vaccin of de vaccinatie in het zorgstelsel.