Herziening richtlijn voor economische evaluaties in de gezondheidszorg
Zorginstituut Nederland werkt aan de herziening van de ‘Richtlijn voor het uitvoeren van economische evaluaties in de gezondheidszorg’ uit 2016. Ook de bijbehorende verdiepingsmodules worden herzien.
Aanleiding voor herziening van de richtlijn
Een economische evaluaties geeft inzicht in de verhouding tussen de effectiviteit van een behandeling en de kosten die gemaakt moeten worden om dit effect te bereiken. Dit heet ‘kosteneffectiviteit’ en is een criterium dat helpt om keuzes in de zorg te maken. Bij het bepalen van de kosteneffectiviteit wordt een nieuwe behandeling vergeleken met de bestaande vorm van zorg voor een patiëntengroep. Met het oog op passend pakketbeheer en om de zorg voor iedereen betaalbaar en toegankelijk te houden, is het belangrijk dat er een goede afweging wordt gemaakt tussen de effecten en kosten van nieuwe interventies in de zorg.
In 2016 verscheen daarvoor de ‘Richtlijn voor economische evaluaties in de gezondheidszorg’. Mede door de introductie van het Integraal Zorgakkoord gaan economische evaluaties een steeds grotere rol spelen in beleidsbeslissingen. Ook zijn er doorlopend methodologische ontwikkelingen op het gebied van economische evaluaties, waardoor de richtlijn en bijbehorende verdiepingsmodules uit 2016 toe waren aan een herziening. Daarom ontwikkelt het Zorginstituut in 2023 een nieuwe editie.
Reikwijdte van de richtlijn
De richtlijn vormt het uitgangspunt bij het opstelling van economische evaluaties van interventies in de zorg. Dit kan gaan over geneesmiddelen, maar bijvoorbeeld ook over operaties, hulpmiddelen of andere soorten interventies. Het is belangrijk dat economische evaluaties op een eenduidige manier worden uitgevoerd, zodat een vergelijking tussen verschillende interventies mogelijk is.
Verdiepingsmodules bij de richtlijn
Bij de richtlijn horen een aantal verdiepingsmodules die ook worden herzien. Ze geven meer informatie over een aantal specifieke onderdelen van een economische evaluatie. De titels van de verdiepingsmodules zijn:
- Kostenhandleiding;
- QALY en kwaliteit van leven metingen;
- Onzekerheid en Value Of Information (VOI).
Uitvoering van de richtlijnherziening
Het Zorginstituut heeft een tijdelijke externe adviescommissie aangesteld voor de herziening van de richtlijn en de verdiepingsmodules ‘QALY en kwaliteit van leven metingen’ en ‘Onzekerheid en Value Of Information (VOI)’.
De herziening van de kostenhandleiding is via een DAS-procedure als opdracht gegund aan iMTA/ESHPM. Het Zorginstituut heeft hierbij de taak die opdracht te begeleiden en inhoudelijk bij te dragen.
Voor informatie
Voor meer informatie over dit project kunt u per e-mail contact opnemen via warcg@zinl.nl.
Planning, ingangsdatum en overgangsperiode
Het Zorginstituut publiceert op 16 januari 2024 een herziening van de ‘Richtlijn voor het uitvoeren van economische evaluaties in de gezondheidszorg’. Vanaf 1 juni 2024 moeten alle proefdossiers ingediend worden volgens de herziene richtlijn. Vanaf 1 oktober 2024 moeten alle definitieve dossiers ingediend zijn volgens de herziene richtlijn.
De periode tussen 16 januari 2024 en 1 oktober 2024 is een overgangsperiode. Het Zorginstituut beveelt u aan om tijdens de overgangsperiode proefdossiers en bijbehorende definitieve dossiers in te dienen volgens de herziene richtlijn. Tot 1 juni 2024 kunt u nog een proefdossier indienen volgens de oude richtlijn. Daarbij geldt als voorwaarde dat het complete, definitieve dossier voor 1 oktober 2024 ingediend moet zijn volgens de oude richtlijn.
Beoordeling dossiers tijdens overgangsperiode
In de overgangsperiode tussen 16 januari 2024 en 1 oktober 2024 gelden de volgende zaken.
- Een compleet, definitief dossier dat is ingediend voor 16 januari 2024, wordt volgens de oude richtlijn beoordeeld.
- Als een proefdossier is ingediend voor 16 januari 2024 en het complete, definitieve dossier voor 1 oktober 2024 is ingediend, wordt het dossier beoordeeld volgens de oude richtlijn.
- Als een proefdossier tussen 16 januari en 1 juni 2024 is ingediend volgens de oude richtlijn dan moet het complete, definitieve dossier voor 1 oktober 2024 (ook volgens de oude richtlijn) ingediend zijn om volgens de oude richtlijn beoordeeld te worden.
- Als een proefdossier tussen 16 januari en 1 juni 2024 is ingediend volgens de herziene richtlijn, dan moet het definitieve dossier ook volgens de herziene richtlijn ingediend worden. Zowel het proefdossier als het definitieve dossier worden beoordeeld volgens de herziene richtlijn.
Aandachtspunten bij indienen dossier in 2024
Bent u van plan in 2024 een dossier in te dienen? Dan vraagt het Zorginstituut uw aandacht voor het volgende.
- Tot 1 juni 2024 kunt u ervoor kiezen om een proefdossier volgens de oude of herziene richtlijn in te dienen. Bij indiening van het dossier maakt u een duidelijke keuze voor de oude of herziene richtlijn. Een dossier kan niet deels volgens de oude en deels volgens de herziene richtlijn worden opgesteld. Als u ervoor kiest om een proefdossier in te dienen volgens de oude richtlijn, dan kiest u er ook voor om het complete, definitieve dossier voor 1 oktober 2024 volgens de oude richtlijn in te dienen.
- Als het definitieve dossier niet compleet is, bijvoorbeeld door inhoudelijke of methodologische gebreken, en het dossier niet voor 1 oktober 2024 compleet is aangevuld, dan moet het dossier alsnog volgens de herziene richtlijn worden ingediend. Daarom raadt het Zorginstituut u aan om een definitief dossier volgens de oude richtlijn voor 1 september 2024 in te dienen. Het Zorginstituut zal u dan voor 15 september 2024 laten weten of het dossier compleet is. Als het dossier niet compleet blijkt, bent u dan nog in de gelegenheid om een compleet dossier in te dienen voor 1 oktober 2024.
- Als het definitieve dossier niet voor 1 oktober 2024 is ingediend, dan zal het dossier beoordeeld worden volgens de herziene richtlijn. Het dossier moet dan dus volgens de herziene richtlijn zijn opgesteld.
Betrokken partijen
De tijdelijke externe adviescommissie bestaat uit:
- Prof. dr. G.A. de Wit (voorzitter)
- Dr. H.M. Blommestein
- Prof. dr. J.E. Bosmans
- Prof. dr. W.B.F. Brouwer
- Prof. dr. J.J. van Busschbach
- Prof. dr. M.A. Joore
- Prof. dr. H. Koffijberg
- Prof. dr. T.L. Feenstra
Verantwoordelijk voor de herziening van de kostenhandleiding:
- Institute for Medical Technology Assessment (iMTA)
- Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM), Erasmus Universiteit Rotterdam
Geconsulteerde partijen voor de richtlijn:
- Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG)
- HollandBIO
- Nefemed
- Zorgverzekeraars Nederland (ZN)
- Consultancybedrijven op het gebied van market access
- Academische HTA-groepen
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
- Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)
- ZonMw