GVS-advies cenobamaat (Ontozry®) bij focale epilepsie

Zorginstituut Nederland heeft beoordeeld of cenobamaat (Ontozry®) opgenomen kan worden in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Cenobamaat kan worden ingezet als aanvullende behandeling voor volwassenen met focale epilepsie. Het Zorginstituut adviseert de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) cenobamaat op te nemen op bijlage 1A van het GVS, in het cluster 0N03AXEO V met perampanel en topiramaat.

Indicatie waarvoor vergoeding is aangevraagd

Cenobamaat is geregistreerd als aanvullende behandeling van epileptische aanvallen met focaal begin, met of zonder secundaire generalisatie. Het gaat om volwassen patiënten met epilepsie die niet voldoende onder controle is, ondanks eerdere behandeling met ten minste 2 anti-epileptische geneesmiddelen. 

Een focale aanval begint in 1 bepaald deel in de hersenen, in een groep hersencellen: de focus van de aanval. Soms is de patiënt nog bij bewustzijn, soms is het bewustzijn verminderd en heel soms is het helemaal afwezig. Secundaire generalisatie wil zeggen dat de aanval zich kan uitbreiden over de hele hersenen. De patiënt krijgt dan een gegeneraliseerde aanval die zich over het gehele lichaam uitbreidt. Deze aanvallen gaan gepaard met het verlies van bewustzijn.

Advies van het Zorginstituut

Het Zorginstituut concludeert dat cenobamaat bij de behandeling van de genoemde groep patiënten voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk. Cenobamaat is onderling vervangbaar met de andere geneesmiddelen in het GVS-cluster 0N03AXEO V. Daarin zijn de middelen perampanel en topiramaat opgenomen.

Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS)

Cenobamaat is een extramuraal geneesmiddel. Extramurale geneesmiddelen zijn medicijnen voor thuisgebruik, die op recept van een arts verkrijgbaar zijn bij de apotheek. Ze worden alleen vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering als ze in het GVS staan. De hoogte van de vergoeding hangt af van de lijst waarop ze staan. Onderling vervangbare geneesmiddelen worden geclusterd op bijlage 1A. Hiervoor kan een vergoedingslimiet gelden. Unieke geneesmiddelen komen op bijlage 1B. Hiervoor geldt geen vergoedingslimiet. Er kunnen ook nadere voorwaarden gelden voor vergoeding. Dan komt een medicijn ook op bijlage 2.

De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) adviseert het Zorginstituut het Zorginstituut bij de beoordeling. Op basis van de beoordeling stuurt het Zorginstituut een advies aan de minister van VWS. De minister neemt de uiteindelijke beslissing om het medicijn wel of niet te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering.

Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe wij de beoordeling van geneesmiddelen aanpakken.

Iedereen in Nederland betaalt mee aan de gezondheidszorg. Zorginstituut Nederland waakt erover dat die zorg goed én betaalbaar blijft.

Komt er bijvoorbeeld een nieuw medicijn op de markt, dan beoordelen wij of het vergoed moet worden uit het basispakket. We geven daarover advies aan de minister voor Medische Zorg.

Die beoordeling gaat zo:
Als een medicijn is goedgekeurd kan de fabrikant een aanvraag bij ons doen voor toelating tot het basispakket. Zodra we alle informatie en wetenschappelijke onderzoeken hebben ontvangen, gaan we aan de slag.
We beantwoorden vragen als:

  • Hoe ernstig is de ziekte?
  • Hoe goed werkt het medicijn?
  • Bij welke groep patiënten?
  • En, wat kost het ten opzichte van wat het oplevert voor de patiënt?

Als er al een medicijn voor de ziekte is, dan vergelijken we ze met elkaar.

Soms blijkt tijdens de beoordeling dat er onzekerheid is over hoe lang de ziekte wegblijft. Of dat het niet bij alle patiënten lijkt te werken. We adviseren dan over wie het medicijn moet krijgen.
Soms is het medicijn heel duur. Vergoeding hiervan kan dan ten koste gaan van zorg voor andere patiënten. We adviseren dan om over de prijs te onderhandelen.

Bij de beoordeling betrekken we patiëntenorganisaties, dokters en zorgverzekeraars. En we krijgen advies van twee onafhankelijke commissies:
de Wetenschappelijke Adviesraad en de Adviescommissie Pakket.

We wegen alle feiten en onzekerheden tegen elkaar af in ons advies. De minister besluit uiteindelijk of het medicijn vergoed wordt uit het basispakket.

Zo besteden we het geld voor de zorg, waar iedereen aan meebetaalt, aan goede medicijnen die het geld waard zijn.