Onderzoek en wetenschap

Het Zorginstituut is geen wetenschappelijk instituut, maar wél een kennisinstituut. Onze werkzaamheden vragen om kennisintensief werk, waarbij wetenschappelijk onderzoek op verschillende manieren een rol speelt. Om onze ambities te realiseren zijn we mede afhankelijk van beslissingen en gedrag van andere partijen in de zorg. Om die reden wil het Zorginstituut overtuigingskracht en inhoudelijk gezag hebben. Onderzoek draagt daaraan bij. Zonder wetenschappelijke input en ontwikkeling verliezen we de aansluiting met ontwikkelingen in de samenleving, de zorg en de industrie.

Meerjaren onderzoeksprogramma

De zorg staat nooit stil. Er komen veel belangrijke ontwikkelingen op ons. Dit roept vragen op over hoe we hiermee om kunnen gaan. Met behulp van het meerjaren onderzoeksprogramma willen we eraan bijdragen dat het Zorginstituut klaar is voor deze toekomstige vraagstukken. Hiervoor hebben we 4 prioriteiten geformuleerd, waar we ons, met behulp van onderzoek, op gaan richten in de komende jaren.

  1. Toekomstbestendig pakketbeheer
    Er komen nieuwe typen, gepersonaliseerde geneesmiddelen en andere innovaties op ons af. Hierbij moeten wij scherp krijgen of, en zo ja, hoe die met (bestaande) onderzoekstechnieken onderzocht kunnen worden. Bijvoorbeeld hoe kunnen individuele behandelkeuzen worden gegeneraliseerd naar pakketbeslissingen? Dit roept de vraag op, voor toekomstig pakketbeheer, hoe we zicht krijgen op nieuwe interventies en hun verwachte meerwaarde en vervolgens hoe we de beschikbare evidence kunnen toetsen op (kosten)effectiviteit.

  2. Gebruik van data
    Voor Zinnige Zorg, pakketbeheer en fondsbeheer moet we ons steeds vaker bedienen van data uit de klinische praktijk alsook van administratieve data. Onderzoek moet uitwijzen met welke data een betrouwbaar beeld is te schetsen wanneer voor welke patiënt sprake is van goede zorg, of deze zorg geleverd wordt en tegen welke kosten.
  3. Systeemwereld en leefwereld
    Landelijke adviezen (de 'systeemwereld') bereiken vaak met vertraging – en soms zelfs helemaal niet - de werkvloer waar patiënten en zorgverleners beslissen over zorg en ondersteuning (de 'leefwereld'). Het Zorginstituut wil adviezen maken die impact hebben in de 'leefwereld'. Daarom is het belangrijk te weten wat er onder patiënten en zorgverleners speelt, hoe de werkvloer met onze adviezen omgaat en hoe zowel de ‘leefwereld’ als de ‘systeemwereld’ (beter) met deze adviezen aan de slag kan.
  4. Burger- en patiëntenparticipatie
    Burger- en patiëntenparticipatie is gericht op het creëren van draagvlak voor het behoud van betaalbare zorg en goede informatie aan burgers en patiënten. Zij moeten input kunnen leveren aan de adviezen van het Zorginstituut. Daarom wil het Zorginstituut weten hoe het burgers en patiënten kan ondersteunen 'in de spreekkamer' en in andere situaties waarin goed geïnformeerde burgers en patiënten kunnen meebeslissen.

Het Zorginstituut wil de kennis rond deze thema’s vergroten met onderzoek dat bruikbaar is voor ons beleid. Dit doen we door de positie van onze academische werkplaatsen te versterken en een kennisnetwerk op te stellen met kenniscoördinatoren rondom een bepaald onderwerp. Deze 2 onderdelen, de academische werkplaatsen en het kennisnetwerk, zullen sterk verweven zijn zodat onderzoeksresultaten vertaald kunnen worden naar beleid, en beleidsproblemen naar onderzoek. Ook willen we met deze programmering meer de samenwerking met onderzoekspartijen aan gaan, om zo elkaar te versterken, te verbinden en te inspireren. Deze onderzoeksprogrammering moet bijdragen aan toekomstbestendige uitvoering van onze taken ten behoeve van 17 miljoen Nederlanders.