Pakketadvies sluisgeneesmiddel pembrolizumab (Keytruda®) bij de behandeling van niet-kleincellig longkanker

Het Zorginstituut adviseert de minister van VWS pembrolizumab (Keytruda®) niet op te nemen in het basispakket, tenzij door prijsonderhandeling de kosteneffectiviteit van het middel kan verbeteren en de impact op het zorgbudget kan reduceren.

Beoordeling vanwege opname pembrolizumab in de 'pakketsluis'

Het Zorginstituut heeft het geneesmiddel pembrolizumab (Keytruda®) bij de indicatie niet-kleincellige longkanker (NSCLC) beoordeeld, omdat de minister van VWS het geneesmiddel in de 'pakketsluis' voor intramurale geneesmiddelen heeft geplaatst. De minister kan besluiten dat een extreem duur geneesmiddel niet automatisch instroomt in het verzekerde pakket. Zij kan het middel dan in afwachting van beoordeling door het Zorginstituut eerst in een 'sluis' plaatsen. Het geneesmiddel wordt dan aanvankelijk uitgesloten van vergoeding. Op basis van een eerste rapportage door het Zorginstituut vinden vervolgens prijsonderhandelingen plaats.

Vergelijking van pembrolizumab met ander middelen bij NSCLC

Het Zorginstituut oordeelt dat pembrolizumab behoort tot de ’stand van de wetenschap en praktijk’. Het geneesmiddel heeft een therapeutische meerwaarde vergeleken met docetaxel bij patiënten met NSCLC (plaveiselcel en niet-plaveiselcel).

Op basis van de beschikbare gegevens kon het Zorginstituut geen definitieve conclusie trekken over de vergelijkbaarheid van pembrolizumab en nivolumab bij de nu voorliggende indicatie. Het geneesmiddel nivolumab heeft (nagenoeg) dezelfde indicatie als pembrolizumab.

Pakketadvies nivolumab (Opdivo®) bij gevorderde (plaveiselcel) niet-kleincellige longkanker.

Geen opname van pembrolizumab tenzij de kosteneffectiviteit verbetert

De kosten van de behandeling met pembrolizumab (Keytruda) zijn zo hoog dat ze niet voor eigen rekening kunnen komen. Gezien de verwachte hoge meerkosten vindt het Zorginstituut het van belang om nadrukkelijk aandacht te vragen voor de budgetimpact van pembrolizumab. Een gunstiger prijsstelling bevordert de uitvoerbaarheid van toepassing van pembrolizumab. Indien pembrolizumab op basis van de uitkomst van de prijsonderhandeling in het verzekerde pakket zal instromen, zal het Zorginstituut het gebruik van pembrolizumab actief gaan volgen.

Het Zorginstituut adviseert pembrolizumab niet op te nemen in het verzekerde pakket, tenzij de minister door prijsonderhandeling de kosteneffectiviteit van het middel kan verbeteren en zij de impact op het zorgbudget kan reduceren.

Om de toegankelijkheid en betaalbaarheid van het pakket te waarborgen adviseert het Zorginstituut de minister dat zij, omdat pembrolizumab de inzet van nivolumab deels gaat vervangen, haar onderhandelingsresultaat erop richt dat opname van pembrolizumab niet tot meerkosten leidt ten opzichte van de inzet van nivolumab. Omdat het onderhandelingsresultaat van nivolumab niet bekend is, kan het Zorginstituut niet aangeven welke kostenverlaging hiervoor nodig is.

Prijsonderhandelingen

Pembrolizumab is in 2016 vanwege de hoge prijs en de mogelijk grote impact op het zorgbudget in de zogenaamde ‘pakketsluis’ geplaatst voor de behandeling van longkanker. In april van dit jaar is de behandeling van Hodgkin-lymfoom hieraan toegevoegd. Dit houdt in dat pembrolizumab voor deze behandelingen vooralsnog niet werd vergoed. Gedurende de sluisperiode is het middel beoordeeld door het Zorginstituut en heeft minister Schippers met de leverancier onderhandeld over een prijsverlaging. Dankzij de prijsafspraak met de leverancier zal het middel vanaf 1 juli 2017 worden vergoed voor de start en- vervolgbehandeling van longkanker (niet-kleincellig longcarcinoom), klassiek Hodgkin-lymfoom en alle andere (toekomstige) bewezen effectieve indicaties waarvoor pembrolizumab beschikbaar komt. Het middel was al via het basispakket beschikbaar voor de behandeling van huidkanker.