Vervolgadvies over voorwaardelijke toelating larotrectinib (Vitrakvi®)

Zorginstituut Nederland adviseert de minister voor Medische Zorg om larotrectinib (Vitrakvi®)  voorwaardelijk toe te laten tot het basispakket. Eerder adviseerde het Zorginstituut de minister voor Medische Zorg en Sport larotrectinib aan te merken als potentiële kandidaat aan te merken voor de Voorwaardelijke toelating weesgeneesmiddelen, conditionals en exceptionals. Dit advies is het vervolg op die aanmerking.

Larotrectinib (Vitrakvi®) is geregistreerd voor de behandeling van volwassen en pediatrische patiënten met solide tumoren (kanker) die een neurotrofe tyrosine receptor kinase (NTRK)-genfusie vertonen.

Advies van het Zorginstituut

Larotrectinib is geregistreerd voor de behandeling van volwassen en pediatrische patiënten met solide tumoren (kanker) die een neurotrofe tyrosine receptor kinase (NTRK)-genfusie vertonen.

Larotrectinib is een NTRK-remmer met een tumor-agnostische indicatie. Een tumor-agnostisch geneesmiddel is een geneesmiddel dat toegepast wordt bij tumoren die een bepaalde genetische mutatie vertonen, ongeacht de locatie van de tumor. Dit in tegenstelling tot de meeste geneesmiddelen voor de behandeling van tumoren, die uitgaan van het specifieke orgaan of weefsel waarin de tumor is ontstaan.

Van het geneesmiddel larotrectinib kan met het huidige beoordelingskader niet worden vastgesteld of het voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk. De tumor-agnostische benadering is innovatief en stelt ons voor nieuwe vragen. Wereldwijd is er onvoldoende kennis over de onderzoeksmethodiek die toegepast moet worden om aan te tonen dat het middel bewezen effectief is. Veldpartijen zien larotrectinib als een veelbelovend middel.

Het Zorginstituut adviseerde de minister voor Medische Zorg op 10 maart 2021 om larotrectinib als potentiële kandidaat voor de voorwaardelijke toelating aan te merken. Door de verruiming van het beleidskader van de voorwaardelijke toelating voor tumor-agnostische geneesmiddelen, voldoet larotrectinib aan de criteria voor voorwaardelijke toelating, namelijk:

  • larotrectinib is door de EMA geregistreerd en heeft de status van weesgeneesmiddel en conditional;
  • er is sprake van een unmet medical need;
  • de registratiehouder is hoofdindiener en een onafhankelijke onderzoeksinstelling, de beroepsgroep en de patiëntenvereniging staan achter de aanvraag;
  • tijdens Fase 1 worden aanvullende gegevens verzameld in de internationale studies die verplicht zijn door de EMA. Daarnaast worden de Nederlandse patiënten opgenomen in een register, waarmee wordt voldaan aan de onderzoekseis van de voorwaardelijke toelating;
  • na het tot stand komen van het beoordelingskader voor tumor-agnostische geneesmiddelen, volgt op basis van tot dan toe verzamelde (internationale) data een pakketbeoordeling door het Zorginstituut;
  • als na Fase 1 nog geen antwoord op de pakketvraag kan worden gegeven, start Fase 2 van de voorwaardelijke toelating.

In de brief van 16 augustus 2021 adviseert het Zorginstituut de minister om  larotrectinib voor een periode van 3,5 jaar voorwaardelijk toe te laten tot het basispakket, zodat kan worden gestart met Fase 1. De relevante partijen hebben na het advies van 10 maart in een convenant afspraken gemaakt over de aan de voorwaardelijke toelating gekoppelde aanvullende dataverzameling. Ook zijn er afspraken over de afwikkeling na afloop van de periode van voorwaardelijke toelating. Het Zorginstituut vindt dat de gemaakte afspraken voldoende garanties bieden om het traject zorgvuldig en succesvol te laten verlopen.

Tijdelijke toelating tot het basispakket

Sinds 1 januari 2012 kan zorg die niet aan 'de stand van wetenschap en praktijk' voldoet, dus zorg die niet bewezen effectief is, toch tijdelijk toegelaten worden tot het basispakket. We noemen dit 'voorwaardelijke toelating'. De voorwaarde is dat de onderzoeksgroep gedurende de periode van de voorwaardelijke toelating gegevens verzamelt over de effectiviteit én de kosteneffectiviteit van de zorg. Aan de hand van deze gegevens kan na afloop van de periode van voorwaardelijke toelating worden vastgesteld of de zorg definitief onderdeel kan zijn van het basispakket.