Voorbeelden van passende zorg
Met passende zorg kunnen we ervoor zorgen dat iedereen ook in de toekomst goede zorg kan krijgen. Dat is zorg die werkt, zo dicht mogelijk bij de patiënt en waarbij patiënt en zorgverlener samen beslissen. Met meer inzet op gezondheid en wat iemand wel kan en minder focus op ziekte en behandeling.
De 4 basisprincipes
Passende zorg heeft 4 basisprincipes:
- Passende zorg is zorg die werkt tegen een redelijke prijs.
- Passende zorg betekent dat patiënt en zorgverlener samen beslissen.
- Passende zorg wordt waar dat kan, zo dicht mogelijk bij de patiënt georganiseerd.
- Passende zorg gaat niet alleen over ziekte, maar ook over gezondheid en zelfredzaamheid.
Voorbeelden van passende zorg
Prostaatkanker is in Nederland de meest voorkomende kankersoort bij mannen van 55 jaar en ouder. Recent Nederlands onderzoek van samenwerkende ziekenhuizen laat zien dat 41% van 2500 patiënten nog intensief is doorbehandeld in de laatste 3 maanden voor hun overlijden. Dit zijn behandelingen die de levensduur niet verlengen, maar die wel zware bijwerkingen kunnen hebben. Daardoor hebben mensen in hun laatste levensfase een slechtere kwaliteit van leven.
Passende zorg bij prostaatkanker
Als passende zorg nu al de norm was, dan zouden waarschijnlijk veel van deze patiënten niet kiezen voor doorbehandelen. Die keuze maken ze niet alleen, maar samen met hun arts en met hun naasten. Als patiënten en hun arts samen goede gesprekken voeren, met aandacht voor hun persoonlijke situatie en behoeften, dan kiezen mensen vaak voor meer levenskwaliteit in de laatste fase. Dit blijkt uit onderzoek. Zij kiezen dan voor zorg die pijn en andere klachten verlicht.
Leggen we de zorg bij uitbehandelde prostaatkanker langs de basisprincipes van passende zorg, dan betekent dit het volgende.
- Samen beslissen: dit geeft de patiënt de mogelijkheid om beter te bepalen hoe de laatste fase eruitziet.
- Effectieve zorg: doorbehandelen is hier meestal geen effectieve zorg. De zorg is wel effectief als deze gericht is op het wegnemen van pijn en ongemak in de laatste levensfase. Zo kunnen mensen hun leven waardiger eindigen.
- Zorg dicht bij de patiënt: doorbehandelen zorgt er meestal voor dat de patiënt naar het ziekenhuis moet. Zorg gericht op het verlichten van pijn en andere klachten kan daar worden gegeven waar de patiënt dat het liefste wil. Dus ook thuis.
- Zorg gaat niet alleen over ziekte: niet doorbehandelen en alleen pijn en ongemak wegnemen, geeft deze patiënten de mogelijkheid om een betere kwaliteit van leven in de laatste fase te hebben.
In Nederland hebben zo’n 1,17 miljoen mensen een licht verstandelijke beperking (LVB). Zij hebben een lager intelligentieniveau en moeite zich te redden in de maatschappij. Mensen met een LVB maken meer gebruik van zorg. Gemiddeld 4 op de 5 mensen met een LVB bezoekt minimaal eens per jaar de huisarts. In de algemene bevolking is dat 2 op de 3. Mensen met een LVB hebben meer moeite te begrijpen wat ze mankeren, hoe ze medicijnen moeten gebruiken of adviezen moeten opvolgen. Ze gaan ook vaker naar een specialist en zoeken vaker psychische hulp. Zorgverleners zijn niet altijd op de hoogte dat iemand een LVB heeft. Hierdoor wordt soms niet de best passende zorg gegeven.
Passende zorg bij mensen met een licht verstandelijke beperking
Huisartsen kunnen meer passende zorg verlenen als ze beter een licht verstandelijke beperking bij iemand herkennen. Ook helpt het als zij weten hoe zij het gesprek kunnen voeren met mensen met een LVB. Mensen met een LVB voelen zich dan meer gehoord en begrepen. Samen met hun huisarts kunnen ze beter beslissen over wat er met hun hulpvraag moet gebeuren. Zij kunnen hun klachten op tijd laten behandelen, krijgen vaker de juiste medicatie en kunnen de behandel- en medicatie-adviezen beter opvolgen. Ook ontstaat meer passende zorg als er nog meer wordt samengewerkt tussen verschillende hulpverleners. Zo kan een huisarts de medische klacht behandelen en voor passende zorg doorverwijzen naar een arts verstandelijk gehandicapten. Of de arts schakelt het sociale wijkteam in als er sociale of financiële problemen zijn.
