Oud standpunt diagnostiek CTG verloskundigen in de eerste lijn (2020)

De Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) hebben in 2020 bij het Zorginstituut de vraag neergelegd of het cardiotocogram (CTG) bij een aantal indicaties te kwalificeren is als ‘zorg zoals verloskundigen die plegen te bieden’. Het Zorginstituut was toen van mening dat dit (nog) niet beschouwd kon worden als een onderdeel van het professionele arsenaal van de verloskundige beroepsgroep in de eerste lijn. In 2021 heeft het Zorginstituut opnieuw een beoordeling gedaan en geconcludeerd dat verloskundigen onder voorwaarden wel een CTG mogen maken.

Nieuwe beoordeling 2021

Op 31 mei 2021 heeft het Zorginstituut in een brief aan de NZa laten weten dat op basis van de KNOV-standaard ‘Antenataal CTG in de eerstelijns verloskundigenpraktijk’ (2021) het maken van een antenataal CTG kan worden gekwalificeerd als ‘zorg zoals verloskundigen die plegen te bieden’. Volgens deze nieuwe beoordeling mogen verloskundigen in eerste lijn onder gestelde voorwaarden hartfilmpjes (CTG’s) van ongeboren baby’s maken.