Hoe zit het echt?
Dit veelgehoorde verwijt is gestoeld op 2 veronderstellingen. De eerste is dat wij als Zorginstituut autonoom besluiten nemen over welke zorg wel of niet vergoed mag worden, zonder dat we ons iets zouden aantrekken van de mening en expertise van artsen. Het tegendeel is waar: we laten ons juist sterk in met dokters en zorgverleners. Allereerst is een groot deel van onze eigen medewerkers opgeleid tot medicus, gezondheidswetenschapper of zorgverlener. Daarnaast betrekken we de beroepsgroepen bij al onze adviezen en baseren we ons op onderzoek dat juist vaak door artsen gedaan is. De tweede veronderstelling is gebaseerd op het idee dat we ons bemoeien met de zorg die de arts aan zijn patiënt geeft. Ook dit klopt niet: elke arts kan voorschrijven wat hij wil en is verantwoordelijk voor de zorg aan zijn patiënt. We gaan dus niet op de stoel van de individuele arts zitten. Maar om de zorg betaalbaar te houden, stellen wij wel de kaders van wat goede, effectieve zorg is, gebaseerd op breed onderzoek onder een grote patiëntengroep.
Conclusie: het Zorginstituut neemt geen autonome beslissingen over de vergoeding van zorg en bemoeit zich niet met de zorgrelatie tussen de arts en zijn patiënt.