GVS-advies hydrocortisonnatriumfosfaat (Softacor®) bij de behandeling van lichte niet-infectieuze allergische of inflammatoire conjunctivitis

Het Zorginstituut heeft getoetst of hydrocortisonnatriumfosfaat (Softacor®) opgenomen kan worden in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Er is gekeken of het middel onderling vervangbaar is met een geneesmiddel wat al opgenomen is in het GVS.
Het Zorginstituut adviseert om Softacor® op te nemen op bijlage 1A van het GVS in het al bestaande cluster 0S01BABG.

Indicatie waarvoor het middel is geregistreerd

Softacor® is een oculair corticosteroïd en geregistreerd voor de behandeling van lichte niet-infectieuze allergische of inflammatoire conjunctivitis.

Marginale toetsing voor onderlinge vervangbaarheid

Een marginale toetsing kan worden gedaan als er al minimaal 2 producten in een cluster zijn opgenomen. Op basis van de criteria voor onderlinge vervangbaarheid kan worden geconcludeerd dat hydrocortisonnatriumfosfaat (Softacor®) onderling vervangbaar is met de andere geneesmiddelen in het GVS cluster 0S01BABG. In dit cluster zijn opgenomen: prednisolon (Minims prednisolondinatriumfosfaat) en dexamethason (Monofree dexamethason). Dit zijn twee eveneens oculaire corticosteroïden, in het bijzonder oogdruppels zonder conserveermiddelen, voor de behandeling van onder meer allergische conjunctivitis.

Advies Zorginstituut

Op basis van de marginale toets adviseert het Zorginstituut om Softacor® op bijlage 1A van het GVS te plaatsen in het cluster 0S01BABG. De standaarddosis voor Softacor® kan vastgesteld worden op 3 verpakkingen.

Opname op bijlage 1A van het GVS

Een geneesmiddel komt voor vergoeding in aanmerking zodra het is opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Het GVS is een onderdeel van de Regeling zorgverzekering. Het GVS bevat lijsten met geneesmiddelen, die een te verzekeren prestatie zijn in het kader van de Zorgverzekeringswet (Zvw). De middelen die zijn opgenomen in het GVS zijn geclusterd op bijlage 1A van de Regeling zorgverzekering of staan apart op bijlage 1B.
Op bijlage 1A staat de lijst met groepen van onderling vervangbare geneesmiddelen. Geneesmiddelen worden als onderling vervangbaar aangemerkt als zij:

  • bij een gelijksoortig indicatiegebied kunnen worden toegepast,
  • via een gelijke toedieningsweg worden toegediend, én
  • in het algemeen voor dezelfde leeftijdscategorie zijn bestemd.

De geneesmiddelen op deze lijst hebben een vergoedingslimiet. Als de prijs van het geneesmiddel dus boven deze limiet ligt dan moet de verzekerde bijbetalen.