Monitor sluisgeneesmiddelen in de praktijk 2021

De 'Monitor sluisgeneesmiddelen in de praktijk 2021' van Zorginstituut Nederland geeft inzicht in het gepast gebruik van sluisgeneesmiddelen in de huidige zorgpraktijk. In deze monitor hebben wij onderzoek gedaan naar de inzet van 3 geneesmiddelen die uit de sluis in het verzekerde pakket zijn opgenomen: nivolumab (Opdivo®), pembrolizumab (Keytruda®) en atezolizumab (Tecentriq®). Deze 3 middelen waren in 2019 verantwoordelijk voor de helft van de totale kosten van sluisgeneesmiddelen van € 528 miljoen. We hebben gekeken naar de periode 2017 tot en met 2019.

Sluisgeneesmiddelen en het belang van gepast gebruik

Nieuwe, dure geneesmiddelen komen niet zomaar in het basispakket van de zorgverzekering. De minister voor Medische Zorg kan besluiten om nieuwe middelen vanwege de hoge prijs tijdelijk uit het basispakket te houden. Die middelen worden dan ‘in de sluis’ geplaatst. In die periode kan het Zorginstituut een middel beoordelen en advies uitbrengen aan de minister over wel of geen opname in het basispakket. Ook kan de minister met de fabrikant onderhandelen over de prijs. Bij de toelating van sluisgeneesmiddelen tot het basispakket, worden ook aanbevelingen gedaan over gepaste inzet van de middelen. Zodat de beroepsgroep het medicijn alleen voorschrijft aan patiënten voor wie zo’n duur middel écht werkt. Daar is natuurlijk evaluatie en onderzoek voor nodig.

Bevindingen

In de 'Monitor Sluisgeneesmiddelen 2021' komen de volgende bevindingen naar voren:

  1. Steeds meer patiënten komen in aanmerking voor gebruik van sluisgeneesmiddelen. Daardoor zijn de kosten gestegen van ruim € 2 miljard in 2017 naar bijna € 2,5 miljard in 2019.
  2. Het gepast gebruik van 3 sluisgeneesmiddelen voor de behandeling van longkanker en huidkanker (melanoom) kan beter. Het gaat om de middelen nivolumab, pembrolizumab en atezolizumab. Dit zijn zogeheten PD-(L)1-remmers die verstorende eiwitten afbreken en helpen om de kanker te bestrijden. Bij de toelating heeft de beroepsgroep toegezegd zich in te spannen voor optimaal gepaste inzet van de PD-(L)1-remmers, waaronder centralisatie van behandelcentra en onderzoek. We hebben gekeken hoe dat uitpakt in de praktijk.

Conclusies en aanbevelingen

De 'Monitor Sluisgeneesmiddelen 2021' bevat de volgende conclusies en aanbevelingen:

Centralisatie van behandelcentra en onderzoek

Tijdens het opstellen van de adviezen voor de sluisgeneesmiddelen nivolumab, pembrolizumab en atezolizumab heeft het Zorginstituut samen met alle veldpartijen een opzet gemaakt voor afspraken over gepast gebruik. Daartoe behoorden centralisatie van behandelcentra en onderzoek. Veldpartijen zouden zich inspannen om dat te regelen. We zien de afspraken in de praktijk terug in die zin dat er geen ongecontroleerde groei aan behandelcentra is ontstaan. Wel zien we een gestage uitbreiding van behandelcentra. Hierdoor rijst de vraag of dit niet leidt tot een te grote spreiding van patiënten met longkanker en huidkanker, met eventuele nadelige gevolgen voor de kwaliteit van zorg. Daarom adviseren we de beroepsgroep om het effect hiervan op de kwaliteit van zorg te onderzoeken door middel van spiegelinformatie.

Landelijk register longkanker

Er is in Nederland nog geen centraal landelijk register voor longkanker, terwijl een dergelijk register een noodzakelijke voorwaarde is voor het voortdurend evalueren van de gepaste inzet van deze middelen en om hiervan te leren. Het Zorginstituut wil dan ook graag dat zo’n register er alsnog komt. Zodat er uitkomstinformatie is die helpt bij het onderzoek naar de werking van medicijnen en het gepast gebruik. Voor huidkanker bestaat al wel een register (DMTR). Er komen vervolgbijeenkomsten om het DMTR-register nog beter te benutten.

De PD-(L)1-remmers

De PD-(L)1-remmers werken helaas niet bij alle patiënten. Het valt ook nog altijd niet te voorspellen bij wie de behandeling wel of niet aanslaat, ondanks verschillende onderzoeken naar biomarkers door de beroepsgroep. Bij veel patiënten heeft de behandeling geen effect, terwijl deze wel leidt tot hoge kosten voor verzekerde zorg. Daarom adviseren wij de beroepsgroepen voor longkanker en huidkanker om het onderzoek naar wie deze medicijnen wel of niet moet krijgen voort te zetten.

Rol van het Zorginstituut

Het Zorginstituut heeft de rol als pakketbeheerder om bij te dragen aan de toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid van zorg. In deze monitor constateren we dat de gepast gebruik-afspraken uit de pakketadviezen niet volledig worden nagekomen. Om die reden is het Zorginstituut bezig om actief de rol als pakketbeheerder te pakken. We willen naar aanleiding van deze monitor met partijen in gesprek hoe zij de eerder voorgenomen afspraken en de aanbevelingen uit deze monitor verder op gaan pakken in lijn met hun verantwoordelijkheden. Congruentie is nodig om problemen op te lossen. Dat wil zeggen: alle partijen moeten hun rol en verantwoordelijkheden pakken en gelijkgericht werken. Het is aan de overheid om publieke kaders te stellen voor Passende zorg en het is aan de zorgpartijen om binnen die publieke kaders daadwerkelijk passende zorg te leveren en te vergoeden.