Leggen we de zorg voor mensen met een LVB langs de basisprincipes van Passende zorg, dan betekent dit het volgende.
- Samen beslissen: mensen met een LVB voelen zich meer gehoord en begrepen als hun arts goed op de hoogte is van hun persoonlijke situatie. Dat betekent dat de huisarts in gesprekken rekening houdt met de licht verstandelijke beperking en daarnaast weet wat er thuis of bijvoorbeeld op het werk speelt. Hierdoor kunnen mensen met een LVB samen met hun huisarts beter beslissen wat er met hun hulpvraag moet gebeuren.
- Effectieve zorg: door goede communicatie zal iemand met een LVB eerder de juiste behandeling ontvangen, deze beter begrijpen en gemotiveerder zijn om de adviezen op te volgen. De praktijkondersteuner van de huisarts kan hieraan bijdragen door vaker contact te zoeken.
- Zorg dicht bij de patiënt: door waar nodig vaker samen te werken met andere zorg- en hulpverleners, zoals een arts verstandelijk gehandicapten of professionals uit het sociaal wijkteam, krijgen mensen met een LVB vaker de juiste hulp.
- Zorg gaat niet alleen over ziekte: door samenwerking tussen zorg- en andere hulpverleners zal sneller duidelijk worden welke hulp echt gaat bijdragen. Dit kan verder gaan dan alleen zorg verlenen.
Ruim 600.000 mensen hebben COPD, een chronische longziekte die de longen beschadigt. Mensen met COPD hebben minder zuurstof. Hierdoor zijn ze benauwd en hebben ze minder energie. Mensen met COPD kunnen niet genezen. Hun behandeling begint meestal bij de huisarts. Die behandeling bestaat onder andere uit leren omgaan met de ziekte, aanpassingen in voeding en beweging en (inhalatie)medicatie.
COPD-patiënten kunnen een longaanval (exacerbatie) krijgen. Hierdoor verergeren hun klachten en hebben ze vaak meer zorg nodig. Per jaar belanden 30.000 mensen met COPD in het ziekenhuis met een longaanval. De helft hiervan (15.000) wordt 2 keer per jaar met een longaanval in het ziekenhuis opgenomen. En 3000 patiënten zelfs 3 keer of vaker.
Passende zorg bij COPD
Mensen met COPD die met een longaanval in het ziekenhuis komen, krijgen passende zorg als zij worden behandeld volgens de Kwaliteitsstandaard ‘COPD-longaanval met ziekenhuisopname’. Hierin staat wat goede zorg is, tijdens de opname, na ontslag uit het ziekenhuis en structureel. Belangrijke onderdelen van die standaard zijn: een richtlijn voor artsen, aandacht voor de behoeften van de patiënt, zorg die doorgaat na de ziekenhuisopname en goede samenwerking tussen zorgverleners.
Leggen we de zorg voor mensen met een COPD-longaanval met ziekenhuisopname langs de basisprincipes van Passende zorg, dan betekent dit het volgende.
- Samen beslissen: patiënten voeren gesprekken met verschillende zorgverleners op vaste tijdstippen en krijgen goede voorlichting tijdens en na een ziekenhuisopname. Zo krijgen patiënten inzicht in de oorzaken van een longaanval en leren zij hoe zij een longaanval kunnen voorkomen.
- Effectieve zorg: door de gestructureerde aanpak en de goed georganiseerde samenwerking van zorgverleners krijgen patiënten zorg die echt werkt. Uit onderzoek blijkt dat zij minder longaanvallen hebben, en minder vaak en korter in het ziekenhuis liggen.
- Zorg dicht bij patiënt: patiënten krijgen zorg op de juiste plek. In het ziekenhuis als het moet, thuis als het kan.
- Zorg gaat niet alleen over ziekte: de zorg is gericht op het voorkomen van volgende longaanvallen. Hierbij staat voorop dat patiënten een goede kwaliteit van leven houden en zo lang mogelijk kunnen blijven functioneren in het dagelijks leven.