Anticonceptiemiddelen (Zvw)

Verzekerden jonger dan 21 jaar kunnen in aanmerking komen voor bepaalde vormen van (hulpmiddelen voor) anticonceptie. Er is een verschil tussen hulpmiddelen voor anticonceptie en middelen voor anticonceptie die onder geneesmiddelen vallen. De geneesmiddelen bevatten hormonen, de hulpmiddelen niet.

Hulpmiddelen voor anticonceptie

Een verzekerde jonger dan 21 jaar kan recht hebben op de volgende hulpmiddelen voor anticonceptie:

  • pessarium
  • koperhoudende spiraaltje

Plaatsing in het ziekenhuis

Als in het ziekenhuis een pessarium wordt aangemeten, of als een koperhoudend spiraaltje in het ziekenhuis wordt geplaatst, valt het hulpmiddel onder de geneeskundige zorg. De zorg is onderdeel van de kosten van de zorg in het ziekenhuis. De zorgverzekeraar vergoedt de kosten dan rechtstreeks aan het ziekenhuis. Lees meer over geneeskundige zorg op de pagina 'Medisch specialistische zorg'.

Overige middelen voor anticonceptie

Andere middelen voor anticonceptie vallen onder geneesmiddelen. Deze worden ook uit het basispakket vergoed voor vrouwen tot 21 jaar. Het gaat hierbij om:

  • Anticonceptiepil (‘gewone’ pil)
  • Evrapleister (pleisterpil)
  • Implanon (anticonceptiestaafje met hormoonafgifte voor onder de huid)
  • Mirenaspiraal (hormoonspiraal die wordt ingebracht in de baarmoeder)
  • NuvaRing of Anticonceptiering (ring met hormonen die wordt ingebracht in de vagina)
  • Prikpil (3-maandelijkse injectie met hormonen)

In sommige gevallen komen ook vrouwen ouder dan 21 jaar voor vergoeding in aanmerking.

Geen vergoeding

Condooms worden niet vergoed.

Eigen risico

Anticonceptiemiddelen voor verzekerden tussen de 18 en 21 jaar vallen onder het eigen risico.

Regelgeving

De aanspraak op anticonceptiemiddelen staat beschreven in: