Zorginstituut wil eenvoudiger systeem voor goede Wlz zorg

Het Zorginstituut adviseert om voor de meest kwetsbare cliënten in de Wet langdurige zorg (Wlz) alle behandelingen en aanvullende zorgvormen vanuit de Wlz te vergoeden. Alle cliënten die in een instelling verblijven, of in een vergelijkbare situatie zitten, horen dezelfde Wlz-zorg te krijgen. Vergoeding vanuit één wet geeft de beste mogelijkheden om deze kwetsbare groep cliënten de zorg te kunnen bieden die nodig is. Het advies 'Positionering behandeling en aanvullende zorgvormen in de Wlz' is door de staatssecretaris van VWS via een brief aangeboden aan de Tweede Kamer. De besluitvorming over dit pakketadvies laat de staatssecretaris over aan het volgende kabinet.

De foto toont een verpleegster die een oudere vrouw met hoofddoek helpt om op te staan in haar slaapkamer

Eén zorgaanbieder verantwoordelijk

Vrijwel alle cliënten in de Wlz zijn blijvend aangewezen op 24 uur per dag zorg. Het gaat om mensen die niet alleen gelaten kunnen worden. In de zorg voor deze cliënten moeten diverse zorgverleners hun activiteiten intensief op elkaar afstemmen.
Deze integrale zorg kan het best geleverd worden als één zorgaanbieder verantwoordelijk is voor alle zorg, inclusief de aanvullende zorgvormen zoals huisartsenzorg, geneesmiddelen en tandheelkundige zorg. Bovendien is er minder risico op verkeer de en dubbele declaraties en wordt de zorgverlening efficiënter.

Onderscheid in verblijf met én zonder behandeling

Op dit moment ontvangen Wlz-cliënten met gelijke zorgbehoefte niet altijd dezelfde zorg en niet altijd de zorg die nodig is. Dit komt doordat de regelgeving in de zorg onderscheid maakt tussen verblijf met behandeling en zonder behandeling.
Bij verblijf in een instelling ‘met behandeling’ valt alle zorg onder het Wlz-pakket. Daar wordt aan Wlz-cliënten de integrale zorg geboden die zij nodig hebben. Bij verblijf in een instelling ´zonder behandeling´ biedt de zorgaanbieder alleen verpleging, begeleiding en persoonlijke verzorging. De aanvullende zorgvormen vallen daar buiten. Daarvoor zijn deze cliënten nu aangewezen op de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

Naar een eenvoudiger systeem

Als het advies wordt overgenomen, vervalt het huidige onderscheid in pakket tussen verblijf met behandeling en verblijf zonder behandeling. Zorgaanbieders die nu verblijf zonder behandeling bieden worden dan ook verantwoordelijk voor aanvullende zorgvormen. Ongeveer 69.000 cliënten krijgen dan wel integrale zorg vanuit de Wlz. Dat zijn de Wlz-cliënten die nu in een instelling op een plek ´zonder behandeling´ verblijven of zich in een soortgelijke situatie bevinden. Deze cliënten kunnen dan niet altijd meer zelf hun behandelaar kiezen. De instelling maakt afspraken met behandelaren die nodig zijn om goede zorg te leveren. Het Zorginstituut vindt het belang van goede integrale zorg voor deze groep zwaarder wegen dan de vrije keuze voor een behandelaar.