Advies machineperfusie bij harttransplantatie

Zorginstituut Nederland adviseert het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om machineperfusie bij harttransplantatie te laten instromen in het basispakket vanaf 2024. Dit betekent dat deze behandeling vanaf 1 januari 2024 wordt vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering. Daarnaast adviseren wij om de uitkomsten van machineperfusie jaarlijks te evalueren.

Vergroten aanbod hartdonoren

De wachtlijst voor een donorhart is groot, maar het aanbod is beperkt. Op dit moment worden in Nederland ongeveer 40 transplantaties per jaar uitgevoerd met DBD-harten. DBD staat voor donation after brain death, oftewel donatie na hersendood. Als aan deze behandeloptie transplantaties met DCD-harten kunnen worden toegevoegd, kan het aanbod donorharten verdubbelen. DCD staat voor donation after circulatory death, oftewel donatie na hartstilstand. Er is dan geen bloedsomloop meer.

Over de behandeling

Vanaf 2015 wordt DCD-harttransplantatie met ex vivo machineperfusie uitgevoerd. Ex vivo betekent buiten het lichaam. Tijdens de transplantatie kan schade aan het donorhart ontstaan. Door machineperfusie kan deze schade beperkt worden en de functie van het hart getest worden. Dit maakt transplantatie bij DCD-harten mogelijk, waardoor er meer donorharten beschikbaar komen. Het grotere aantal donorharten komt beschikbaar na donatie na hartstilstand. Eerder werden deze harten namelijk niet getransplanteerd zonder machineperfusie.

Ex vivo machineperfusie wordt ook wel DPP (direct procurement and perfusion) genoemd. Bij DPP wordt het hart van de donor binnen 30 minuten na harstilstand en toediening van een koude vloeistof uitgenomen. Hierna wordt het donorhart aan de perfusiemachine aangesloten en met zuurstofrijk bloed gespoeld, waardoor het hart weer gaat kloppen.

Aanleiding voor dit advies: subsidie loopt af

Het ministerie van VWS heeft een projectiesubsidie verleend tot en met eind 2023 voor implementatie van ex vivo machineperfusie bij DCD-hartdonaties. Het ministerie van VWS heeft aan het Zorginstituut advies gevraagd of de effectiviteit van ex vivo machineperfusie bij DCD-harttransplantaties in voldoende mate is aangetoond en kan instromen in het basispakket van de zorgverzekering.

Conclusie van het Zorginstituut: de behandeling kan worden vergoed

Het Zorginstituut concludeert dat het risico klein is dat machineperfusie bij DCD-harttransplantatie niet volgens de wetgeving instroomt in het basispakket. Op basis van screening van de literatuur en uitkomsten van de Nederlandse centra heeft het Zorginstituut besloten geen uitgebreide beoordeling te doen. Er is geen duiding door het Zorginstituut nodig, omdat het risico klein is dat deze zorg onterecht in het basispakket instroomt. Een kanttekening is dat het aantal onderzochte patiënten relatief klein is, en gegevens over de lange termijn ontbreken. Daarom is het van belang dat nieuwe patiënten gevolgd worden en de resultaten van de behandelingen vastgelegd en geëvalueerd blijven worden.

Indicatieprotocollen voor passende zorg en jaarlijkse evaluatie

Om passende zorg te bevorderen, adviseert het Zorginstituut de thoraxchirurgen om een landelijk registratie- en evaluatieprotocol op te laten stellen. Volgens dit protocol worden de uitkomsten van ex vivo machineperfusie bij DCD-harttransplantatie jaarlijks geëvalueerd en teruggekoppeld aan zorgverzekeraars, het ministerie van VWS en het Zorginstituut. Het is van belang dat middelen (zoals perfusiekamers, personeel en machines) efficiënt, duurzaam en doelmatig worden ingezet. Het Zorginstituut beveelt daarom aan dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), zorgverzekeraars en het ministerie van VWS samen met de behandelaren tot de meest doelmatige bekostiging van deze zorg komen.